Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 229]
[p. 229]

92 Ick sie die morghensterre breyt

Ballade. Een minnaar verlaat haastig het bed van zijn geliefde, ontmoet dan echter haar echtgenoot, duelleert met hem en vindt de dood. De echtgenoot confronteert zijn vrouw met het gebeurde.

1 (De wachter is aan het woord)
1,1 morghensterre: de planeet Venus (als voorbode van de dag)
  breyt: krachtig
1,2 welghemeyt: opgewekt
1,3 Zij verlicht ons tot aan de hemel (het is dus al helemaal licht geworden)
1,4 Al wie een trouw liefje heeft
1,5 van dane: daar vandaan
2,1 hoe: waarom
  versaecht: bang
2,2 Doen: Terwijl
  uus boels: van uw liefje
2,3-5 (De vrouw is hier aan het woord)
2,3 Rijck: Machtige
3,1 nauwen: scherpzinnige
3,3 hoet: (mogelijk zet hij een hoofddeksel op dat vrouwen gewoonlijk dragen als zij de was gaan doen (zie strofe 4))
3,4 (Waarschijnlijk is hier de verteller aan het woord (zie ook 10,4))
3,5 vrien moet: gerust hart
4,1 harnas: uitrusting (Hij is nu als vrouw vermomd. Waarschijnlijk is met harnas de uitrusting bedoeld die een wasvrouw gebruikt als zij aan het werk gaat)
4,2 doet op: doe open
4,4 beschelt mi seere: scheldt me erg uit
4,5 haen: heb
5,2 grauw ors: grijs paard
6,5 Waar gaat de reis naar toe?
7,4 Wat heeft dit te betekenen
8,2 gan: gunde
8,4 frisschen morghen: gezond ontwaken
10,1 Zij hielden daar beiden op met praten
10,5 Hij was er nooit slechter aan toe
11,3 dore: deur
12,1 haest: meteen

[pagina 230]
[p. 230]

12,3 schoot: schoof
13,3 Berechtes mi: Vertel het me
13,4 Vertoevet: Wacht
15,5 wil erven: in de hemel op wil nemen
16,3 weder: eveneens
16,4 schade: verlies
17,2 van Lueven: uit Leuven
17,3 in Venus' scholen: in de leerschool van Venus

In de eerste strofe wekt de wachter de geliefden, maar het is al zo laat dat de minnaar, die de raadselachtige naam het Vriesken (het Friesje) draagt, niet meer heimelijk kan weggaan. De vrouw verzint een list: zij laat hem haar kleren aantrekken en zo vertrekt hij via de poort (strofe 1-5). Dan komt hij echter de echtgenoot tegen, en begrijpt hij dat hij door de mand gevallen is. In het tweegevecht dat daarop volgt, doodt de echtgenoot zijn rivaal. Thuisgekomen kondigt hij zichzelf aan als het Vriesken. Zijn vrouw doet verwachtingsvol open, slechts gekleed in een sneeuwwit hemdje, en levert zo onbedoeld het bewijs van haar ontrouw. Hij vraagt haar waar haar kleren zijn, en als zij uitstel probeert te krijgen (in de verwachting dat het Vriesken haar het geleende die nacht weer terug zal brengen), laat hij haar haar eigen kleding zien, waarmee hij niet alleen bewijst dat hij het Vriesken gedood heeft, maar ook laat blijken dat hij op de hoogte is van haar overspel. De vrouw geeft uiting aan haar verdriet over de dood van het Vriesken.

De stijl van het lied, met de vele herhalingen is typerend voor de mondeling overgeleverde verhalende liederen (men vergelijke bijvoorbeeld strofe 6 en 11, en strofe 10 en 14). Hoewel het Antwerps Liedboek de oudste bron is waarin dit lied is overgeleverd, stamt Vant Vriesken mogelijk nog uit een vroege periode, zoals op grond van het vocabulaire, het assonerende rijm (bijvoorbeeld quam: spranc, pat: plach, gheven: gheleghen) en de middeleeuwse situering van het verhaal (de gesloten (kasteel)poort, het tweegevecht) betoogd is.

 

Behalve in het Antwerps Liedboek is het lied ook overgeleverd in enkele zeventiende-eeuwse Hollandse liedboeken. In het Dubbelt verbetert Amsterdamse Liedboeck (na 1639) staat een versie met de meer gebruikelijke openingsverzen De Velden stonden groen en daer toe breydt, / Tot reysen soo wasser den Vrieseman bereyt. Daarbij wordt als wijsaanduiding opgegeven Een Boerman had een dommen sin (al 35). Het lied van de Boerman staat ook in het Amsterdamse liedboek, maar nu omgekeerd met het Vriesken als wijs. Volgens deze aanwijzingen moeten de twee liederen dus op dezelfde melodie worden gezongen. Erg betrouwbaar zijn zulke wederzijdse

[pagina 231]
[p. 231]

verwijzingen niet - mogelijk was een van de twee melodieën in vergetelheid geraakt en is men de liederen, die dezelfde strofevorm hadden en beide over overspel handelden, op dezelfde melodie gaan zingen (voor een vergelijkbaar geval, zie de commentaar bij al 205). Of dat ten tij de van het Antwerps Liedboek ook al het geval was, is niet te zeggen; maar voor wie nu het lied van het Vriesken wil zingen is de melodie van de Boerman de enige historisch redelijk verantwoorde mogelijkheid. De melodie van de Boerman zal ook de populairste van de twee zijn geweest: er zijn vier contrafacten op bekend, tegen slechts één op die van het Vriesken. Hier is de melodieversie uit het Devoot ende profitelijck boecxken (1539, nr. 78) gekozen, geritmiseerd naar de versie in de Souterliedekens (die is gebruikt voor al 35).

Literatuur: Kalff 1884, p. 199-203; Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 191-195; Deutsche Volkslieder 1939, dl. 2, p. 1-8; Forster 1965; Houtsma 1979, p. 87; Repertorium 2001, t3758, m0437.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken