Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 245]
[p. 245]

99 Ic weet een uutvercoren

Liefdesklacht. De minnaar geeft uiting aan zijn verdriet nadat zijn geliefde hem heeft verlaten, maar toch heeft hij nog hoop eens weer met haar verenigd te worden.

1,1 weet: ken
  uutvercoren: geliefde
1,2 Ze is gegrondvest in mijn hart
1,3 Na: Naar
1,5 Ik ken een grote tekortkoming van haar
1,6 leyt: leed
1,7 In alle plaatsen waar recht wordt gesproken
1,8 Doet zij mij maar weinig recht (?)
2,2 Hieten: Bevelen
  elders gaen: ergens anders heen te gaan
2,4 Die hebben mij dat niet aangedaan
2,5 bi haren schulden: door haar schuld
2,6 geeft oorlof: vaarwel zegt
2,7 al waer si root gulden: al was ze van goud
2,8 Zou ik, liefje, niet boven u verkiezen
3,2 misselijc: schandelijk
  brout: van plan is
3,3 amoreus: verliefd
3,5-6 Waar ik de liefste ook optil of neerleg, de last van de liefde valt mij te zwaar
3,7 cans: kan het
  geseggen: vertellen
3,8 bicans: bijna
4,2 dicwil: vaak
  pijn: verdriet
4,6 En plezier maken
4,8 peynse: denk erover na
5,1 visagie: gezicht
5,2 na u staen: naar u verlangen
5,3 passagie: overtocht
5,8 lacen: helaas
6,1 sluyten: beëindigen
6,2 onser beyder sanc: dit lied over ons beiden
6,3 ghebruycken: genieten van

[pagina 246]
[p. 246]

6,5 minen wil volcomen: mijn wil vervuld
6,7 nomen: noemen
6,8 M: 1000

Bij het horen van de eerste strofe zal het publiek het lied onmiddellijk herkend hebben als een liefdesklacht met een bekende thematiek: een ikfiguur vertelt hoe erg hij lijdt onder het gedrag van de vrouw die hij bemint. Maar het vervolg is verrassend: in allerlei details is het lied minder stereotiep dan de meeste liefdesklachten. De ikfiguur zegt dat hij niet de blinden en stommen verantwoordelijk houdt voor zijn lot: een mooie toespeling op de echte intriganten die juist wel rondspieden en kletspraatjes verspreiden: de welbekende nijders (2,3-4). Prachtig is de beschrijving van zijn rivaal in strofe 3, een beschrijving waar het sarcasme vanaf druipt: zo'n kerel die uit vrijen gaat en slechts stamelend zijn liefde kan bekennen. In strofe 5 vertelt de ikfiguur hoeveel moeite hij moest doen om bij zijn geliefde te komen, maar dit relaas eindigt met een komisch hoogtepunt: zijn schoenen blijven in de modder van de gracht steken... Ook het bekende motief dat een minnaar de naam van zijn lief niet bekend mag maken, behandelt de dichter ironisch, door haar wèl in termen van geld te beschrijven (en dat tot twee keer toe: 2,7 en 6,8). Misschien voert het te ver om het lied op grond van dit alles te karakteriseren als een parodie op een liefdesklacht, maar het is duidelijk dat de dichter een komische draai heeft gegeven aan de bekende elementen van het genre.

 

Ondanks zijn aantrekkelijkheid lijkt het lied nauwelijks verspreid te zijn geweest. De tekst is alleen uit het Antwerps Liedboek bekend en er is maar één contrafact overgeleverd, Souterliedeken 32 (met melodie), waarin de tweede strofe wordt aangehaald (Na die wise Daer ick eens was willecome, si hiete mi elders gaen).

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 428-429; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 74-75 en 206-207; Repertorium 2001, t3611, m0420.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken