Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

150 Tghepeys leyt mi seer vast en quelt

Liefdesklacht.

1,1 Gepieker kwelt mij voortdurend
1,2 Ik kan het niet van me weghouden
1,3 Mijn gemoed is helemaal in de war
1,4 troost: bemoediging

[pagina 345]
[p. 345]

1,5 Het gaat niet zoals ik zou willen
1,6 Want het helpt niets, hoe ik me ook inspan
1,7 Daarom raak ik uitgeput
2,1 Reyn gonste: Zuivere welwillendheid
2,2 Die nu zo dikwijls mijn bloed in beroering brengt
2,3 noch eens: ooit nog eens
2,5 derven: missen
2,6 Daar kan ik geen grendel voor schuiven (bedoeld is: dat kan ik niet verhinderen)
2,7 herte, sin ende moet: het gemoed (als de plaats waar de gevoelens zetelen)
3,1 Ach helaas, ik weet niet wat er mis is met mij
3,2 schout: ontloopt
  waerde reyn: zuivere voortreffelijke (als omschrijving van de geliefde)
3,3 Dat is een kwelling die mij aantast
3,5 Lijde ick: Terwijl ik... lijd
3,6 nerghens gheen avontuere: helemaal geen geluk
4,1 De praatjes van jaloerse lieden zijn er de oorzaak van
4,3 In haar had ik alle vertrouwen
4,4 begheven: aan mijn lot overgelaten
4,5 Ik durf niet meer te blijven hopen (men zou leven als rijmwoord verwachten)
5,4 Opdat iedereen daarvan moge genieten
5,5 haken: verlangen
5,6 verwandelt: verandert

De minnaar beklaagt zich: hij is hevig ontsteld door de liefde en zijn geliefde bekommert zich niet om hem. In de slotstrofe wordt het lied opgedragen aan alle jonge vrouwen die zich graag aan de liefde overgeven. De mooie refreinregel komt ook (bijna gelijkluidend) voor in een refrein van Jan van Stijevoort (Ick bin der in ic en macher niet duere (226)). Mogelijk gaat het hier om variaties op een zegswijze.

 

Tghepeys leyt mi seer vast en quelt heeft enige bekendheid genoten. Behalve in het Antwerps Liedboek komt het tweemaal voor in het Venlo's liederenhandschrift (tweede helft zestiende eeuw) en wordt het gezongen in een spel van de Haarlemse rederijkerskamer Trou moet blijcken (boek 1). Jan Roulans noemt het met recht een oudt liedeken, want er is al een geestelijk contrafact bekend uit het Deventer liederenhandschrift, eind vijftiende eeuw. Een ander contrafact staat in het handschrift Koning, gedateerd 1500-1510, een vergeestelijking die het wereldlijke lied op de voet volgt. Het gaat verge-

[pagina 346]
[p. 346]

zeld van een driestemmige zetting. Van de melodie is geen eenstemmige versie bekend.

De zetting in Handschrift Koning heeft een liedachtig karakter, met name in de sopraan en de tenor. Het is redelijk te veronderstellen dat het om een meerstemmige zetting van een eenstemmige melodie gaat, die in de sopraan is gelegd, zoals ook het geval is bij gelijksoortige zettingen in het handschrift. Anderzijds mag niet worden uitgesloten dat de oorsprong van de melodie in een meerstemmige zetting is gelegen. In een andere driestemmige zetting zijn de sopraan en tenor te herkennen, maar ze zijn daar rijker versierd (Sicher Liederbuch, circa 1500).

De tamelijk sobere sopraanmelodie uit Handschrift Koning hebben we hier overgenomen. In het refrein is de melodie meer uitgewerkt dan in het Antwerps Liedboek, hetgeen in de tekst uitbreidende versherhalingen tot gevolg heeft. Iets daarvan klinkt door in strofe 4 van al 150 (O lacen, ick ben daerin), en dat vers hebben we in onze reconstructie van het refrein geïncorporeerd.

Literatuur: Lyna en Van Eeghem 1929-1930, p. 185-186; Van Dongen 1998, p. 86-87; Repertorium 2001, t2771, m0298.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken