Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 114]
[p. 114]

38 Een goet nyeu liet heb ick gedicht

Afscheidslied van een verlaten minnaar.

1,2 also droeven: zo'n droeve
1,3 gesticht: gebracht
1,4 looser minne: trouweloze liefde
1,5 afgaen: loslaten
1,9 staetse in: beheerst ze
2,3 Al heb ik van tijd tot tijd ongeluk
2,5 Rijc: Machtige
  mocht: mocht het
2,6 keeren: terugkeren
2,8 Dan zou ik alle droefheid overwinnen
2,9 vruecht vermeeren: blijheid rondstrooien
3,1 Met iemand die mij het liefste was
3,2 vermeyden: vermaak zoeken in de natuur
3,3 Ik kan nooit meer bij u zijn
3,5 Door haar blijft mijn hart gewond
4,1 in mijn vermaen: in mijn gedachten
4,2 En dat geheel uit edele motieven
4,6 begheven: verlaten
4,7 greyn: uitverkorene
4,8 Kon ik dit jaar nog kiezen om met zijn tweeën te zijn in plaats van alleen
5,1 Oorlof: Vaarwel
5,2 wil: zal
5,5 sinnekens: verlangen
5,6 ist al verloren?: is er dan helemaal geen kans meer?
5,8 Het lijkt me toch dat mijn vriendschap u zal vermurwen
6,1 (De zanger is aan het woord, voorgesteld als een andere persoon dan de ikfiguur uit de strofen 1-5).
6,2 ruyters gheselle: vrolijke kroegmaat
6,3 Hij is hen allen dankbaar
6,4 duecht... vertellen: goedgezind praten over
  boel: liefje
6,5 op die banck: in de kroeg
6,6 Te: Met
6,7 Al is zijn beurs vaak leeg
6,9 Het zou zijn hart tot troost zijn

[pagina 115]
[p. 115]

De ikfiguur heeft een lied gedicht over zijn ontrouwe geliefde. Hij prijst haar (2,1-2 en 4,7), maar meer nog beklaagt hij zich over zijn lot, en hij doet dit in traditionele beelden en formuleringen. Bekend is de voorstelling van de liefde als een ziekte: het hart is doorwond en alleen de geliefde kan verlichting brengen (troost 2,7; 4,3, vgl. ook medecijne 6,9), het liefst met een kus (3,7-9). Het lied loopt uit op een afscheidsgroet met een gebed tot Maria. In de zogenoemde zangerstrofe, waarmee het lied besluit, wordt de eerste zanger (dat is de maker) van dit lied voorgesteld als ruyter die zijn tijd doorbrengt met drank en vrouwen. De klagende minnaar uit de strofen 1-5 en de zanger uit strofe 6, mogen niet zonder meer met elkaar gelijkgesteld worden. Toch lijkt het lot van de zanger, die zegt dat hij gelukkig zou zijn als hij bij zijn liefje was (6,8-9), op dat van de verlaten minnaar uit de rest van het lied. Deze inkleding, waarbij de indruk wordt gewekt dat de inhoud van de (liefdes)klacht het persoonlijke lot van de zanger of dichter weergeeft, zien we in verschillende liederen in het Antwerps Liedboek (zie bijvoorbeeld al 48 en 52).

 

Een goet nyeu liet heb ick gedicht heeft een zekere populariteit genoten blijkens tenminste zeven contrafacten, waaronder een Souterliedeken, een schriftuurlijk liedje uit de Veelderhande liedekens met initiële ontlening en liederen van de Brugse rederijker Eduard de Dene, Fruytiers, Coornhert (eveneens met initiële ontlening), een zestal rederijkers uit Geeraardsbergen en de katholieke Nicolaas Janssens van Roosendael (1605). Vermoedelijk is ook al 169 een contrafact. Er moet verder ooit een meerstemmige zetting van het lied zijn gemaakt, die echter verloren is gegaan. De melodie vindt men in de Souterliedekens (psalm 17, hier gebruikt) en bij Fruytiers.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 415-417; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 29 en 154-155; Houtsma 1981; Repertorium 2001, t1569, m0183.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken