Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Arabische Alkoran (1641)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Arabische Alkoran
Afbeelding van De Arabische AlkoranToon afbeelding van titelpagina van De Arabische Alkoran

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

religieuze teksten (niet-christelijk)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Arabische Alkoran

(1641)–Anoniem Arabische Alkoran, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

In den name des barmhertigen ende goedigen Godts. XII. Capittel.

DE Ioden zijn altoos ghenoechsaem ons vyanden gheweest, maer veel Christenen hebben ghelijcker hant Mahometh aenghehanghen, ende zijn onse goede vrienden geweest. De Priesters ende Presidenten onder de Christenen, hebben deses Propheten woort geerne gehoort, ende de waerheyt daer over geweent ende geseyt: wy verhopen, Dat wanneer wy den Prophete ghelooven soo sal hy ons int getal der vrome op nemen, ende waerom en souden wy niet willen aen Godt ghelooven, want alle geloovighe sullen int Paradijs gevoert werden, daer in grooten over vloet van soete wateren zijn.

Ghy sult de verboden spijse mijden ende vande sulcke eten die u Godt verordent heeft, ende die van Godt wil vergiffenis der sonden hebben die spijse thien arme Persoonen, hy bekleede haer ofte verlosse haer uyt de gevanckenisse.

Wacht u wel voor den wijn, ende en speelt niet in het schaeck ofte berdt spe-

[Folio 79]
[fol. 79]

len, want dat is verboden, ende is een inventie die vanden duyvel herkomt daer deur hy oneenicheyt ende tweedracht onder de lieden sticht, haer van het goede afhout, ende tot boosheydt beweeght. Wacht u voor de boose ende volght God ende sijnen boodschapper, ende wie het ghene doen sal dat hem verboden is, die sal sware straffe lijden.

Inde Maent daer in men Bevaerdt doet en sal niemant jaghen, ende hout dit in goede gedachtenis of anders en sal de hoochste Godt sulcx niet onghewrooken laten.

De Propheten behooren de gheboden te verklaren ende uyt te legghen.

Vreest Godt op dat ghy gheen boosheyt en bedrijft, maer stadich in ’t goede voort gaet. Niemant en sal hem onderstaen dit boeck disputeerlijck te maken, noch men sal daer in niets veranderen, anders werde Godt daer over seer vertoornt.

Als de ongeloovighe vermaent werden, datse Godt ende sijnen boodtschapper ghelooven ende hooren souden, soo antwoorden zy, dat sy sulcx niet konnen doen, maer sy willen haer voor-Vaders navolghen.

Dewijle Godt in uwe ziele woont, soo en kan die selve niet booses wedervaren. Blijft op den rechten wegh, bekeert u tot Godt, ende geeft goet ghetuyghenis van malkander: ende als daer eene sterft soo sullen ten minsten twee ofte drie Persoonen daer by zijn. Ende daer en sal niemant om eenich ghegeven getuyghenis wille de eene van de ander gelt nemen.

Iesus de Soone Maria diens ziele reyn ende salich is, die de Melaetsche gereynight, de doode weder opgheweckt, de wijsheyt het Testament ende ’t Euangelium leerde, die heeft geseyt: de Kinderen Israels als ongeloovige sullen sijn wonderen sien ende hem voor een Toveraer houden, maer ghy sult my dancken van wegen de groote ghenade die ick u, ende uwe Moeder gedaen hebbe. Doen Godt de lieden die wit bekleet waren vraeghde of zy aen hem ende sijnen bootschapper gheloofden, soo Antwoorden zy dat hy hier van konde het beste getuygenis gheven.

Dese lieden vraegden Iesum of Godt oock soo machtich sy dat hy alle menschen wel aen sijnen Hemelschen Disch setten konde? Daer op Antwoorde Iesus: gelooft aen Godt ende vreest hem, want Godt seyt den dach genaeckt aen welcke de waerheyt sal gewroken werden. Ick wil de ghene die my hebben ghevolght het Paradijs te loone gheven daer in de volheyt van soet water is, want ick heersche over Hemel ende aerde ende alles wat daer in is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken