Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een revolverschot (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een revolverschot
Afbeelding van Een revolverschotToon afbeelding van titelpagina van Een revolverschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een revolverschot

(1911)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

I.

‘Komt,’ sprak hij, met hoofschen zwier tusschen de twee juffrouwen tredend, en hij bood haar, bijna gelijktijdig, elk een arm aan.

Oei! wat was het donker op dien boomgaard voor menschen, die uit de klaarte kwamen. Zij hadden zoo even het huis van den Rijken Boer van Crocke verlaten; er was geen mane te zien en men had er niet aan gedacht een knecht met de lantaarn mede te zenden tot buiten den slag, of ten minste tot aan het hofgat (ingangshek).

Om het even, zij hadden zich goed vermaakt, zij hadden Nieuwjaarsavond gevierd en lekkere wafels gegeten. Het was pas elf uur.

‘Is dat toch niet te vroeg om naar huis te keeren op zulk een dag?’

‘Ja, 't is waar, en toch, ziet ge, boerenmenschen moeten vroeg opstaan om hun beesten te geven en ik weet niet wat al, melken, karnen wellicht.’

‘Dit toch niet op Nieuwjaarsdag!’

Zulke waren de bemerkingen, die de gasten maakten onder elkander.

Het scheen allengs wat minder duister: men zag reeds

[pagina 2]
[p. 2]

het zwaar gevaarte van schuur en stallen; men kon de boomstammen onderscheiden, een botsing ontgaan daartegen.

Burgemeester Florisonne, die met zijn vrouw voorop was, had den hefboom geopend en wachtte met haar op de achterblijvenden, waarschuwend voor een grooten plas of modderpoel, die aan den ingang lag.

Heer Hancq en zijn twee gezellinnen kwamen gichelend aangestapt, zich bij de anderen voegend.

De wachthond, zijn volk kennend, had gegrold, met slepende keten uit zijn hok komend, doch niet geblaft. Zij volgden allen nu den elskant, waartusschen op heel de lengte van den slag magere boompjes - nieuw plantsoen - stonden. De voet schoot nog wel eens in de wagensporen; men hoorde een geplons, het zuigen van een uit 't water getrokken zool, gevolgd door een gelach; de eene of andere strompelde al eens of slibberde wat, doch weldra waren de vijf personen veilig op den wat hooger liggenden steenweg.

Mijnheer Hancq hield nog immer de twee armen in de zijne, dicht tegen zich gekneld, terwijl allen - aan een scheidingspunt zijnde - als van zelf bleven staan.

De hofstede van den Rijken Boer lag op het grondgebied van Crocke, maar verre van het bebouwde dorp. Het aan deze gemeente palend Vroden was enkel op een half uurtje afstands.

De Burgemeester woonde er op het zoogenaamd Plein, nog merkelijk nader, mits hij een dwarsen aardeweg kon inslaan.

‘Ge veroorlooft het ons niet waar?’

[pagina 3]
[p. 3]

‘Ja, ja, zeker,’ klonk het vroolijk bij alle drie.

Handdrukken werden gewisseld; de lachende vraag gesteld, of men nu reeds een Nieuwjaar mocht wenschen en met ‘neen,’ beantwoord.

‘Geen kwijtschelding van wederzijdsch bezoek.’

‘Adieu bonne nuit!’

‘Vaarwel, vaarwel!’

‘Oe, là, là!’ riep Hancq nog eens guitig, heel luid van verre, wat door de afgescheidenen niet meer gehoord, of althans niet meer beantwoord werd.

En nu dat hij met zijne gezellinnen door den naakten akker, de kassei volgde, teekenden hun zwarte silhouettes zich als tastbaar op den nachthemel af: hij middelmatig van gestalte; het eene meisje klein, het andere groot.

Zij liepen tamelijk vlug. Het was verre van warm te zijn.

De wind blies hun in 't aangezicht en ruischte geheimzinnig door een nog niet ontbladerd boomstronkje, aan hetwelk zij voorbij stapten. Het stond geheel alleen in troostlooze verlatenheid.

‘Wij zijn aan 't IJzeren Eiksken,’ zei Georgine, de jongste, de groote.

‘Aan 't Galgenveld!’ zei Marie. ‘Toe laat ons spoed maken, dat we er gauw voorbij zijn...’

Onwillekeurig hadden beiden den stap verhaast, zoodat de geleider thans om zoo te zeggen voortgetrokken werd.

‘Zijt ge wezenlijk bang dan?’ schertste hij.

‘Och, neen, het is te kinderachtig ook,’ antwoordde Marie, en, zich vermannend, bleef zij staan bijna.

Het was ter plaats, waar in vroeger tijden de galg oprees en de lijken der gehalsrechten op het rad tot aas

[pagina 4]
[p. 4]

der roofdieren lagen; dat wist men nog in het dorp, dat vertelden 's avonds bij den haard de oude menschen, die het van hun voorouders vernomen hadden.

‘Het is zonderling, niet waar?’ zei Marie, ‘dat een oord als het ware iets onverdrijfbaars behoudt, dat er iets akeligs in overblijft van de bloed-tooneelen, die er geschied zijn.’

‘Ja, of wie weet, misschien iets wezenlijks,’ sprak Hancq, ‘want het is opmerkenswaard, dat de raven nog immer in grooter getal dan elders op dit plekje komen neerzitten.’

De beide meisjes hadden er ook meer dan eens vele gezien. En nu liep het gesprek over den schrik in 't algemeen, en zij bleken kloekmoedig te zijn voor alles wat het bovennatuurlijke betrof maar bekenden het, uiterst bang voor dieven en moordenaars.

‘Ja, bedenk toch eens ook, geen manspersoon in huis, drie vrouwen alleen - wij en de meid. Wat zouden wij doen, moest men bij ons inbreken?’

Het was Georgine, die dit gezeid had.

‘O, gij zoudt de bandieten wel meester wezen,’ sprak hij, als een compliment op haar sterken lichaamsbouw; maar meteen bevroedend, dat een jonge dame zelden aanspraak op manhaftig-zijn maakt, liet hij den schertstoon varen om ernstig en als bezorgd te vragen:

‘Ge bezit toch een revolver?’

‘Neen, niets, geen wapens,’ antwoordden beiden.

‘Zoudt ge niet durven schieten in geval van nood?’

‘Misschien wel,’ sprak Marie.

‘Ja, ik zou durven,’ zei Georgine en haar oog schoot reeds een vonk van moed.

[pagina 5]
[p. 5]

Hij scheen op iets te zinnen: ‘Gij moet volstrekt een revolver hebben. Mag ik er u een geven?’ vroeg hij, zich van de eene tot de andere wendend, wat voor gevolg had, dat geene der beiden de verantwoordelijkheid van het aanvaarden op zich dorst nemen, en hij haar stilzwijgen voor een toestemming houden kon.

Zij waren aan de eerste, nog verspreide woninkjes van Vroden genaakt. Er was een scheuring in de wolkgevaarten ontstaan, waartusschen een blinkende schijf, als een bespiedend aangezicht uitpiepte.

‘'s Avonds in de mane!’ zong hij, nog immer lustig gestemd, een soort van dansenden sprong makend.

‘Goên avond,’ klonk het dicht bij hen.

En zij schrikten als kleine snaken, op guitenstreken betrapt.

‘Ha, Stasius, zijt gij het?’ vroeg Georgine, hem het eerst in de huizenschaduw herkennend.

‘Ja, juffrouw,’ en hij was reeds, flink stappend, voorbij.

De veldwachter, die een nachtelijke ronde deed.

Zij gingen in het slapend dorp met zijn eenzame straten, waar geen lantaarnen brandden - nu er maneschijn verondersteld was te wezen - en zijn gesloten huizenblinden.

Hancq belde aan de woonst der juffrouwen, een groot huis, dicht bij 't kerkhof, met deur en koetspoort.

De deur werd bijna zonder verwijl door de gewis daarachter wachtende dienstbode geopend.

Hij nam een kort, opgewekt, vriendelijk afscheid.

Zijn huis stond daar rechtover; men zag het trapgeveltje waarboven een wereldbol, die nog een weerwijzer torste, duidelijk afsteken op den nachtelijken hemel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken