Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

23 Die mi te drincken gave

Ballade. De vrouwe van Luxemburg laat haar echtgenoot vermoorden door haar minnaar, maar deze verbreekt vervolgens de relatie met haar.

titel Lutsenborch: Luxemburg
1,1 Voor wie me te drinken geeft
1,2 Zing ik een nieuw lied
1,4 lantsheere: heer
2,2 in Gulcker landt: in het land Gulik (Jülich)
2,3 boele: geliefde
2,4 soude: moest
4,2 hooge huys: burcht
4,4 Uitziend over de borstwering
6,2 verraen: te gronde richten
9,1 bi der jachten: op de plaats waar de jacht gehouden werd
11,3-4 (De heer begrijpt direct dat zijn vrouw de aanstichtster van het kwaad is)
13,2 slaen: doden
13,4 Bij hem aan tafel te eten gekregen (dit impliceert dat de schildknaap in de gunst van de heer van Lutsenborch stond)
15,1 tooch: trok
  scheyden: wapenschede
18,3 Uw opdracht is uitgevoerd
19,2 mijnen sin: mijn wens
19,3 teyken: bewijs
21,2 cranselijn: snoertje

[pagina 90]
[p. 90]

22,3 U zou me ook verraderlijk kunnen laten doden
23,2 siden snoerken fijn: (waarschijnlijk gaat het hier om een geschenk dat hij eerder van haar gekregen heeft. Door het terug te geven, maakt hij duidelijk dat hij op geen enkele wijze meer verbonden wil zijn met haar)
23,4 Dit zal uw ondergang zijn

Van vrou van Lutsenborch is oorspronkelijk uit het Duitse taalgebied afkomstig en in die contreien kende het lied een wijde verbreiding. Toch is de versie uit het Antwerps Liedboek de oudste die is overgeleverd. Het lied bevat slechts schijnbaar concrete plaatsbepalingen: Lutsenborch en Gulcker landt kunnen verwijzen naar bestaande gebieden, maar betekenen hier veeleer: een burcht en een land ver weg.

De vrouwelijke hoofdpersoon wordt negatief getekend: zij is de aanstichtster van de laaghartige moord. Dat de vrouwe zo boosaardig is, ziet haar minnaar echter pas in als het kwaad geschied is: pas wanneer hij bij haar terugkeert, noemt hij haar valsce vrouwe (20,3 en 23,3) en wil hij het parelsnoer dat zij hem aanbiedt als teken van hun verbintenis, niet aannemen. De inhoud van de laatste strofe is niet duidelijk. Het water claer (24,2) is wel geïnterpreteerd als het vocht van haar tranen. Ook de bedoeling van 24,4 is niet helder, misschien maakt deze regel vooral het rijm vol.

Het lied draagt sporen van een mondelinge overlevering, zoals het losse rijm (in de vierregelige strofen rijmen alleen de tweede en vierde regel); opvallend zijn ook de vele vormen van herhaling: zie de strofe waarin het zadelen van het paard wordt aangeduid (3, 8, 16), de herhaalde begroetingsformule (5,1-2; 10,1-2; 18,1-2), voorbeelden van uitbreidende herhaling, waarin een mededeling herhaald wordt in de vorm van een vraag voordat de handeling zich verder ontwikkelt (onder meer 10,3-4 en 11,1-2), en andere soorten van herhaling (4,1-4 en 17,1-4; 6,3-4 en 7,1-4; 7,2 en 9,2; 7,4 en 9,4; 15,1-2 en 20,1-2).

 

Die mi te drincken gave heeft in de Nederlanden een zekere bekendheid genoten: het lied komt ook in enkele andere liedboeken voor en is een aantal keren als wijsaanduiding genoemd, tot in de zeventiende eeuw toe. De melodie komt alleen voor bij Souterliedeken 137.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 203-206; Deutsche Volkslieder 1935, dl. 1, p. 301-314; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 13 en 140-142; Komrij 1994, p. 507-512; Repertorium 2001, t1342, m1057.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken