Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

78 Het quam een man van schelde

Verhalend lied. Robijn gaat naar de hoeren en laat zich dronken voeren. Dan wordt hem al zijn geld afhandig gemaakt en wordt hij de deur uitgegooid.

[pagina 200]
[p. 200]

1,2 Robijn: (een gebruikelijke naam voor een armoedzaaier)
1,3 tessce met gelde: geldbuidel
1,4 fijn: mooi
1,5 Coemt an dan: Kom toch hier
1,6 in tgespan: in het gezelschap
2,3 licht van aerde: met hun losbandig karakter
2,4 wel ontfaen: goed ontvangen
2,5 Hi, di, ghi!: (de betekenis van deze woorden is niet helemaal duidelijk. Mogelijk wijzen de vrouwtjes een aantal mannen aan met wie ze plezier willen maken (‘hij, die, gij’), maar de woorden kunnen ook gezien worden als een betekenisloze uitroep aan het begin van de dans)
3,1 alderleepste dille: meest gewiekste del
3,3 Geef toe aan je begeerte!
3,4 boel: vrijer
3,5 Heyr deyr, beyr: (de betekenis van deze woorden is niet duidelijk: misschien is het een uitroep zonder betekenis, misschien wordt Robijn aangesproken als: ‘Dierbare heer, beer’)
3,6 Nu gaan we het spel spelen van ‘voor-wat-hoort-wat’ (met andere woorden: we gaan elkaar met gelijke munt betalen, misschien om de beurt een rondje geven?)
4,1 leepe gheesen: gewiekste hoeren
4,2 Schelu: Scheel
4,4 vaechden haren muyl: veegden hun smoel af
4,6 hem mat: hun inschonk
5,1 Zij maakten daar veel pret
5,2 ontsliep: in slaap viel
5,3 Voor vier drankjes rekende men de prijs van tien
5,4 ter borssen diep: diep de beurs in
5,5 Stelt gelt ende telt!: Pak je geld en begin maar vast te tellen!
5,6 gaet int velt: donder op
6,2 bloet: vent
6,3 Er mag geen penninkje ontbreken
6,5 Al stribbel je nog fel en flink tegen
6,6 sult: moet het
7,1 Men verdubbelde daar de rekening
7,2 Dat wist Robijn zeker
7,5 creet: schreeuwde
  smeet: sloeg
8,1 Men berekende hem daar twee pond (een enorm bedrag, waarvoor een arbeider enkele weken moest werken)
8,2 confuys: in de war

[pagina 201]
[p. 201]

8,3 ontbonden: geopend
8,4 Toen hield hij geen enkel muntje over
8,5 Ruyt guyt, druyt!: Stomme schurk, dwaas!
8,6 Maak dat je wegkomt!
9,1 Toen ging hij op weg naar huis
9,2 Compleet uitgeschud, dat was duidelijk
9,3 craude: krabde
  ocharmen: helaas
9,4 Veel berouw dwong hem daartoe
9,5 Ongeleerde, prins, neem in ogenschouw wie deze raad gaf
9,6 Laat u niet in met zulke vrouwen!

Coemt aen sulcke vrouwe niet! luidt de les waarmee het verhaal over de onnozele Robijn wordt afgesloten. Het lied heeft dezelfde thematiek als al 41, waarin een ruyter zijn geld verliest met eten, drinken en vrijen. Daarbij vergeleken handelt al 78 veel nadrukkelijker over het slempen en nauwelijks over seks (wel impliciet in strofe 5,1), en is de tekening van de vroukens nog veel negatiever (strofe 4, men vergelijke al 171 waarin net zo'n stereotiepe beschrijving van lichtzinnige vrouwen voorkomt, maar daar weer veel uitgebreider).

Het lied is geschreven door een rederijker: daarop wijzen het aanspreken van de prince in 9,5 en het slagrijm in de vijfde regel van elke strofe (bijvoorbeeld in de laatste strofe: siet, wiet riet (9,5)).

 

Het lied is vrij onbekend gebleven. Het is voor zover bekend eenmaal herdrukt, in de Amoreuse Liedekens (na 1613), en eenmaal als wijsaanduiding voorgeschreven, voor een schriftuurlijk lied met dezelfde strofevorm (Christus is verresen / Ghedoyt heeft hy de doot, 1552). De melodie is onbekend.

Literatuur: Muller 1910; Hellinga 1941, p. 62-63 en 197; Kruijssen 1994, nr. 5911; Repertorium 2001, t2844.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken