Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

172 Met eenen droeven sanghe

Liefdesklacht. De bitter bedroefde minnaar klaagt dat zijn uitverkorene hem voor een ander heeft verlaten. Toch wenst hij haar bij het afscheid het allerbeste.

1,3 stranghe: zwaar
1,4 vrouken minyoot: bekoorlijke meisje
1,5 saen: weldra
1,8 is beraen: is gaan denken
1,9 mijn: mij
2,1 amoreuse care: lieflijke beminde
2,2 Ik had zoiets nooit van u gedacht
2,3 tegare: samen
2,5 bot: onnozel
2,9 int cot: in bed
3,2 Roddelaars hebben mij beschimpt
3,5 Ja, door de influisteringen
3,6 Van boosaardige roddelaars
3,8 heel van mi versaet: mij helemaal zat geworden
3,10 met u geschimt: u bespot
4,1 reyn figuere: eerbare gestalte
4,2 eglentier: wilde roos (aanspreking van de geliefde)
4,4 reyn violier: eerbare violier (een bij uitstek fraaie bloem, aanspreking van de geliefde)

[pagina 390]
[p. 390]

4,6 het waer gedaen: die gegeven zou worden
4,7 Aen: Van
4,10 doorwont: doorboord
5,3 U dienaressen van Venus (andere vrouwen)
5,5 Zoals u mij laat zien
5,9 rosemarijn: (vleinaam voor de beminde, geen eigennaam)
6,1 princesse: (aanspreking van de geliefde (variant op de aanspreking van de voorzitter van een rederijkerskamer))
6,2 gheleyt: gelegd
6,5 Roddelaars zorgen er wel voor dat je een been breekt
6,8 scheen: scheiden
6,9 gheleen: geleiden
6,10 quaen: kwaden

Door het toedoen van jaloerse en boosaardige raadgevers, die niet minder dan drie keer genoemd worden (3,2; 3,6; 6,5), heeft de geliefde deze minnaar afgewezen en een ander genomen. Deze tamelijk conventionele liefdesklacht bevat een paar beeldende zegswijzen: de lasteraars breken veel benen, maar genezen er nooit één (veroorzaken verdriet, maar herstellen de ellende die ze aanrichten nooit (6,5-6)); de minnaar bevindt zich op krakend ijs (het kan elk moment helemaal misgaan (5,10)). Vooral door de vergelijking met Salomo en Absalom, die in de Middeleeuwen als exemplarische bedrogen minnaars golden, wordt het volle gevaar van het craeckende ijs uitgedrukt: de wijze Salomo verviel door zijn duizend vrouwen en bijvrouwen tot afgoderij (i Koningen 11:1-13); de schone Absalom toonde zich opstandig tegen zijn vader David door zich aan diens bijvrouwen te vergrijpen (ii Samuël 1618). Beiden kwamen daardoor uiteindelijk in de grootste moeilijkheden (zie ook al 98).

Dit lied werd met kleine spellingsvarianten ook als al 202 opgenomen en is dus een van vier liedjes die tweemaal in het liedboek verschijnen (36=212, 119=203, 182=186). Het lied vertoont voorts overeenkomsten met al 117, waarmee het de eerste regel gemeen heeft en verder de aanspreking met de namen van bloemen (hier: 4,2 en 4,4) alsmede de afscheidsgroet aan de princesse (6,1). Er is echter geen sprake van directe ontlening: het zijn beide rederijkersliederen die putten uit een reservoir van traditionele liefdesklachtmotieven. De liederen al 172 en 117 verschillen ook van strofevorm en werden op verschillende melodieën gezongen.

 

Met eenen droeve sanghe / so claghe ick mijnen noot lijkt een vrij onbekend lied te zijn geweest. Behalve in het Antwerps Liedboek komt het nergens

[pagina 391]
[p. 391]

anders voor. Er is slechts één contrafact bekend, uit Fruytiers' Ecclesiasticus, met een melodie (nr. 47). Het is mogelijk dat enkele schriftuurlijke liederen met de wijsaanduiding Adieu ick moet u laten op dezelfde melodie gaan, want zij hebben dezelfde vrij specifieke strofevorm.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 698-699; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 120 en 245-246; Bleyerveld 2000; Repertorium 2001, t4580, m0529.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken