Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

20 Dats wildi van der waerheyt horen singen?

Verhalend lied. Een vader en zijn zoon komen tijdens hun pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in de problemen, maar worden door de heilige Jacobus en Maria op wonderbaarlijke wijze gered.

 

titel Sint Jacob: Sint Jacobus de Meerdere
1,1 Dats: (kan onvertaald blijven)
1,2 Rijc: Machtige
  so latet mi volbringen: dus laat mij het (de waarheid van het verhaal (1,3)) volledig bewijzen
1,5 wonderlijck: wonderbaarlijk
2,1 met liste: verstandig
2,2 bevaert: bedevaart
2,4-5 Hij wilde heel graag de barmhartige (Sint Jacob) aanbidden, zonder te dralen
3,2 Eens waerts huis: Een herberg
3,4 verteeren: uitgeven aan eten en drinken
3,5 En uitrusten
4,4 genoechte hantieren: van het goede leven genieten
5,1 die goede broeders: de pelgrimbroeders
5,2 quam ghestreken: kwam erbij
5,3 Prachtig uitgedost in dure kledij
5,4-5 Zij flirtte met de zoon (eig. Ten opzichte van de allerjongste pelgrim toonde zij zich wellustig)
6,1 bouden: op een vrijpostige manier
6,5 So swijcket: Dan bezwijkt

[pagina 84]
[p. 84]

7,1 van: over
7,2 met so soeten woorde: vriendelijk
8,3 eenen vergulden nap: een gouden drinkbeker
8,5 Stacken si: Stopte zij hem (de beker)
9,1 waenden gangen: dachten te vertrekken
9,2 dedese vangen: liet hen gevangennemen
10,3 voor mijnen vader staen: voor mijn vader instaan
11,1 De rechters gingen daarover in beraad
11,2 Ze hingen de zoon in de plaats van zijn vader op
11,4 dat spel: dit geval
12,1 Mer: (kan onvertaald blijven)
13,1 offerde ende quite sijn bevaert: offerde en volbracht zijn bedevaartsplicht
13,3 Daar kwam hij langs (het lichaam van) zijn zoon
13,5 schencke ick dy: heb ik in jouw plaats gedaan (eig. schenk ik jou)
14,2 Deze bedevaart is voor u zwaar geworden om te volbrengen
14,3 vro: opgewekt
15,1 so gheringhe: amper
15,3 Daar hingen drie kippen (aan het spit) boven het vuur
16,1 Sint Jacobs: naar (het graf) van Sint Jacob
17,1 grimmen: kwaad te worden
17,2 met uwen schimmen: met uw inbeeldingen
17,3 also: net zo
  al overluyt: zo algemeen bekend
18,1 dat woort uutsprack: uitgesproken was
18,4 op Sinte Dominicus huys: naar het Dominicaner klooster
18,5 die broeders: de monniken
19,4 met processie: in een kerkelijke processie
19,5 Onder dat gherechte: Naar de galg
20,3 voor hem: in zijn plaats
20,4 ghedolven: levend begraven
21,3 Veel pelgrims zeggen ook dat het de waarheid is

In de Middeleeuwen was het graf van de apostel Jacobus de Meerdere in Santiago de Compostela te Spanje een van de drie belangrijkste bedevaartsoorden (met Rome en Jeruzalem). Rond deze heilige ontstonden vele legenden en een daarvan wordt in dit lied verteld. In het spannende verhaal zijn motieven gebruikt uit verschillende bronnen. Het motief van de corrupte waard gaat terug op een verhaal uit de beroemde Legenda Aurea, de verzameling heiligenlegenden van Jacobus de Voragine (circa 1200). Daarin beschuldigt een waard uit Toulouse twee pelgrims van diefstal, omdat hij op

[pagina 85]
[p. 85]

hun geld uit is. De zoon wordt dan opgehangen, maar als de vader na de voltooiing van de bedevaart terugkeert, vindt hij hem, 36 dagen later, nog levend en wordt vervolgens de waard opgehangen. In dit lied zijn aan deze kern motieven toegevoegd die waarschijnlijk van Bijbelse oorsprong zijn: het motief van de beker uit het verhaal uit Genesis 44, waarin Jozef een kostbare beker in de zak van zijn broer Benjamin laat verstoppen, waarop een andere broer voor hem instaat. Uit een ander Jozefverhaal komt het motief van de boze verleidster: Potifars vrouw, die Jozef wilde verleiden, maar door hem werd afgewezen en vervolgens wraak nam door hem valselijk te beschuldigen (Genesis 39). Ook het kippenwonder is een latere toevoeging: het is een bekend motief uit volksverhalen. Dit mirakel zou gebeurd zijn te Sante Domingo de la Calzada, een stad gelegen aan de pelgrimsroute. Tot op de dag van vandaag kan men daar een hok met levende kippen vinden als herinnering aan dit wonder.

Er zijn allerlei Sint-Jacobsliederen overgeleverd in verschillende Europese talen. Zij schilderen een bont beeld van de pelgrimsweg en de wonderen die daar zijn gebeurd. Zij maken propaganda voor de tocht, maar waarschuwen ook voor de gevaren ervan. Dit lied is te karakteriseren als een berijmd exempel, een wonderverhaal (mogelijk door een geestelijke geschreven) dat de verering wil versterken. Het valt op dat de zanger met klem verzekert dat alles echt gebeurd is, zowel aan het begin (strofe 1) als aan het einde (strofe 21) van het lied. Is dit gedaan om het verhaal aantrekkelijker te maken of zouden de toehoorders aan het realiteitsgehalte getwijfeld hebben? In dat verband is ook de rol van de geestelijkheid opvallend: de pastoor en de kapelaan worden (door de Dominicanen? (vgl. heeren [19,1]) opgeroepen tot het houden van een processie ter gelegenheid van de mirakelen van de zoon die nog leeft en de kippen die van het spit afgevlogen zijn.

Opvallend is de vijandige houding ten opzichte van vrouwen die spreekt uit de kenschetsing van de dochter: zij is een pronkzuchtige verleidster die haar zinnelijkheid niet kan of wil beteugelen, en bovendien is zij kwaadaardig. De dichter laat haar de allerzwaarste straf als wel verdient ondergaan: zij wordt levend begraven, een straf die overigens alleen aan vrouwen werd opgelegd.

Er is een tweede versie van dit lied overgeleverd in het verzamelhandschrift van Anthonius Ghiselers. Helaas is het lied niet compleet, maar het gaat wel om een oudere bron (1517-1518). Het lied heeft extra strofen: de dochter verzint de list met de beker omdat zij niet wil dat de jongen de volgende morgen vertrekt. Vervolgens vertelt zij haar vader over de zogenaamde diefstal, waardoor diens beschuldiging (strofe 9) beter gemotiveerd wordt.

[pagina 86]
[p. 86]

Er is voor Dats wildi van der waerheyt horen singen? geen passende melodie gevonden. Er is tenminste één contrafact op gedicht, gezien de wijsaanduiding Van sint Jacobs Liedeken in Een nieuw Lieden Boeck van 1562. Er moeten in de zestiende eeuw trouwens nog een of meer andere Sint-Jacobsliederen zijn geweest, zoals blijkt uit wijsaanduidingen als Die nae sint Jacob wandelen wilt (in het genoemde Een nieuw Lieden Boeck, 1562) en Wie sint Jacops Broeder wil zijn (in Een Hantboecxken, 1565). De strofevormen laten zien dat men deze liederen zong op de melodie van een Duits Sint-Jacobslied, afgedrukt bij al 13.

Dat Sint-Jacobsliederen door pelgrims werden gezongen, vindt men bevestigd in een Brusselse klucht uit 1708 (Kluchtigh ende belachelyck verhael-dicht). Daarin geven bedelaars zich uit voor pelgrims uit Santiago de Compostela: ze noemen de namen van de plaatsen waar ze zouden zijn geweest en singhen aen ieder deur S. Jacobs liet.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 2, p. 906-915; Enklaar 1943, p. 185-197; Gessler 1950; Joldersma 1982, dl. 2, p. 40-46; D.-R. Moser 1984; Repertorium 2001, t0827.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken