Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.68 MB)

XML (5.33 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Nieuport, Charles François Ferdinand Antoine Florent le Preud'homme d'Hailly burggraaf de]

NIEUPORT (Charles François Ferdinand Antoine Florent le Preud'homme d'Hailly burggraaf de), geb. te Parijs 13 Jan. 1740, overl. te Brussel 20 Aug. 1827, was de derde zoon van Charles Florent Idesbalde le Preud'homme d'Hailly burggraaf de Nieuport en van Marie Anne Charlotte d'Allegambe. Zijn ouders woonden te Gent, maar reisden in Frankrijk tijdens zijn geboorte. Hij ontving, nadat zij zich te Parijs gevestigd hadden, onderwijs op het Jezuïeten-college Louis le Grand aldaar, en toen de Jezuïeten-orde in Frankrijk in 1764 opgeheven werd, ging hij als luitenant in oostenrijkschen dienst, maar kort daarna nam hij als zoodanig ontslag om zich te wijden aan de orde van St. Jan van Jeruzalem (de hospitaalridders), in welke orde hij reeds als 13-jarig jongeling was opgenomen. Hij vertrok toen naar Malta en kwam omstreeks 1780 in Frankrijk terug, waar hij hoofd der commanderij van Brie werd. Sedert werd hij ter onderscheiding van familieleden de commandeur de Nieuport genoemd, ook in het Koninklijk besluit, waarin

[pagina 715]
[p. 715]

hij tot lid der nederlandsche Tweede Kamer benoemd werd.

In 1786 werd hij tot commandeur zijner orde te Vaillaupont nabij Verlée (provincie Namen) benoemd. Hij werd tegelijk zaakgelastigde dier orde in de Oostenrijksche Nederlanden en vestigde zich te Brussel.

Hij was een groot wiskunstenaar en wijsgeer en heeft getracht die wetenschappen nader tot elkander te brengen. Door de fransche revolutie werd hij geruïneerd, hij vond in de beoefening der wetenschap zijn troost.

In den tijd, dat België onder fransch bewind was, is hij correspondent van het parijsche Institut geworden. Hij was zeer ingenomen met den omkeer en met Willem I, daar hij meende, dat diens bewind het juiste midden zou houden tusschen de even onverdraagzame clericalen als de radicalen uit den revolutietijd.

Op 1 Sept. 1815 werd hij benoemd tot lid van de Tweede Kamer voor de provincie Zuid-Brabant. Den korten tijd, dat hij lid van dit lichaam was, heeft hij verscheidene redevoeringen gehouden, die getuigen van zijn aanhankelijkheid aan het vorstenhuis en van zijn helder inzicht.

Hij achtte de reizen om het andere jaar naar 's Gravenhage te bezwaarlijk en heeft daarom bij zijn periodieke aftreding tegen Oct. 1818 aan de zuidbrabantsche staten verzocht, niet in aanmerking te komen. Hij werd 15 Juli van dat jaar vervangen. De Koning verleende hem toen levenslang een jaargeld, gelijk aan de vergoeding, die hij als Kamerlid gehad had. Daardoor waren zijn laatste levensjaren vrij van geldelijke zorgen. Ook werd hij tot Kamerheer des Konings benoemd.

Reeds in 1777 was hij lid der toen opgerichte academie te Brussel geworden. In 1815 werd hij benoemd tot directeur dier nu weder opgerichte instelling. Ook werd hij lid van het Koninklijk instituut te Amsterdam, van de Hollandsche en de Zeeuwsche maatschappij der wetenschappen, en correspondent van de Koninklijke academie te Stockholm. Eindelijk werd hij in Sept. 1817 curator van de Rijkshoogeschool te Leuven.

Zijn wiskundig werk beweegt zich vooral op het gebied der differentiaal- en integraalrekening en der waarschijnlijkheidsrekening. Op wijsgeerig gebied was hij een tegenstander van Condillac. Quetelet schatte hem zeer hoog. Zijn belangrijkste werken zijn: Mélanges mathématiques (Brux. 1794-99); Essai sur la théorie du raisonnement (Brux. 1805); Un peu de tout, ou amusements d'un sexagénaire (Brux. 1818).

Hij was als Malteser ridder ongehuwd.

Ramaer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Ch. F.F.A.F. le Preud'homme d'Hailly de Nieuport

  • Johan Christoffel Ramaer