Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 50]
[p. 50]

1 Als alle die cruydekens spruyten

Dialooglied waarin een man en een vrouw ruziënd een punt achter hun relatie zetten.

1 (De vrouw is aan het woord)
1,1 Wanneer alle planten weer uitlopen
1,2 verfrayt: opleeft
1,3 vermuyten: van liefje veranderen (eig. van veren wisselen)
1,4 Mijn lief heeft me verlaten
1,5 De situatie is compleet veranderd! (eig. Het kompas wijst niet goed)
1,6 ic bens ontpaeyt: ik ben daar niet gelukkig mee
2,1 boel: lief
2,5 Mij maakt het niets uit
3,1 Hoe erg wordt de roos door de rijp beschadigd
3,2 veleyn door uwen hals: doortrapte schurk
3,3 Jij was voor mij het liefdesideaal (glose: voorbeeld)
3,4 nose: ellende
3,5 Dus: Zo
  als: alles
3,6 (De talen die ze nu bij haar nieuwe vriendjes hoort)
  Wals: Frans
4,1 kersowe: madeliefje (vaak gebruikt als aanspreekvorm voor de geliefde)
4,2 ontwee: in tweeën
4,4 Jij hebt mijn volledige vertrouwen!
4,5-6 Nergens leeft een inniger liefdespaar!
5,1 u waerde: de eer die je me aandoet
5,2 Daar doe ik nu afstand van
5,5 diet wel vermach: die flink potent is
6,1 Probeert een man jou tot zijn liefje te maken?
6,2 ruyter: soldaat (spottend antwoord op 5,4)
6,3 coele: afkoelt (in zijn hofmakerij)
7,1 vuyl clergersse: verdorven leerlinge van mij
7,3 Al delf ik nu het onderspit (misschien ook: al schiet ik nu tekort (in vergelijking met de potente nieuwe vrijer (5,5)?))
7,4-6 Ik leerde jou, vóór ook maar iemand anders, de eerste (liefdes)les, voorwaar dat erken ik en verklaar ik!

[pagina 51]
[p. 51]

In het opschrift wordt dit lied aangekondigd als een liefdesliedje, maar dat is het niet. Integendeel, al 1 biedt ons het venijnige en cynische gesprek tussen een man en een vrouw die ruziënd een einde maken aan hun relatie. Zij beweren allebei dat ze een ander hebben, maar toch gooien ze elkaar nog allerlei verwijten voor de voeten.

Het is een lied vol humor, doordat de taal, de stijl en het beeldmateriaal van het traditionele middeleeuwse liefdeslied gebruikt worden, maar dan met een andere betekenis. De opening met de schildering van de weer opbloeiende natuur in de lente (de Natureingang) past in een liefdeslied, waarin de lente dan dikwijls inspireert tot liefde. Vaak zullen geliefden zich dan gaan vermeyen (‘voor hun plezier in de natuur zijn’), maar de vrouw die hier aan het woord is, wil zich gaan vermuyten (‘van liefje veranderen’ (1,3)). In dit woord zit mogelijk nog een extra woordspeling, namelijk met het woord muit dat ‘kamertje van een hoer’ betekent. Zegt ze dus ook dat ze een ander ‘liefdeskamertje’ wil opzoeken? Daarmee is de lieflijke sfeer van de Natureingang meteen verbroken.

Ook elders in dit lied speelt de dichter met de traditionele formuleringen. De vrouw gebruikt het mooie beeld van de kwetsbare roos die door de vorst beschadigd wordt (3,1), maar bedoelt zij dat zij gekrenkt wordt door zijn koele houding, of dat zijn woorden haar niet raken? De man spreekt haar op zijn beurt quasi-hoffelijk toe (strofe 4, zie ook haar reactie in 5,1-2). In dat patroon past ook de adieu-strofe aan het slot: traditioneel een hoofse groet, hier een laatste schimpscheut.

Het dialoogelement van al 1 komt tot uiting in de formele opbouw: bij elke strofe wisselt de spreker (met uitzondering van de twee laatste strofen, uitgesproken door de man).

 

Het lied heeft een bescheiden populariteit genoten: voor zover bekend is het slechts voor enkele geestelijke liederen aangehaald als wijsaanduiding, waaronder Souterliedeken 56 (gedrukt in 1540). Daaraan hebben we hier de melodie ontleend. Het handschrift van Lauweryn van Watervliet (1505-1507) bevat een meerstemmige zetting, waaruit we kunnen afleiden dat het lied ten tijde van de uitgave van het Antwerps Liedboek al zeker veertig jaar oud was.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 297-298; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 1 en 129-130; Vellekoop 1985; Repertorium 2001, t0323, m0048.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken