Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 466]
[p. 466]

207 Wie wilt hooren een goet nieu liet

Gespeelkenslied. Een jongeman kan het vertrouwelijke gesprek van twee vriendinnen afluisteren.

1,4 huepsche ghespelen goet: knappe, aardige vriendinnen
1,5 souden si cueren: wilden zij schuilen
2,1 Zij schuilden daar voor de regen die nat was (apokoinou-constructie)
2,2 Een goet gheselleken: Een leuke vent
  die stoppen: de stoep (een zitbank bij de voordeur van een huis)
2,3 Hij ging op zijn hurken zitten
3,2 sidi: ben je
3,4 Als wat je vertelt me bevalt
3,5 wedersegghen: op mijn beurt vertellen
4,2 eenen witten heer: een Norbertijner monnik (wit verwijst naar het witte opperkleed van de orde)
4,4 grooten meer: halve stuiver erbij
4,5 me: mee
  sayen mouwen: mouwen van een lichte gekeperde wol (mouwen werden als een apart kledingstuk gedragen)
5,1 Turfsteech: (een straat in Haarlem, gelegen in een nette buurt)
5,2 vechtmes: vechtlustige persoon (dubbelzinnig)
5,5 Daar ben ik heel verbaasd over!
6,1 vermaen: verslag
6,2 twe huepsche gesellekes: twee knappe kerels
6,3 Wandelend al op de Doelen (het oefenterrein van een boogschuttersgilde, in Haarlem in de Gasthuisstraat)
6,5 bevoelen: gevoel
7,2 Ik zal je mijn belevenissen vertellen naar waarheid
7,5 We lagen zo dicht bij elkaar
8,3 Of ik zijn vrouw wou worden
8,4 croonen: kronen (gouden of zilveren munten)
9,1 Ik aanvaarde zijn trouw
9,3 Ik wist van vreugde niet wat ik doen moest!
9,4 doecken: lappen stof (of: kledingstukken)
  vat dit verstant: stel je toch voor
9,5 cuers van root schaerlaken: (gevoerd kledingstuk van fijne roodgeverfde wol dat van de schouders tot de voeten reikte)
10,2 licht: pikant

[pagina 467]
[p. 467]

10,4 haer: hun
10,5 kenschap: kennis

In dit lied zijn sommige kenmerken van het genre van het gespeelkenslied te bespeuren, maar in een eigenzinnige en gewaagde variant (zie ook al 80, 149, 162). Waar men een Natureingang (aanvang met een schildering van de natuur) zou verwachten, is er hier geen woud, heide, winter of zomer, maar alleen de Hollandse regen in Haarlem die de vriendinnen doet schuilen op een plaats waar een jongeman hun gesprek kan afluisteren. Hij weet al bij voorbaat dat zij elkaar iets zullen vertellen dat hij - en zijn toehoorders - interessant zullen vinden: een intiem gesprek tussen twee vriendinnen kan allerlei pikante details bevatten (al doet de stiekeme toehoorder er hier niet, als elders, direct zijn voordeel mee). De humor van het lied komt vooral voort uit de tegenstelling tussen beide jonge vrouwen: de eerste heeft haar maagdelijkheid aan een monnik verloren en kreeg daar 8,5 stuiver en twee wollen mouwen voor, werd vervolgens door een vechtjas gepakt en is daarna ook nog met twee jongemannen opgetrokken (strofe 4-6). De tweede blijkt echter het bed gedeeld te hebben met een goet ghesel, die haar wil trouwen en haar het vorstelijke bedrag van vijftig kronen gaf, zodat zij niet alleen twee lappen stof kon kopen, maar ook een kostbaar scharlaken keurs. Opvallend is de zeer concrete lokalisering in de binnenstad van Haarlem: de Turfsteeg, het Norbertijnerklooster en de Doelen. Blijkbaar was de dichter welbekend in Haarlem, en mogelijk uit die stad afkomstig (evenals de dichter van al 170, zie commentaar aldaar).

 

Dit lied is alleen in het Antwerps Liedboek overgeleverd. Het is een van de vier liederen in deze verzameling met dezelfde strofevorm en dezelfde stereotiepe aanhef Wie wil horen een goed nieuw lied? Wellicht zijn ze alle vier op dezelfde melodie gezongen als Wie wil horen een goet nieu liet / Van dat tHantwerpen nu is gesciet (al 218, zie aldaar). Maar andere, gelijkvormige melodieën zijn niet uit te sluiten (zie voor een nadere toelichting al 163).

Literatuur: Allan 1874-1888, dl. 1, p. 276 en dl. 4, p. 550; Joldersma 1984; Herchert 1996, p. 135-136; Repertorium 2001, t7148, m1121.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken