geleden, toen hij op 5 juni als gezagvoerder van de sleepboot Stormvogel door mariniers in hechtenis was genomen, omdat hij geweigerd had het bevel van de havencommandant op te volgen om uit te varen naar wat later de invasie van Normandië zou blijken te zijn.
Het kon raar lopen in de wereld: toen dienst geweigerd en binnen vier jaar in de voetsporen van zijn illustere voorganger Frans Naerebout, loods van de monden der Schelde.
Overigens was Jacob wars van dergelijk ceremonieel en het was louter toeval dat hem hierheen gevoerd hadd. De vlieger was bij hem langsgekomen om hem te waarschuwen dat zijn schip ‘achteruit’ was en op zijn wandeling naar de wacht had hij de drukte in het Bellamypark opgemerkt. Het was hem te binnen geschoten dat vandaag het beeld van Frans Naerebout onthuld zou worden. Als tienjarige was hij erbij geweest toen het eerste beeld in 1919 onthuld werd en hij had geen weerstand kunnen bieden om, nu hij er toch langskwam, ook deze onthulling mee te maken.
Eind december van het jaar 1788 zeilt het voc-schip Suyderburg met vierhonderd man aan boord, onder bevel van kapitein Dekker van der Mieden, van de rede van Rammekens met bestemming China. Als lading heeft de Suyderburg koopmansgoederen aan boord en kisten gemunt geld met een waarde van een half miljoen gulden.
Er staat een harde oostnoordoostelijke wind. De winter is vroeg ingevallen en er drijven reeds ijsvelden op het water.
De kapitein heeft de vloed afgewacht en hoopt met hoogwater de beruchte Droogen of Rassen, een bank bij de Deurloo, te passeren. Hier vond enkele tientallen jaar geleden Het Vlieghend Hert een voortijdig einde. Ondanks deze voorzorg stoot ook de Suyderburg, tot ontzetting van de gezagvoerder, op deze bank en verliest het roer. Er blijft hem niet anders over dan het anker te laten vallen en door middel van vlaggeseinen en kanonschoten hulp van de wal in te roepen.
Helaas blijft het weer verslechteren en spoedig ligt het schip geisoleerd in het ijs.
Eindelijk, na zes dagen, nadert door de ijsvelden een sloep en zet de loods Frans Naerebout aan boord.
‘Wat doet erop, kapitein?’ Nadat Dekker van der Mieden hem het relaas heeft verteld, behoeft Frans niet lang na te denken.
‘Als het weer nog meer verslechtert is je schip verloren. Hieuw onmiddellijk je anker thuis, we moeten eerst trachten het schip in dieper water te krijgen.’
Wanneer het schip ankerop is, laat hij twee zware trossen achter uitbrengen om als noodroer te dienen, bovendien laat hij het lood