Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

2 Aenmerct doch mijn geclach

Liefdesklacht. Een minnaar beschrijft de gevolgen van onbeantwoorde liefde en waarschuwt anderen daarvoor.

1,1 Aenmerct: Luistert naar
1,2 Jullie vrolijke, levenslustige kerels!
1,4 O wy, o wach!: Ach en wee!
1,5 Dwelc: (namelijk het treuren en jammeren van 1,3-4)
1,6 eens: slechts één keer
1,7 doorstraelt: doorschoten
2,1 Mer lacen: Maar helaas
2,2 Al beviel ze mij
2,5 Dat schouwen: Dat te zien
3,1 Mijn bloed werd aangetast
3,3 bloet: overduidelijk
3,4 voet: voedt
3,6 Al mijn bloed ging bruisen
3,7 Het leek alsof het spuitend door mijn neus naar buiten wou
4,2 Ik kon het niet langer uithouden
4,3 bedwanck: macht
4,5 Mijn zwaarmoedig getob
4,6 Verwijt ik haar niet
4,7 Mocht zij ooit nog de mijne worden
5,1 mocht: mocht het
5,5 dat minnelijck graen: die bevallige vrouw der vrouwen
5,6 Verdriet zou mij niet meer kunnen raken
5,7 En ik zou mijn geluk niet opkunnen
6,3 uuter schalen: uit de schaal met liefdesdrank
6,4 Mer: (kan onvertaald blijven)
6,7 Certeyn: Voorwaar

Dat een ongelukkige liefde niet alleen mentale, maar ook fysieke ongemakken met zich mee kan brengen, is ook in onze tijd een algemeen bekend verschijnsel. Maar volgens de medische opvattingen van de zestiende eeuw gold verliefdheid nog veel sterker dan nu als een aandoening die vergaande gevolgen kon hebben voor iemands psychische en fysieke gezondheid. Tegen die achtergrond is strofe 3 te begrijpen: de verliefdheid tast het bloed aan en maakt dat het gaat bruisen, zodat het via de neus een uitweg wil zoeken.

De slotstrofe rondt het lied af door de oproep uit de eerste twee strofen te

[pagina 53]
[p. 53]

verbreden: nadat de zanger aandacht gevraagd heeft voor zijn eigen situatie (Aenmerct mijn geclach, hoort hier naer), stelt hij zijn lot ten voorbeeld voor Elck die dit liedeken singt. Het beeldgebruik draagt bij aan de charme van deze strofe: de minnaar drinkt uit Venus' schalen, of hij gooit zich in een stromend riviertje waaruit het moeilijk te ontkomen is.

De vorm is technisch goed uitgewerkt: de zevenregelige strofen hebben een consequent rijmschema (abaaaab). Door maar twee rijmklanken per strofe te gebruiken laat de dichter zijn kunstvaardigheid blijken. Dit knappe rijmschema is karakteristiek voor de bijbehorende melodie: het is alleen gebruikt voor contrafacten op Aenmerct doch mijn geclach. De naam van deze dichter was misschien Aegied Maes: dat is althans de naam die te lezen valt als men de beginletters van 1,1-5 en 2,1-4 achter elkaar plaatst. Een dichter met die naam is echter uit andere bronnen niet bekend, zodat het mogelijk niet om een echt acrostichon gaat, maar om een toevallige combinatie van letters.

 

Dit lied was heel populair, zoals blijkt uit vele tientallen contrafacten vanaf 1539 tot ver in de zeventiende eeuw, vooral uit het Zuiden en Westen van de Nederlanden. Die populariteit gold niet alleen de melodie (met het bijbehorende strofeschema), maar ook de liedtekst zelf. Dat blijkt uit diverse initiële ontleningen; daarbij wordt het begin van het lied geciteerd in het contrafact, bijvoorbeeld Aenhoort doch mijn geclach / Ghi coninc der hemelen binnen. De melodie komt zowel in het Devoot ende profitelijck boecxken (1539) als in de Souterliedekens (1540) voor, in de eerste bundel in een eenvoudige versie, in de tweede met lange melismen (notengroepen op één lettergreep). Hier is de (ongeritmiseerde) versie uit het Devoot ende profitelijck boecxken (nr. 82) gebruikt, waarbij we ons voor het ritme hebben laten inspireren door de Souterliedekens-versie (psalm 5). Er zijn ook enkele meerstemmige zettingen bekend uit het midden van de zestiende eeuw.

Literatuur: Kalff 1884, p. 560-561; Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 403-405; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 2-3 en 130-131; Repertorium 2001, t0079, m0007.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken