Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

75 Het daget in den oosten

Dageraadslied. Een slapende vrouw wordt aangesproken door een jongeling die haar bemint. Zij gaat op zijn aanzoek in. Aan hun samenzijn komt een einde door de dageraad die wordt aangekondigd door de wachter.

1,2 Het begint overal licht te worden
1,3 verholen: onopgemerkt
  vrien: vrijen
2,2 In goede trouw
2,4 schiet: overkomt
  leyt: kwaad
3,2 op: in
  en sliep: te slapen
3,3 versaget: bevreesd
3,4 Dat ze niet tot rust kon komen
4 (De jongeman is aan het woord)
4,4 Ik bemin u met heel mijn hart
5 (De vrouw antwoordt)
5,1 Sidy: Ben jij
5,2 Och, als ik daar toch zeker van kon zijn
5,3 dwingen: bedwingen
6,1 namse: nam haar
6,2 Hij legde haar in één beweging in het gras
7 (De minnaar is aan het woord)
7,2 Wij moeten scheiden
7,4 Ik zie het schijnsel van de dag
8 (De vrouw is aan het woord)
8,3 morghensterre: (conventionele aanduiding van de geliefde; eig. de planeet Venus (die in de vroege ochtend helder schijnt))
9,2 ruyter: kerel
9,3 hevet: heeft het
  lichte: opgewekt
9,4 in den wijn: in de kroeg

De drukker Jan Roulans geeft dit lied als opschrift Een nieu liedeken mee. Het genre van de dageraadsliederen, waartoe het lied behoort, is weliswaar oud, maar het lied biedt een curieuze mengeling van traditionele en nieuwe elementen. Opmerkelijk is bijvoorbeeld de expliciete raadgeving in strofe 1-2: wie in het geheim wil vrijen, moet zorgen kort te slapen en bovendien de

[pagina 194]
[p. 194]

wachter te vriend te houden. In de meeste dageraadsliederen blijft deze boodschap impliciet en zo'n uitgekookt advies wordt elders zeker niet gegeven! Daarbij is het overigens niet goed uit te maken wie er spreekt: is het de wachter zelf, de jongeman die zijn beminde wil wekken, of de (externe) verteller? Ook de aanhef valt op: die is bekend van andere, waarschijnlijk oudere, meer verhalende liederen (zie al 73), maar schijnt hier bewust gekozen te zijn om een bepaalde, tedere sfeer op te roepen, waardoor het afwijkende vervolg des te meer opvalt. De vrouw en de jongeling lijken elkaar niet te kennen (strofe 4 en 5), maar toch gaat zij op zijn avances in. De vrijage vindt dan buiten plaats (strofe 6) en niet in een kasteel of een camerkijn. De wachter blaast zijn hoorn, in plaats van een lied te zingen als aankondiging van de dag. De afsluitende dichterstrofe beschrijft de omgeving waarin het lied gezongen is, en ook die is verre van hoofs: een ruyter fijn zingt het voor zijn makkers in een kroeg in Kampen. Men moet die plaatsbepaling ook met een korreltje zout nemen, want er zijn verschillende versies van het lied bekend uit het Nederrijnse, Duitse en Nederduitse taalgebied, die verschillende steden in de laatste strofe noemen.

 

De melodie is ongetwijfeld die welke in de Souterliedekens en het Devoot ende profitelijck boecxken voor contrafacten op Het daghet in den oosten wordt gegeven (zie al 73). Hier is de versie uit het Boecxken gebruikt (nr. 165), mede omdat de geestelijke tekst een contrafact is van al 75 en niet van het bekendere al 73:

 
Het daget inden oosten
 
Die sonne scijnt over al
 
Wie heer Jesum wil minnen
 
Hi en slape nu niet so langhe.

Opmerkelijk is dat in het Boecxken de melodie geheel zonder mollen is genoteerd, wat een archaïsch klinkend mixolydisch tot gevolg heeft. Dat het geen nalatigheid van de notator betreft, wordt beargumenteerd bij al 73. De polyfonisten uit de zestiende eeuw zouden het glasharde mixolydisch ongetwijfeld met een mol hebben verzacht, zoals dat bij Souterliedeken 4 is gedaan. Wij laten de keuze aan de zanger. Bij de ritmisering hebben we naar het Souterliedeken gekeken.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 129-130 en dl. 3, p. 2320-2324; Forster 1965, p. 479-480 en 499-500; Houtsma 1979; Joldersma 1982, dl. 2, p. 143-145; Repertorium 2001, t2763, m0297.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken