Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15 (1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15
Afbeelding van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15Toon afbeelding van titelpagina van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.32 MB)

Scans (26.33 MB)

ebook (4.07 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15

(1872)–A.J. van der Aa–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Johan Jacob Perié]

PERIÉ (Johan Jacob), Generaal Majoor bij het leger in Nederlandsch Indië. Den 31 Mei 1788 te Tilburg geboren, trad hij in het jaar 1808, op 20jarigen leeftijd, als huzaar bij het 2de regement in dienst, doorliep vervolgens de subalterne rangen, woonde in 1809 de krijgsverrigtingen in Zeeland, en in 1813 de veldtogten in Silesiën en Saksen bij, en werd in dat jaar tot 2de luitenant bevorderd. In het jaar 1811 was hij een der gedistingueerde onderofficieren, die den kolonel Collaert naar Parijs vergezelden, en tegenwoordig waren, toen deze, uit handen van keizer Napoleon, den Franschen adelaar voor het 11e regement husaren ontving, ter gelegenheid eener groote parade vóór het paleis der Tuileriën. Met dit regement maakte hij den veldtogt in Rusland mede en behoorde tot de officieren die, toen Nederland zijne onafhankelijkheid had terug gekregen, weigerden om op nieuw de eed van getrouwheid aan den Franschen keizer te doen en daarom als staatsgevangenen naar de vesting Aire werden overgebragt. (Zie Jhr. J.W. van Sijpesteijn, Geschiedenis van het regement Hollandsche Huzaren. 1849). In 1815 tot 1ste luitenant benoemd, vertrok hij in het laatst van dit jaar naar Batavia, alwaar hij den 26sten April 1816 aankwam. Omstreeks 2 jaren later, werd hij tot ritmeester-instructeur bij het reg. bevorderd; in 1822 benoemd tot adjudant van den gouv.-generaal en in het volgende jaar tot inspecteur bij het korps Djajang Sekars. In het jaar 1822 werd Perié, door den gouv.-generaal van der Capelle, naar de Preanger regentschappen gezonden om den resident behulpzaam te zijn, in de zorgen welke op hem drukten, ter gelegenheid van de ontzettende rampen, die veroorzaakt waren door de uitbarsting van den berg Galoengoeng in het regentschap Soemadang op den 8sten en 12den October 1822. Bij die gelegenheid bewees Perié nuttige hulp, waarvan de resident opzettelijk gewag maakte in zijn algemeen rapport van den 6den Febr. 1823, opgenomen in de Bataviasche Courant van den 22sten Febr. 1823. Tot majoor bevorderd, in 1824, nam hij in dien rang deel aan den Javaschen oorlog van 1826 tot 1830, en werd hij in 1827 in dien rang bij het reg. huzaren No. 7 overgeplaatst. In 1828 viel hem de onderscheiding ten deel van eene benoeming tot ridder der

[pagina 180]
[p. 180]

4de kl. van de Militaire Willems-Orde. In 1831 werd hij tot luit.-kolonel bevorderd, en belast met de functiën van militairen kommandant van Batavia. In 1837 tot kolonel bij dat corps benoemd, werd het kommandement der eerste groote militaire afdeeling op Java hem opgedragen. Deze laatste betrekking bekleedde hij tot aan zijn overlijden, nadat hij in 1846 eervol van het bevel over het reg. O.-I. kavallerie was ontheven. In 1849, ter gelegenheid van 's konings plegtige inhuldiging, benoemd tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw, mogt hij ruim twee jaren later, van Z.M. den Koning, als eene personele gunst, den rang van generaalmajoor erlangen. Hij was bovendien versierd met de medaille van het bijwonen van den oorlog op Java, en met het onderscheidingsteeken voor langdurigen Nederlandschen dienst als officier. Herhaaldelijk onderscheidde hij zich op het slagveld, en steeds werd in zijne gewone dienstverrigtingen zijn ijver geroemd. Door zijne welwillendheid en regtschapenheid, verwierf hij zich de achting en toegenegenheid van allen, die hem kenden. Hij overleed te Batavia, den 1sten Junij 1853, aan de gevolgen eener cholerine, binnen twee dagen. Zijn lijk werd in den namiddag van den 2den Junij, met de gewone militaire honneurs plegtig begraven. Aanzienlijk was de schare, die de laatste eer bewees aan zijn stoffelijk overschot.

Grootendeels uit Javasche Couranten van Junij 1853.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken