Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

19 Den dach en wil niet verborghen zijn

Dageraadslied. De oproep van de wachter maakt de geliefden duidelijk dat het moment van afscheid aangebroken is.

1 (De wachter is aan het woord)
1,1 dach: dageraad
1,2 schoon: reeds
1,3 Maar wie zijn geliefde in het verborgene bij zich heeft
2 (De vrouw is aan het woord)
2,1 Wachter, hou nu op te spotten
2,3 vingerlinck root: gouden ring

[pagina 82]
[p. 82]

2,4 melden: aankondigen
3,1-2 (De wachter richt zich tot de vrouw)
3,1 rampsalich: ongelukkige
3,2 Dan kost het de jongeling zijn leven!
3,3 Ik geef mij (nl. door uw woorden) niet gewonnen (spreekwoordelijke uitdrukking, eig. Heeft u het schild, ik heb de speer, dus: ik blijf aanvallen)
3,4 Ga gauw hiervandaan!
4,1 ontspranck: schoot wakker
5,1 vale: geelwitte
5,2 De vrouw boog zich over de borstwering van de toren
5,3 noortwaert: (men zou verwachten dat de zonsopkomst in het oosten te zien zou zijn. Bij de overgang van lente naar zomer staat de zon wel het meest noordelijk aan de hemel)
6,2 weerpen: wierp hem
  gheender: gindse

Dit dageraadslied bevat traditionele elementen: het moment van scheiding van de geliefden bij dageraad staat centraal, het geheel speelt zich af op een kasteel en het lied opent met de wachter die zingt om de nieuwe dag aan te kondigen (zie ook al 161). De vrouw probeert nog de wachter tot zwijgen te brengen door hem een gouden ring te beloven, maar dat helpt niet (ook in al 77 en 86 probeert de vrouw de wachter om te kopen). Tenslotte kijkt zij haar geliefde na terwijl hij van haar wegrijdt, en ze verzucht dat ze de sleutel van de dageraad zou willen hebben om die ver weg te werpen, zodat de dag voor altijd opgesloten zou blijven.

 

Hoewel Jan Roulans het lied nyeu noemde, doet de tekst vermoeden dat het tamelijk oud is: de uitbeelding van de situatie, bepaalde formules en het eenvoudige rijm, dat vaak niet meer dan assonerend is. Dit vermoeden wordt bevestigd door een geestelijk lied uit een Utrechts handschrift (1480-1500) dat als wijsaanduiding heeft Had ic den slotel vanden dach. ic worpse: dat is de aanhef van de zesde strofe van al 19. Nu is de sleutel van de dageraad een bekend beeld, dat in verschillende Europese literaturen is aangetroffen en dus zou het een zwerfstrofe kunnen zijn. Maar de strofevorm van het geestelijke lied lijkt zoveel op die van Den dach en wil niet verborghen zijn dat een reële verwijzing waarschijnlijk is. In een ander geval is deze minder vanzelfsprekend: de wijsaanduiding van een geestelijk afscheidslied van na 1525 luidt Had ic die slotel vanden daech Ic verpen soe ver aen ghene rijn, wat redelijk correspondeert met de zesde strofe, maar de strofevorm sluit minder goed aan.

[pagina 83]
[p. 83]

Verder zijn slechts weinig contrafacten bekend: alleen Souterliedeken 47, waaraan hier de melodie is ontleend, en een lied van de prediker Hendrick Niclaes, die gezien de strofevorm het Souterliedeken als voorbeeld heeft genomen. De tekst van Den dach en wil niet verborghen zijn vindt men behalve in het Antwerps Liedboek nog in het handboek van Willem van der Heijden (Gent? 1550) en in het Aemstelredams amoreus lietboeck (1589).

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 329-330; Forster 1965, p. 475-476 en 490-491; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 9 en 139-140; Kazemier 1975, p. 250-251; Houtsma 1979; Komrij 1994, p. 523-524; Repertorium 2001, t0882, m0110.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken