Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met de poppen gooien (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met de poppen gooien
Afbeelding van Met de poppen gooienToon afbeelding van titelpagina van Met de poppen gooien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.49 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met de poppen gooien

(2001)–Guus Kuijer–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 99]
[p. 99]

Geld verdienen

Er rijdt een bloemenman op een bakfiets door de straat.

Hij stopt vlakbij Roos en Madelief. Zijn kar is volgeladen met bossen bloemen.

‘Hé,’ zegt de koopman, ‘willen jullie mij helpen. Dan krijgen jullie allebei een riks.’

‘Een riks?’ vraagt Roos.

‘Da's twee gulden vijftig,’ zegt Madelief.

Sjonge, dat is een hoop geld. Voor niks hadden ze het ook wel gedaan. Want dat is toch leuk, de bloemenman helpen!

‘Wat moeten we doen?’ vraagt Madelief.

De koopman haalt twee manden uit zijn kar. Hij doet ze vol bosjes bloemen. Hij geeft Roos een mand. De andere krijgt Madelief.

‘Nou,’ zegt hij. ‘Die gaan we verkopen. Jullie nemen de ene kant van de straat. Ik neem de andere. Een gulden per bos kosten ze.’

Dat is leuk. Ze mogen de bloemen zelf verkopen.

Ze bellen bij het eerste huis aan. Er doet een mevrouw open.

‘Kijk es,’ zegt Roos. ‘Bloemen.’ Ze houdt het bosje bloemen omhoog.

‘Oh,’ zegt de mevrouw, ‘wat mooi! Dank je wel hoor.’ Ze neemt de bloemen aan, ruikt aan ze en wil de deur weer sluiten.



illustratie

[pagina 100]
[p. 100]

‘Nee, nee,’ roept Madelief. ‘Ze kosten een gulden mevrouw.’

Dat had die mevrouw niet gedacht. Ze kijkt beteuterd naar de bloemen.

‘Zo,’ zegt ze. ‘Dan hoef ik ze niet.’

Ze duwt Roos de bloemen in de handen en doet snel de deur dicht.

Dat is nog niet zo gemakkelijk, bloemen verkopen.

‘We hebben het verkeerd gezégd,’ zegt Madelief. ‘We moeten erbij zeggen dat we de bloemenman helpen.’

Ze bellen aan bij de volgende deur. Er doet een kind open. Een kleintje nog, een peuter. ‘Is je moeder thuis?’ vraagt Madelief.



illustratie

‘Weet niet,’ zegt het peutertje.

‘Ga dan maar es kijken,’ zegt Roos.

Maar het kind blijft staan. Wat moeten ze nu doen? Madelief belt nog een keer. Maar er komt niemand. ‘Joehoe,’ schreeuwt Madelief de gang in. ‘Is daar iemand?’

Het kleintje schrikt. Het begint te huilen. Het rent de gang in. Daar gaat een deur open. Een mevrouw komt aangerend. ‘Wat moet dat, wat moet dat?’ roept ze boos. Ze gooit de deur met een klap dicht.

Alweer niks verkocht. Ze hebben wel pech. Ze kijken naar de overkant. De bloemenman is al vijf huizen verder.

Ze bellen bij de derde deur. Het duurt lang, maar

[pagina 101]
[p. 101]

dan wordt de deur opengedaan.

Er staat een man voor ze. Hij kijkt niet vrolijk. Helemaal niet iemand die graag bloemen koopt.

‘We helpen de bloemenman,’ zegt Roos. ‘Wilt u een bosje kopen? Ze kosten een gulden.’

‘Niks hoor,’ zegt de man nors. ‘Wat heb je d'r aan.’

‘Je kan ze in een vaasje zetten,’ zegt Madelief. ‘Dat staat heel leuk.’

‘O,’ gromt de man.

‘Misschien wil uw vrouw ze wel,’ zegt Roos.

‘Heb ik niet.’

‘Wat niet?’ vraagt Madelief.

‘Een vrouw.’

‘O,’ zegt Madelief. ‘Dus u wilt geen bloemen?’

‘Niks hoor,’ zegt de man. ‘Wat heb je d'r aan.’

Ze stappen maar weer op. Niemand wil bloemen kopen.

Maar bij de vierde deur hebben ze geluk. Daar woont een ouwe mevrouw. Die wil een bosje voor zich zelf en ook nog één voor haar dochter. Twee bosjes in één keer!

Het gaat hoe langer hoe beter. Voor het eind van de straat zijn hun mandjes leeg. Ze halen nieuwe bloemen bij de bloemenman. Ze werken de hele middag. Straat in straat uit. De ene mand na de andere raakt leeg. Leuk hoor. Ze geven het geld steeds aan de bloemenman. Die heeft nu al een hoop geld verdiend.

Dan is de kar bijna leeg. Er zijn nog precies twee

[pagina 102]
[p. 102]

bosjes bloemen over. Eentje voor Madelief en eentje voor Roos.

Ze hebben hun mandjes niet meer nodig. Die laten ze op de kar.

Ze rennen ieder naar een deur. Ze verkopen allebei hun bosje.

Dan willen ze hun guldens naar de bloemenman brengen. Maar waar is die gebleven? Ze kijken naar links en naar rechts. Daar rijdt ie. Ze zien hem nog net de hoek omgaan.

Waarom heeft die nu opeens zo'n haast?

‘Wat een gemenerd,’ zegt Madelief. ‘Hij wil ons die riks niet geven.’

Ze kijken naar de gulden in hun hand.

‘Maar een gulden, dat is toch ook fijn,’ zegt Roos.

‘Ja,’ zegt Madelief. ‘Wat een rare man. Voor niks hadden we hem ook wel geholpen.’

Tevreden gaan ze naar huis en laten daar trots hun gulden zien.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken