Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen) (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
Afbeelding van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.19 MB)

Scans (158.12 MB)

XML (2.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

(1976)–Arnold Houbraken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Jan Teunisz. Blankhof]

Wy hebben nu te spreken van JAN TEUNISZ. BLANKHOF geboren tot Alkmaar (daar zyn Moeder Stads Vroedvrouw was) in 't jaar 1628 opGa naar voetnoot* Koppertjes Maandag.

Zyn eerste onderwyzer in de Konst was Arent Teerling, gebynaamt Sinceer. Dezen vinden wy 1632, op de naamlyst van de Alkmaarsche Konstenaars als Meesters geboekt; dog ik gis dat hy in dientyd een van de geringste der Broederen zal hebben geweest, aangezien hy zig tot den kladpot begaf: om dat de Fortuin misschien zyn Penceeloessening niet gunstig was. Het zy daar

[pagina 199]
[p. 199]

meê zoo 't wil, hy was de Leermeester van onzen Blankhof en van Johannes Bulot. Naderhand geraakte Blankhof by Pieter Scheyenburg, en van daar om de Konst voort te oeffenen by Cezar van Everdingen, en Gerrit de Jong, tot dat hy zig door reislust geprikkelt naar Rome begaf, daar hy tweemaal (anderen zeggen driemaal) op verscheide tyden geweest is.

In de Schilderbent werd zyn regte naam verandert in Jan Maat; wy zullen hem voortaan ook zoo noemen om dat hy dien zedert behouden heeft, en hy daar best by bekent is.

De eerste voorwerpen van zyn Penceel waren Landschappen, en inlandsche Strand- en Watergezigten, die hy vaardig vlak en kwik wist te schilderen, 't welk vermoeden geeft dat zyne Reizen hem aanleiding tot het Zeeschilderen hebben gegeven. Zyn waardigst geagte stukken, zyn die, in welke hy Italiaansche Stranden, en Zeepoorten, met der zelver vremde vaartuigen, heeft afgebeeld.

Hy was los van leven, en los in 't schilderen; waarom zyn aart die woelig was zyn penceel tot vaardig schilderen gewende. Ende Konstkenners hebben opgemerkt, dat, wanneer hy wat meer gedult nam, om zyn werk uitvoeriger en meer gepolyst te doen voorkomen, de zelve dan die geestige losheid, en prysselyke fixheid misten, hoe wel ik weet, (dit niet tegenstaande) dat de net gepolyste schilderyen thans wel meest gewilt worden. By den Konstschilder Gerrit vander Steur tot Alkmaar hangt een Strantgezigt, 't geen onder zyn beste werken mag geteld worden, konstig en natuurlyk verbeeld. De zwalpinge of overbuitelinge der ebbende en aan-

[pagina 200]
[p. 200]

vloeijende Zeegolven op den Oever is daar levende in vertoont. En gelyk de zelve door gestadig bewegen op en afgedreven wordende geen stant houden, kan het zelve toegepast op onzen schilder ten zinnebeeld strekken, als die t'elkens tot veranderingen geneigt, niet lang steê op eene plaats hield, waar door Johannes Voorhout (met zyn Vrouw van hier vertrokken, uit vrees dat de Franschen deze landen mogten overstroomen) hem onverwagt in den jare 1674 te Hamburg ontmoette, 't geen hy my zelf heeft verhaald. Over zulks is zyne levensdraad van een langer bereik geweest, als my was opgegeven: namentlyk dat hy tot Amsterdam zou gestorven zyn in 't jaar 1669. Zyn Leerling Arnout Smit tot Amsterdam, volgde zyne wyze van schilderen na.

voetnoot*
De Kopperdag was van ouds een Bacchus en Ceres-dag, waar in alle overdaad en geilheid gepleegt werd, en als of dan alles met Caracalla geoorloft was; die zyn eigen Schoonmoeder misbruikte, daar die snoode zeug nog op zeide; zoo gy wilt, het is u geoorloft; om dat gy Keizer zyt., Die van 't Papendom plegen op dien dag door Siam met kopere Cocorillen te loopen, op den Rommelpot te spelen, en alle overdaad te plegen, en werden dus voor yverige Papisten gehouden. Dog dit doen is door de Christen Overheid van tyd tot tyd besnoeit. Zie Abr. Magyrus, in zyn Historie van de Almanachs Heiligen, pag. 31.
Onze Schilder, die wat van zyn geboortedag schynt aangeƫrft te hebben, was los, ongebonden van leven, woelig, en tot veranderingen geneigt, waarom hy zig ook op de laatste Vloot die tot ontzet naar Candia onder 't bestier van den Graaf van Waldek scheepte, begaf. Dit was in de Lente van 't jaar 1669, toen het in Slagtmaand van 't zelve jaar, na een twintigjarige belegering door de Turken, van de Venetianen ingenomen wierd. Zie den Hollandsen Merkurius op 't jaar 1669.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken