Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

21 Die voghelkens in der wilder heyden

Danslied (?). Een jongeman en zijn liefje trekken zich niets aan van het verbod om elkaar te ontmoeten en gaan naar de molen om te rollebollen.

1 (De jongeman beklaagt zich)
1,1 in der wilder heyden: op het open veld
1,3 Ik ben door mijn lief (soeten lieve is hier ironisch)
1,4 Zo flink onder druk gezet
1,5 haer eyghen: haar toegewijd ben
1,6 slechte: onnozel
1,8 Hillenbillen: Rollebollen
1,9 hoerekint: (scheldwoord)
2 (De jonge vrouw beklaagt zich)
2,1-2 Ik kan me deze jonge kerels niet van het lijf houden
2,4 verwoeden: buiten zichzelf van drift raken
2,5 dat niet gemaken en can: dat niet meer voor elkaar kan krijgen
3,2 Och, hoe goed kan hij daarmee malen!
3,4 leyt: ligt
3,5 die gaet of: die vertrekt

[pagina 87]
[p. 87]

3,6 in zijn rechten: op zijn juiste plaats
4,2 aen die steene: tot aan de molenstenen
4,3 op dat cuypenboort: op de rand van de kuip (dat is in graanmolens een houten of metalen mantel om het loopwerk, die ervoor zorgt dat het graan en het meel niet tussen de molenstenen uitvallen)
4,5 op den sack: op de meelzak
4,6 op die lechte: op de licht (een toestel om de molenstenen wat op te lichten)

Dit lied opent onschuldig met een Natureingang, waarin het zingen van de vogeltjes een contrast vormt met de behandeling die de ikfiguur krijgt van zijn lief: hij mag van haar niet meer naar de molen gaan om te dollen met zijn maatjes. Het woord molen is hier een sleutelwoord, omdat een molenaar in middeleeuwse verhalen en liederen vaak een erotische schuinsmarcheerder is. In dit lied staat de molen centraal als de plek waar gevreeën en lol gemaakt wordt. In de tweede strofe is een jonge vrouw aan het woord: ook zij bezoekt graag de molen, maar dat wordt haar nu verboden door dat oude wijf (2,3), waarmee zij waarschijnlijk op haar moeder doelt. Volgens de jonge vrouw is die echter alleen maar jaloers omdat voor haar de tijd van het hillenbillen voorbij is!

De derde strofe beschrijft met een molenmetafoor de geslachtsgemeenschap, waarbij de molen het mannelijk lid verbeeldt. De vierde strofe begint met de bekende formule Hi nam dat meysken bi der hant, die vaak gebruikt wordt om een beschrijving van de bijslaap in te leiden. Zo ook in dit lied: blijkens deze laatste strofe hebben de geliefden toch weer kans gezien om elkaar in de molen te ontmoeten om daar te stampen.

Het lied is mogelijk een dansliedje geweest. Dat is vooral af te leiden uit het refrein: met het herhalen van stamp is wellicht een (stampende of stotende) beweging gemaakt.

De eerste twee regels van strofe 2 zijn problematisch: in de druk zijn ze tot één regel samengevoegd, maar het rijmschema en het aantal lettergrepen van de overeenkomende regels in de andere strofen suggereren dat het lied ook hier twee korte regels had.

 

Die voghelkens in der wilder heyden is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek. Van de melodie ontbreekt elk spoor.

Literatuur: Kalff 1884, p. 309 en 537-538; Komrij 1994, p. 785-787; Herchert 1996, p. 137-138; Repertorium 2001, t1168.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken