Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Brabant die excellente cronike (2016)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Brabant die excellente cronike
Afbeelding van Van Brabant die excellente cronikeToon afbeelding van titelpagina van Van Brabant die excellente cronike

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.40 MB)

ebook (31.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Brabant die excellente cronike

(2016)–Anoniem Alderexcellenste cronyke van Brabant, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat .xx. capittel Van dese goedertieren Lodewijcx kinderen, hoe vreeslijc dat si teghen malcander streden ende hoe si weder versoenden, ende hoe karel de Caluwe coninc wert Ende vanden Denen ende Noorwegers

GRote twist ende oorloge gherees tusschen des goedertieren lodewijcx kinderen na hairs vaders doot, want die twee ioncste, te weten, Lodewijc ende Kaerle de Caluwe en wouden niet ghehingen dat Lotharijs haer outste broeder keyser sijn soude sonder hair consente, ende maecten conspiracie tegen hem ende ontboden een grote heyrcrachte wt

[Folio 89v]
[fol. 89v]

Vrancrijcke ende wt Almanien tegen haren broeder Lotharijs die hem ooc seer sterck maecte ende quam te velde. O scadelike strijt an allen siden. Dese strijt geschiede bi Ausorre in een dorp gheheten Fouceuedan O nijt onblusschelic, hoe mochti also hittelic ontsteken sijn. Die ghebroeders beuochten haren broeder den keysere met groten moede met houerdie doorronnen, mer de keyser weerde hem vromelic ende daer gheschiede grote bloetstortinge O vreeslike strijt noyt gesien in vrancrijcke so deerlike mortorie, noch ooc in Spaengien opten Roncevale bi groten coninc Karels tijden Daer wert seer veel volcx aen beiden siden verslagen, want die twee coningen met groter machte van volcke vergadert lieten daer bi na al haer ghespan ende die keyser haer broeder des gelijcx Ja so veel mannen waren daer verslagen, dat si tegen vreemde vianden hem seluen voort aen niet beschermen en conden, hoe wel nochtan dat die twee gebroeders dat velt hielden tegen den keyser haren broeder, ende aldus so bleef dit staende drie iaren lanck sonder vrede Ende int derde iaer bi tusschen spreken van legaten ende boden so vergaderden dese drie ghebroeders in die stadt van Verduyn ende versoenden onderlinge bi rade van haren baroenen ende kosen wise mannen die elcken broeder sijn rijcke deilen souden, twelc also geschiede ende wert geuesticht met eet ende met brieuen O lazen hadden si dit gedaen met minnen eer si vechtens begonnen hadden, so hadden si hem seluen groot goet gedaen ende menigen man sijn lijf behouden die iammerlic inden strijt verslagen waren. Karle die caluwe had westvrancrijcke dat den name van Vrancrijcke behouden heeft Lodewijc had Almanien (twelc duytslant heet) vanden rijn totter Eluen ende Denouwen Ende lotharijs bleef keyser ende coninc van Jtalien ende ooc vanden lande twelc tusschen beyde sijnre broederen lant lach Te weten vanden Rijn totter Schelt, dat is oostvrancrijke of groot Lothrijke twelc sinen name van desen keyser ende coninc lotharijs nam also somige seggen, maer dat en is so niet Want het was lange te voren also geheten na eenen Lotharis die nae den coninc Clodoueus regneerde, ende tis een seer out conincrijke, hoe wel dattet nv in veel deelen ghedeylt is, daer Brabant een deel af is. Aldus bleuen dese drie gebroeders hier na in vreden

Ende want die orie van desen voorscreuen keyser lotharis verghinc ende sijns broeders Lodewijcx geslachte in Almanien bleef ende ooc want die hertogen van Brabant van Kaerlen die Caluwe gecomen sijn so wil ick nv wederkeeren totten seluen coninck Kaerle die welcke regneerde xxxiiij. iaer in Vrancrijcke

Vanden Denen ende Noormannen

Ende in desen tijde so quamen die Denen ende Noortmannen wt Denemercken ende Noorweghen ende ander natien die al heydenen waren, in Almanien ende in vrancrijke ende quamen de zee om geuaren totter Seynen ende wonnen tot Parijs toe tlant dat doe Neustren heet ende nv heetet Normandien na die Norwegers oft Normans die dat tot noch toe behouden hebben bi middele hier na verclaert Mer eer si daer mochten blijuen wonen so haddense alte veel quaets gedaen in vrancrijcke Want si quamen om die Baertsche zee in die Loyre ende wonnen die stadt van Nantes en sloegen daer doot den bisscop die opten Paeschauont

[Folio 90r]
[fol. 90r]

die vonte wijdde, priesteren, clercken man ende wijf, cleen ende groot Ende so voeren si voort te Tours in Tourayne ende wonnent ende verbranden sinte Martijns kercke, daer na voeren si tot Angiers Ende Ranulphus hertoge van Aquitanien ende Robert graue van Angiers die quamen tegen hem, so datter seer wert gevochten, mer de heydenen wonnen den strijt, ende beyde die princen werden daer verslagen Ooc wonnen si die stadt van Angiers die si velden ende tonder brachten ende bleuen daer wonende. Coninc Karel die Caluwe dit vernemende ende noch arger besorgende toe te comen, so creech hi in sijnder hulpen coninc Salomon van groot Britanien dat nv hetet Engelant, welcke coningen nochtan vianden waren. Mer want dat heyden volc van Denen ende Noortmannen tegen hem so sterck quamen so werden si vrienden ende beleyden die stadt van Angiers mit groter machte ende deden den heydenen so veel pants dat si werden bedwongen hem op te geuen ende maecten voorwaerden met coninc Karel die Caluwe datse hem de stadt op gauen behoudelic haer leuen Ende al wast dat vele wijse lieden mishagede, nochtans liet hijse aldus van daer scheyden Twelc namaels tot groter scaden verghinc sinen rijcke, want si daer na deden meer scaden, also hier na noch verclaert sal werden

Maer hier valt te scriuen van dees Karels strijde op Lodewijc sijns broeders sone die coninc was van Almanien ende dat quam toe bi deser saken. Keyser ende coninc Lotharis was deser beider coningen outste broeder, also voorseit is welcke Lotharis begaf hem int clooster van Pruinen in Ardennen, in Lothrijke ende wert monic ende liet sijn keyserlijcke ende coninclike crone Lodewijc sinen sone die corts sterf Ende so creech karel de caluwe sijn oom die keyserlijke crone int iaer ons heren .viij C. ende .lxxvij. ende hi wert daer na te Rome ghecroont van paus Johannes die .viij. Maer Lodewijc die coninck van Almanien wert dies seer tornich dat hi sonder sijnen raet die keiser crone gecregen hadde ende hi bereyde een groot heyr tegen sijnen broeder om dat te wreken, maer eer hijt volbrengen conste so sterf hi Ende hy liet achter hem drie sonen, als Lodewijc Karle ende Karlemanne Ende als Karel de caluwe vernam dat sijn broeder lodewicus gestoruen was so dachte hijt op sijn kinderen te wreken dat haer vader tegen hem misdaen hadde, ende hi track in haer lant met .l.M. gewapende mannen ende quam te Colen. Twelck vernam lodewijc de ioncste broeder van drien ende quam tegen Kaerlen sinen oom onuveruaert Daer wert seer geuochten ende hi wan den strijt ende versloecher veele van sijnen volcke, verdriuende also sijnen oom wten lande

 

Dese voorseyde Kaerle die caluwe na dat hi keyser was also Segebrecht van Gemmelours scrijft, so veronweerde hi die Fransche manieren ende hi aen nam die Griecsche manieren, want hi droech sleppende clederen ende een breet gordele totten voeten hangende seer costelick. etcetera.

Jtem hi dede brengen tot sinte Dionijs bi Parijs veel heylighe reliquien die de grote kaerle sijn oude vader van Constantinopolen gebracht hadde tot Aken, te weten de helft vander dornen crone ons liefs heren, ende een groot

[Folio 90v]
[fol. 90v]

stuck van ons heeren cruce, ende een vanden nagelen ons heeren. Ende dat cleet oft sudarie ons heeren dede hi brengen tot compendyen. Ende na dat dit heylichdom in Vrancrijcke bracht ende getoont was so cesseerde den honger ende dieren tijt die voren so groot was dat die lieden aten ezelen ende peerden

Jtem dese karel stichte in Vrancrijcke alte veel cloosteren ende kercken daer gheen en waren, ende die waren veruallen die repareerde hi

Jn desen tide quam wt Engelant een wijs weerdich man geheten Johannes schotus tot Kaerlen, ende door sijn bede ouersette hi wten Griecschen in latine den boeck vander hemelscher Jerarchyen die sinte Dyonijs maecte. Ende daer na keerde hi weder in Engelant, daer hi leerde der edelre lieden kinder, ende daer wert hi doot gesteken vanden kinderen met grieffien

Jtem daer na hadde dese karel quade auontuere in sijn kinderen want die een geheeten Karleman die dyaken ende geestelic geworden was die gaf hem bi apostasien weder totter werlt ende hi stac tegen sinen vader Mer sijn vader beduchtende dat sijn rijck bi hem mocht verdoruen werden so vinck hi hem ende deden blinden Ende sijn ander sone geheten Karle hem seer verlatende op sijn crachten wilde vechten tegen eenen ridder gheheten Albijn, die seer vroom ende sterck was, niet wetende dat die ander eens conincx sone was hem dootsloech, dies Kaerle die caluwe seer rouwich was. Aldus bleef hem mer een sone geheeten Lodewijc die na hem coninc wert.

Vanden beghinne des graefscaps van Hollant



illustratie

Bi dees Karels tiden so begonste Hollant een graefscap te werden, twelck te voren Vrieslant was, te weten Jnden iare .viij.C. Want Kaerle aensiende dat die Denen ende Noorwegers soe geweldich waren ouer al, ende door supplicatie des paus Johans die .viij. ende graue Hagene van zancten, so gaf hi dat lant Diederic des hertogen sigisbertus van Aquitanien soon, ende maecten graue van Hollant om dat lant te bat te bescudden tegen die Normannen Ende Lodewijc Karels broeder coninc van Almanien die meerderde hem ooc sijn palen ende gaf hem een deele van sijnen lande. Dese diederic aldus begift sijnde nam te wijue Genam Puppijns die minre dochter coninc van Jtalien, des groten coninc karels ioncste soon, daer die edele grauen van Hollant af ghedaelt sijn.

[Folio 91r]
[fol. 91r]


illustratie

Vanden beginne ende oorspronck des lants van Gelre.

ALsmen screef .viij.C. ende .lxxviij. so was int crisdom van Colen bi der heerscapie van pondt een groot velt of plein, ende in dit velt was een alte fellen ende venijnden vreselijcken dier, dat veel quaets dede want het verslinde menschen ende beesten daert bi comen conde. Ende dit dier riep menichwerf mit groot gheruchte, gelre, gelre, ende het hadt grote barnende ogen diemen des nachts besceidelic sien mochte Ende die luden die daer omtrent woonden ruymden somige van daen ende wouden oec gemeenlic rumen mochten si van dit beest niet verlost werden. Ende die heer van pont die daer bi gheseten was die leet veel scaden van dit beeste, ende dese heer van pont hadde .ij. sonen dat alte heerlike stoute mannen waren, die een hete wichaert ende dander lupolt, ende bi rade van horen vader so gingen si wt om dit dier te bestriden ende hadden hem wel toe gemaect ende wel voorsien met goet gheweer ende quamen bi nachte ende vernamen dit dier bi de lichtinge van sinen ogen, ende si gingen hem aen inden name gods ende versloegen dit dier. Als si dit verslagen hadden so was alle dat volc dat daer omtrent woonde seer verblijt dat si van desen quaden beeste verlost waren, ende gauen hem onder dese twee broeders ende koren dese twee als eedel ionghelingen tot horen princen ende voochden ende douerste van horen lande te wesen Ende dese twee broeders metten heer van pont horen vader die begrepen ende maecten opter stede daer si dit dier verslagen hadden een begrip ende veste, ende noomden dat Gelre als dat dier voorscreuen plach te roepen, ende dat is in die stede van Gelre, van welcke veste oft stadt dat gheheele lant sijnen naem of ghenoemt heeft. Ende een deel iaren daer na starf Lupolt die ioncste broeder ende Wychaert bleef alleen voocht van Gelre, ende daer na starf de heer van pont sijn vader, ende Wychaert wert mede heer van pont. Ende dese Wychaert voerde in sijnen wapen een schilt van goude met .iij. mispel bomen van keel.

[Folio 91v]
[fol. 91v]

Daer na inden iare .M. ende .lxxix. doe was een voecht te gelre ende heer van pont graue Otte van Nassou ende had te wiue des heren van pont ende voecht van Gelre sijn enige dochter. Dese verwerf aenden keyser henric die .iij. als dat die keiser maecte van deser voechdie van Gelre ende vander heerlicheit van pont een graefscap ende hiet voort tgraefscap van Gelre ende hilt dat te leen vanden keyserijc Ende als graue otten eersten wijf gestoruen was nam hi te wijf graue wijchmans eenige dochter van zutpheen geheten Sophie ende met dese dochter quam dat lant van zutpheen aen dat lant van gelre Ende als dese lantscapen aen een gecomen waren so hijlicte graue otte sijnen eenigen soon geheten gherrit van sijnen eersten wiue aen graue Floris die vetten dochter van Hollant daer keyser Lotharius oom af was.

Daer na inden iare .M.ij.C. ende .xlviij. doe verwerf graue ot van gelre aen coninc Willem graue van hollant, als dat hi soude besitten de burcht te Nymmagen mitter stadt ende mit allen horen toebehoren in allen maniern als die grauen van Cleef van ouden tijden lange iaren beseten hadden van wegen des Roomschen rijcx Des so leende graue otte coninc willem daer op xxi.m. marc puers fijns coninc siluer. Ende tot allen tiden als een keyser oft roomsche coninc dese voorscreuen somme siluers den graue van gelre of sinen nacomelingen weder geeft, so mach hi de burch mitter stadt ende allen sinen toebehoren weder na hem nemen anden roomschen rijck Ende dit confirmeerde rodolphus die roomsche coninc die na coninc willem quam Ende alst een keyser oft coninc lossen wil ende dan weder versetten, so moet de graue van gelre die voorkoer daer of hebben. Hier na int iaer ons heren .M.iij.c. ende .xxxix. doe was keyser Lodewijc van Beyeren hertoge aelbrechts vader tot Francfoort ende dair maecte hi vanden graefscap van Gelre een hertochdom, ende hertoge reynout was die leste graue ende eerste hertoge van gelre. Daer na als inden iaer M.iiij.c. ende .xxiij. doe bestarf dat hertochdom van Gelre op Aernt here Jans outste soon van Egmont, wiens moeder was des hertogen reynouts suster dye leste hertoge van gelre ende dese hertoge aernt vercofte bi sinen leuende liue dat hertochdom van gelre hertoge Kaerle van Bourgondien, Nochtans liet hi een sone achter geheten Adolf, ende wert verslagen voor doornic vanden Fransoysen achterlatende een sone geheten Kaerle den hertoge tegenwoordich ende een dochter gheheten Philippa

 

Jtem int tweeste iaer van dees Karels keyserijcke so quam hem in sinen sinne dat hi te Rome trecken wilde. Ende als hi in Jtalien quam so quam hem die bootscap dat Karleman beyde kinderen van coninc Lodewijc van Almanien sinen broeder een groot heyre vergadert hadden om tegen hem te comen ende sijn rijck te bederuen. Ende mits dien veruaert sijnde so dachte hi weder tot sinen lande te keeren. Mer onderwegen in die stadt van Mantua wert hi vergeuen van eenen valschen iode Ende daer na wert hi mits godlijcke vertoningen gheuoert tot sinte Dionijs in Vrancrijc, ende wert daer begrauen voor sinte Dyonijs lichaem. Van welck so sijn dese veersen

 
Hic rex Francorum partim quoque Lothariorum Dux, romanorum fit cesar more suorum.

 

 

[Folio 92r]
[fol. 92r]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken