Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

41 Een lodderlijc vrouken seer amoreus

Verhalend lied. Een ruyter heeft met een verleidelijke vrouw een nacht lang plezier, maar als hij geen cent meer over heeft, verlaat zij hem.

1,1 lodderlijc: aantrekkelijk

[pagina 119]
[p. 119]

  amoreus: tot liefde gezind
1,2 huebsch ende fijn: mooi en aantrekkelijk
1,3 seer coragieus: die er veel zin in had
1,4 te biere ende in den wijn: naar de kroegen
1,5 jolijt: plezier
1,6 ruyter: kerel
2,1 vast: vasthoudend
2,2 Ze kunnen zich niet van elkaar losmaken
2,3 hise: hij haar
2,4 Dat verveelt het vrouwtje helemaal niet!
2,5 spronghen: dansten
3,2 soet: lieflijk
3,3 En gingen baden in Venus' bron
3,4 toebehoort: past bij
3,5 en wert daer niet benijt: vonden ze niet ergerlijk
4,1 schoon: reeds
4,2 op: tegen
  loech: lachte
5,1 docht eenen loosen toer: verzon een gemene streek
5,2 verschoyt: verkwist
5,3 Zij was onbetrouwbaarder dan een lichtekooi!
5,4 Alles was opgegaan met eten en drinken
6 (De berooide kerel is aan het woord)
6,1 verwaet: ellende
6,2 Mer: (kan onvertaald blijven)
  dus: op deze manier
6,3 verworpen: verdreven

Dit amoreus liedeken beschrijft smakelijk hoe een man en een vrouw de nacht doorbrengen met eten, drinken, dansen en vrijen. De derde strofe geeft een komische opeenstapeling van omschrijvingen voor de geslachtsgemeenschap: samen slapen, een lieflijk akkoord spelen, een bad nemen in Venus' bron, het spel van vrouwe Venus spelen en (in de vierde strofe) samen Venus' ploeg trekken. Toch heeft het lied uiteindelijk een serieuze intentie: deze man die letterlijk en figuurlijk wordt uitgekleed, dient als waarschuwing voor andere mannen, want deze kerel is zeker niet de enige die op deze manier zijn geld is kwijtgeraakt (5,6)! De sukkel zelf begrijpt echter niet wat hem is overkomen: in de laatste strofe spreekt hij de sloerie in sierlijke bewoordingen toe. Zulke sukkels komen vaker voor in de literatuur van de zestiende eeuw: bijvoorbeeld in al 78 waar eveneens een vrolijk samenzijn eindigt zodra het geld op is.

[pagina 120]
[p. 120]

Aan de vorm is veel aandacht besteed. Het is om verschillende redenen waarschijnlijk dat de tekst door een rederijker gemaakt is. De vijfde regel van elke strofe bevat binnenrijm (met uitzondering van strofe 3) en heeft variaties in de formulering; de zesde regel is de stok (met een variant in de vijfde strofe, waardoor het geheel expliciet een waarschuwing aan andere mannen wordt); de laatste strofe bevat (met Princersse lief) een variant op de gebruikelijke opdracht aan de prince, de voorzitter van de rederijkerskamer. Een bijna gelijkluidende stok komt bovendien tweemaal voor in de verzameling rederijkersrefreinen van de Utrechtse geestelijke Jan van Stijevoort (1524; aldaar: Al lachende word ick myns gheldekens quijte).

 

De tekst van Een lodderlijc vrouken seer amoreus is echter alleen bekend uit het Antwerps Liedboek. Van de melodie ontbreekt elk spoor.

Literatuur: Lyna en Van Eeghem 1929-1930, dl. 2, p. 115-117 en 200-201; Coigneau 1980-1983, dl. 2, p. 262-263 en 363; Houtsma 1981; Herchert 1996, p. 136-137; Repertorium 2001, t1646.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken