De werksters van halfvijf en andere gelijkenissen

[p. 48]

De schuldeisers

Jezus bedoelde: ‘Als God iets voor de mensen doet is dat niet omdat Hij wil dat ze iets voor Hem terug doen, maar omdat hij wil dat zij voor anderen net zo doen als Hij voor hen deed’.

Het verhaal waarmee Jezus dat wil uitleggen gaat over een man die ontzettend veel schulden had, wel 10 miljoen gulden.

[p. 49]

Stel je voor dat die man directeur van een fabriek was en alles wat die fabriek maakte niet meer verkocht werd en die fabriek dicht moest. Alle schuldeisers stonden dan met onbetaalde rekeningen voor het hek en ze riepen de politie en ze lieten de rechters erbij komen. Maar op dat moment was er een miljonair die wou proberen om die directeur en die fabriek nog een kans te geven. Hij betaalde voor alles waar die directeur maar schuld aan had en zo was hij gelukkig een vrij man.

Maar die directeur wist nog dat één van die mensen die op de fabriek werkte nog steeds veertig gulden aan hem moest betalen; die had hij eens aan die man geleend toen die een fiets moest kopen. En hij bleef nu maar zeuren over die veertig gulden.

[p. 50]

[p. 51]

Tenslotte stuurde hij zelfs de deurwaarder en politieagenten naar het huisje van die man en die namen de tafel en stoeltjes mee om die te verkopen, zo kwam de directeur toch aan die veertig gulden.

Maar vrienden van die man op de fabriek hadden het erover en ze vonden het verschrikkelijk dat die directeur dat zo gedaan had.

Toen belden ze zomaar die miljonair op om te vertellen wat die directeur, die hij zo mooi geholpen had, nu met één van hun mensen gedaan had. Die miljonair werd kwaad. Hij liet meteen die directeur bij zich komen en zei: ‘Wat ben jij gemeen, voor al je schuld heb ik betaald, omdat jij het zo erg nodig had. Had jij geen medelijden moeten hebben met die man van de fabriek zoals ik medelijden had met jou? Had jij hem niet al zijn schulden kunnen kwijtschelden zoals ik dat met jou deed? Had jij hem niet kunnen vergeven zoals ik jou vergeven heb?’