Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

100 Ick seg adieu

Afscheidslied, waarin de minnaar een laatste groet aan zijn geliefde richt en haar verzekert dat hij haar altijd trouw zal blijven.

[pagina 247]
[p. 247]

1,3 Tot een volgende gelegenheid
1,4 troost verbeyden: verlangend uitzien naar verlichting van mijn verdriet
1,7 Of het nu in vreugde of verdriet is
1,8 u vry eygen zijn: u geheel toebehoren
2,1 De kwelling van mijn gemoed
2,3 rebel: weerspannig
2,4 schueren: breken
2,5 doet mi den noot: brengt mij in nood
2,6 bloot: onomwonden
2,7 minjoot: bevallige
3,3 Van alle verdriet
3,5 Deze boosaardige jaloerse roddelaars met hun giftige praatjes
3,6 belet: in de weg gestaan
  blide aenschijn: opgewekte gezicht
3,7 In deze tijd
4,2 Het lot zal een (goede) wending nemen (een toespeling op Fortuna, de personificatie van het lot, die aan haar rad draait)
4,3 op mi gloost: heb aandacht voor mij
4,4 vermeeren: toenemen
4,5 derven: verliezen
  conroot: gezelschap
5,4 Zal zich gaan vermaken
5,5 Coragieus: Onstuimig
5,6-7 Een liefdeskransje (als geschenk?) is zuiver, wanneer het van jou is
6,1 stadt: (nl. de plaats waar zij samen gelukkig zijn geweest)
6,3 Zuivere maagd
6,4 Waar wij het geluk van de liefde kenden! (nl. in de stadt en het prieel)
6,5 troost: steun
6,6 die ic noeyt en vloot: die ik nooit heb verlaten

In dit afscheidslied zijn overbekende beelden samengevoegd tot een ontroerend geheel. Het lied geeft een goed voorbeeld van de grote vormbeheersing, waartoe rederijkers in staat waren. De strofen hebben korte regels en slechts drie rijmklanken, maar het geheel maakt toch geen gekunstelde indruk.

 

Het lied is heel populair geweest. De ruim dertig overgeleverde contrafacten zijn gelijkelijk verdeeld over wereldlijke, katholieke en protestantse liederen. Opmerkelijk zijn verscheidene geestelijke liederen met initiële ontlening, zowel katholieke (Ick seg adieu / Werelt wi twee wi moeten sceyden) als protestantse (Ick seg adieu, vleesch, bloet, wy moeten scheyden). Daar-

[pagina 248]
[p. 248]

naast zijn er tenminste vijf meerstemmige zettingen van de wereldlijke tekst bekend alsmede instrumentale arrangementen en diverse overleveringen van zowel de tekst als de eenstemmige melodie. Hier is de melodie gebruikt uit de Souterliedekens (1540, psalm 65), die teruggaat op de tenor van een meerstemmige zetting gedrukt in de Reutterliedlin (Frankfurt, 1535). De Duitse overlevering beperkt zich overigens tot meerstemmige zettingen van de tekst, die uit de Nederlanden afkomstig moet zijn.

De oudste versies van het lied dateren uit de jaren dertig van de zestiende eeuw, zodat uitgever Jan Roulans' opschrift Een nyeu liedeken correct lijkt te zijn. Toch moet het lied oudere wortels hebben. In het Utrechtse Sint-Agneshandschrift (eind vijftiende eeuw) staat een geestelijk lied Ic seg adeu het moet ghescheiden sijn, dat redelijk op de latere melodie past. Uit ongeveer dezelfde tijd dateert het meerstemmige chanson Adieu soulas, tout plaisir et liesse van de Picardische componist Antoine de Févin (circa 1470-circa 1511), waarvan het openingsmotief overeenkomt met de ons bekende melodie. Hoe deze lijnen precies gelopen hebben is echter niet duidelijk.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 690-695; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 76-77 en 207-208; Joldersma 1982, dl. 2, p. 188-190; Komrij 1994, p. 540-542; Bonda 1996, p. 272-274; Repertorium 2001, t3751, m0435.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken