Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 404]
[p. 404]

1037. Iemand (of iets) aan de kaak stellen,

d.w.z. iemands schande openlijk bekend maken, laten zien; iemand of iets openlijk aan de verachting van anderen overgeven, ‘aan de schandpaal nagelen’Ga naar voetnoot1). De kaak was vermoedelijk oorspr. een ton; later een houten of steenen zuil, een schandpaal, een schandzuil, waarop misdadigers eenigen tijd te pronk gesteld werden en overgegeven werden aan de algemeene bespotting, en ook dikwijls aan den moedwil van het volkGa naar voetnoot2); in later tijd soms een houten stelling, een schavot. In de middeleeuwen zeide men op die kaecke settenGa naar voetnoot3), - staen; doch ook aen die kaecke, dat thans de gewone uitdrukking is geworden, was toen niet onbekendGa naar voetnoot4), waarbij men denke aan den misdadiger, die tegen den schandpaal was gezet met een ijzeren halsband om en de handen geboeid; soms werden ze met één oor aan de kaak gespijkerd en trokken dan zoo lang tot ze los waren, om met anderhalf oor het hazenpad te kiezen; vgl. Sewel, 371: Op of aan de kaak zetten, to set in the pillory; Tuinman I, 39: Die wierd lelyk aan de kaak gezet; Harrebomée I, 369; Ndl. Wdb. VII, 623. Ook in het hd. zegt men: einen an, auf, in den (oder zum) Pranger stellen; fr. mettre quelqu'un au pilori; pilorier qqn; eng. to put a p. into the pillory; to pillory a p.

voetnoot1)
Ndl. Wdb. XIV, 268.
voetnoot2)
Eene afbeelding vindt men in De Roever-Dozy: Het Leven onzer Voorouders III, 111. Zie Frederiks, Het Oud-Nederlandsch Strafrecht, I, 405; Ndl. Wdb. VII, 620.
voetnoot3)
Bij Hooft ook op de kaek zetten; vgl. het mnl. opt pellorijn setten naast int pellorijn setten (eig. het hoofd in den halsring sluiten).
voetnoot4)
Mnl. Wdb. III, 1109-1110; Ter Gouw, Volksvermaken, 570-571. Deze uitdr op de kaak stellen ‘is ontstaan door eene verwisseling van de verhevenheid, waarop de veroordeelde staat, met den paal (den staak) waaraan, den muur waartegen hij daarop, met een halsring enz. gekluisterd, staat’ (Ndl. Wdb. VII, 621). Vgl. het oostmnl. ter stupe (totter stupe) naast op die stupen (zie Mnl. Wdb. VII, 2372).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken