Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 167]
[p. 167]

65 Het was op eenen dijsendach

Historielied. Filips de Goede valt in 1437 Brugge onverhoeds aan, ondanks tegenwerpingen van de heer van Lelidam. Deze trekt met tegenzin ten strijde, sneuvelt en wordt te Brugge begraven.

titel here van Lelidam: (Jean de Villiers, heer van l'Isle Adam (ten noorden van Parijs gelegen aan de Oise))
1,1 dijsendach: dinsdag
1,2 in de sinxendaghen: in de pinkstertijd
1,3 grave Philips: (Filips de Goede, hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen)
1,4 Op: Naar
  varen: trekken
2,1 Hij had het echter niet echt op Holland gemunt
2,3-4 (Filips de Goede is aan het woord)
3,2 vesten: vesting
3,3 trocken besiden af: trokken weg
3,4 op: tegen
4,1 Sinte-Andries: Sint-Andries (plaats ten zuidwesten van Brugge)
4,4 stout ende coene: dapper en moedig
5,1 ontwonden: ontrolden
5,2 Sinte-Magdaleene: (leprozerie ten zuiden van Brugge, net buiten de stadswallen gelegen)
5,3 Laat elke man voor vier vechten!
5,4 Dìt is het Holland dat ik bedoel!
6,1 Doen: Toen
6,2 Heer, wat bent u van plan?
6,3 Er lopen zo veel jonge edellieden
7,2 bloode: laf
7,3 driewerven wont: tot driemaal toe veroverde
7,4 Deed u dat niet met zoveel tegenzin!
8,2 in vroomen strije: in een eerzaam gevecht
8,4 Overwinnen door verraad
9,2 Kwam hun een processie tegemoet
9,3 spranc in vier quartieren: viel in vier stukken uiteen
10 (De heer van Lelidam is aan het woord)
10,2 Ga niet tegen Gods wil in! (eig. Houd God toch voor ogen)
10,3 paelgieren: plunderen
10,4 Dat zal God niet toestaan

[pagina 168]
[p. 168]

12,2 Verkeerde ik niet in gevaar
13,4 versleghen: gedood
14,2 Hij vertrouwde zich toe aan God
14,4 in grooten noode: in groot gevaar
15,1 Vrydaechsmerct: Vrijdagmarkt (marktplein in het zuidelijk deel van Brugge)
15,2 Kregen ze er flink van langs
15,3 Pijckaerts: Picardiërs
  haer: hun
15,4 En schoten er flink op los
16,1 brochten haer bussen voort: haalden hun donderbussen tevoorschijn
16,4 hem: hen (de troepen van Filips)
17,3 Zij konden het ontvluchten noch ontlopen
17,4 haer: hun
18,1 Ransoen: Losgeld
18,2 lijf: leven
18,3 Ik zal me in een weegschaal laten wegen
18,4 En mijn gewicht in zuiver goud betalen
19,1 roode gout: (de gewone benaming voor wat thans geel goud genoemd wordt)
19,2 Zal u hier in het geheel niet baten
19,3 stout: moedig
19,4 sulter: zult
20,2 Verslegen: Dood
20,3 Nooit verkeerde hij in groter gevaar
20,4 bate: zaligheid
21,1 In de kerk van Sint-Donaas
21,4 laven: troosten

Na een conflict tussen Brugge en de stad Sluis volgde in 1437 de Brugse opstand, die de opmaat vormde tot de gebeurtenissen op 22 mei 1437 die in dit lied worden beschreven. Tijdens de opstand werd Isabella van Portugal, de vrouw van hertog Filips van Bourgondië, smadelijk behandeld. Filips was hierover zeer ontstemd, maar ging tenslotte akkoord met bemiddeling en zegde toe Brugge te zullen bezoeken om de stedelijke privileges (waaronder de zeggenschap van Brugge over Sluis) te bevestigen, mits de Bruggelingen verontschuldigingen zouden aanbieden. Filips wenste niet speciaal naar Brugge te komen, maar bezocht de stad op doorreis naar Holland. Vooraf had hij toegezegd zijn beruchte Picardische boogschutters niet mee te nemen, maar hij hield die belofte niet. Toen Filips bij Brugge aankwam, werd hij door de stadsbestuurders buiten de stad ontvangen. De hertog hield hen

[pagina 169]
[p. 169]

aan de praat tot hij na enkele uren het bericht ontving dat twee van zijn mannen erin waren geslaagd de stad binnen te dringen en de poorten te openen. Vervolgens trok Filips de stad binnen, vergezeld van de boogschutters. De geschrokken Bruggelingen sloten meteen de poorten waardoor maar een klein gedeelte van Filips' manschappen binnen geraakte. Toen begonnen de Picardiërs op iedereen te schieten en ontstond er een algemeen gevecht. Verschillende aanhangers van de hertog sneuvelden, waaronder Jean de Villiers. De hertog zelf wist ternauwernood te ontsnappen. Brugge werd voor deze gebeurtenis zwaar gestraft: de hertog sloot de toevoer van levensmiddelen voor lange tijd af en velen stierven door honger en ziekten. Pas aan het eind van 1438, nadat Brugge diep door het stof was gegaan, herkreeg de stad haar vrijheid. Op bevel van de hertog was Jean de Villiers toen al eervol herbegraven in de Sint-Donaaskerk, alwaar hij jaarlijks op 22 mei werd herdacht.

In het lied staat vooral een menselijk meningsverschil tussen hertog Filips en de heer van Lelidam centraal, waarvan niet bewezen is of het werkelijk heeft plaatsgevonden. Het lied kiest partij voor de heer van Lelidam en tegen Filips: er wordt een positief beeld van de heer van Lelidam gegeven door allerlei details, die mogelijk ontsproten zijn aan de verbeelding van de dichter of die wellicht ontleend zijn aan verhalen die over de gebeurtenissen de ronde deden. Vooral de discussie tussen Filips en Jean de Villiers over de juistheid van de aanval (strofe 6-12), diens laatste maaltijd (strofe 13-14), en zijn poging om door de betaling van een losprijs aan de dood te ontkomen (strofe 18-19) worden alleen in dit lied genoemd. Het positieve beeld dat zo van Jean de Villiers wordt gegeven, kan zijn ontstaan doordat de Bruggelingen hem, als slachtoffer van de verschrikkingen op 22 mei 1437, als een van hen waren gaan beschouwen, wat versterkt zal zijn door de aanwezigheid van zijn graf in Brugge.

 

Dat het liedje nog lang bekendheid genoot, blijkt uit de opmerking van de geschiedschrijver Emanuel van Meteren, die in 1614 het volgende over Jean de Villiers schrijft: ‘De voorsz. massacreurs van Parijs onder den Heere van Lilleadam werden tot Parijs met pestilentie gheslaghen; eer drie maenden datter wel taghentig duysent menschen storven, edele ende onedele. De Heere van Lilleadam wert selve naemaels tot Brugge verslaghen, daermen noch in Vlaenderen een liedeken van singt’.

Toch is Het was op eenen dijsendach alleen bekend uit het Antwerps Liedboek. Gezien de aanhef en de strofevorm werd het lied wellicht op dezelfde melodie gezongen als Het gheviel op eenen donderdach (al 70). Over de problemen bij het identificeren van deze melodie zie de commentaar aldaar.

[pagina 170]
[p. 170]
Literatuur: Van de Graft 1904, p. 78-84; Vellekoop 1985; Dumoulyn 1997; De Jonghe 1986; Repertorium 2001, t2912.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken