Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

62 Het was een meysken vroech opghestaen

Kluchtlied. Een molenaarsknecht weet handig bij een meisje in bed te belanden. Haar eigenlijke geliefde beëindigt dan de relatie.

2,1 Met dien: Toen
4,1 vingherlinck: ring

[pagina 161]
[p. 161]

6,1 verhoorde: hoorde
6,2 al op zijn recht: goed in zich op (?)
6,3 Met die woorden zal ik mijn voordeel doen
7,1 tooch: trok
7,2 lijselijck: zachtjes
  rinck: deurklopper
7,3 Om binnengelaten te worden
8,3 voor: aan
10,3 Maak dat je wegkomt
12,2 si tooch haer hayr: zij trok zich aan de haren (als teken van verdriet)
16,1 doch voor u siet: kijk toch goed uit
16,3 haest: spoedig

Dit lichtvoetige lied vertelt met smaak hoe een molenaarsknecht een meisje misleidt. Het is niet toevallig dat de bedrieger een molenaar(sknecht) is: ook elders komt de molenaar voor als een man van vele avontuurtjes (zie bijvoorbeeld al 15,21 en 178). De afsluitende moraal hoeft niet serieus opgevat te worden: meisjes worden niet gewaarschuwd om ervoor te waken dat zij verleid worden, maar slechts om niet te luisteren naar jonge molenaars.

 

Het lied heeft de stijlkenmerken die niet ongewoon zijn in mondeling overgeleverde liederen, bijvoorbeeld de herhaling van regels (3,3 en 4,3; 7,2 en 9,1; 11,3 en 15,3) en de losse rijmvorm (schema aab): naast eindrijm komt ook vol rijm voor (strofe 2: lief: lief, strofe 4: hant: hant) en er zijn ook onzuivere rijmen (onder meer strofe 7 blanck: rinck). Volgens het opschrift gaat het om een nyeu liedeken en daar hoeven we niet aan te twijfelen: de tekst bevat geen sporen van een langdurige mondelinge overlevering, zoals ontbrekende strofen of moeilijk begrijpelijke wendingen. Des te opmerkelijker is het dat dit lied nog tot in de twintigste eeuw gezongen werd in Nederland en Duitsland, en voornamelijk mondeling is overgeleverd. Een versie die de bekende veldwerker Ate Doornbosch in Groningen in 1968 op magneetband opnam, vertoont bijvoorbeeld talrijke hiaten in de verhaallijn, die we als typerend beschouwen voor de ballade. Zo wordt de eerste strofe weggelaten, zodat het lied meteen begint met de aanspraak van de jongeman:

 
Daar onder de groen dalen daar heb ik u zo lief
 
Daar onder de groen dalen, daar heb ik u zo lief
 
En mocht ik er een nachtje bij u slapen.

Met andere woorden: met al 62 lijken we een spiksplinternieuw verhalend lied voor ons te hebben, weliswaar gedicht in de traditionele balladestijl,

[pagina 162]
[p. 162]

maar nog niet getekend door de mondelinge overlevering. Het lied werd nadien slechts sporadisch herdrukt of als wijsaanduiding aangehaald, maar kennelijk wel in een onafgebroken traditie gezongen.

Een verklaring voor de late toepassing van de oude dichttrant levert wellicht de contrafactuur. De melodie is ongetwijfeld die van het in 1544 minstens een halve eeuw oude lied van Claes molenaer (al 15). Dat wordt gesuggereerd door de zeldzame strofevorm die ze gemeenschappelijk hebben, tezamen met de thematiek van de amoureuze, bedrieglijke molenaar. Kennelijk heeft het oude lied met zijn beknopte, archaïsche melodie een latere dichter tot een lied in vergelijkbare stijl geïnspireerd. Voor de melodie zie verder al 15.

Literatuur: Kalff 1884, p. 308-309 en 410-414; Herchert 1996, p. 74-75; Winkelman 1998, p. 176-177; Garthoff-Zwaan 1986; Doornbosch 1987-1991, dl. 3, p. 106-115; Grijp 2000, p. 356-363; Repertorium 2001, t2908, m0466.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken