Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam
Afbeelding van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: AmsterdamToon afbeelding van titelpagina van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.31 MB)

XML (1.47 MB)

tekstbestand






Editeur

Jacques Giele



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam

(1981)–Anoniem Arbeidsenquête van 1887, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Verhoor van Mejuffrouw A.H. Jacobs. (Verkort.)

1279. De Voorzitter: Mag ik u verzoeken uw naam, voornamen, qualiteiten en woonplaats op te geven?

A. Aletta Henriette Jacobs, medicinae doctor en arts, woonachtig te Amsterdam.

1280. V. Uit de u toegezonden stukken zal u gebleken zijn over welke onderwerpen deze enquête loopt. Het spreekt van zelf dat gij niet over al de in die schets genoemde punten verklaringen en mededeelingen zult willen doen. Maar er zijn vermoedelijk punten onder, die meer bepaald uwe aandacht getrokken hebben, en waaromtrent gij ten gevolge van studie, of, wat wij nog liever hebben,

[pagina 106]
[p. 106]

door eigen waarneming en ondervinding ons het een en ander wilt mededeelen. Wat is er alzoo, waarover gij ons het een en ander kunt mededeelen?

A. Meer bepaald aangaande ongetrouwde vrouwen.

1282. V. En zeker ook kinderen?

A. Ja, maar ik heb bepaaldelijk het oog op de winkelmeisjes.

1283. V. Zoudt gij zoo goed willen zijn ons daarvan het een en ander te vertellen?

A. Ik wenschte er op te wijzen dat het lange staan van de winkelmeisjes voor de meesten zeer nadeelig werkt op hare gezondheid, voornamelijk met het oog op de ziekten, behoorende tot de rubriek de gynaecologie.

1284. V. Hoe lang zijt gij al practiseerende?

A. Ruim zeven jaren.

1285. V. Altijd in Amsterdam?

A. Ja.

1286. V. Hebt gij veel vrouwen- en damespraktijk?

A. Uitsluitend van vrouwen, dames en ook kinderen.

1287. V. Hebt gij veel patienten onder de arbeidende bevolking.

A. Ja, ook zeer veel. Tweemaal in de week houd ik gratis zitting voor de armen; die zittingen worden druk bezocht, voornamelijk door vrouwen met gynaecologische ziekten.

1288. V. Hebt gij, afgescheiden van de winkelmeisjes, meermalen aanleiding gehad om te denken dat vrouwenziekten voor een groot deel waren toe te schrijven aan de eigenaardige vermoeienissen verbonden aan langdurigen arbeid in fabrieken en werkplaatsen?

A. Dat kan ik niet constateeren.

1289. V. Niet constateeren?

A. Neen. Ik heb het meest toegeschreven aan de gevolgen van armoede en aan het te vroeg gaan werken na de bevalling. Maar winkelmeisjes zijn geen fabrieksmeisjes.

1290. V. Maar hebt gij in het algemeen geen opinie op dit punt?

A. Neen, ik heb daar nooit zoo over nagedacht, alleen van de meisjes die in winkels en magazijnen staan is mij dat opgevallen.

1291. V. Verkoopjuffrouwen dus?

A. Ja.

1292. V. Is dat ook zoo voor meisjes uit confectiewinkels als van De Waal en Hirsch?

A. Neen, alleen met meisjes die achter toonbanken staan.

1293. V. Is dat zoo kwaad?

A. Ja, dat aanhoudend staan is slecht.

1294. V. Hoe lang staan zulke meisjes wel?

A. In vele magazijnen van 's morgens 8½ tot 's avonds 10½ uur.

Dit is het geval in de meeste magazijnen te Amsterdam.

1295. V. Het voortdurend zitten is toch ook weder niet goed. Het kwaad zit dus in de continuïteit van het staan in de winkels?

A. Juist.

1296. V. Wanneer die meisjes van onder uwe handen komen en in den winkel terugkeeren dan komt zeker de oude kwaal terug?

A. Wel zeker ....

1301. V. Hebt gij ook in studieboeken opgemerkt, dat de observatiën, die door u gemaakt zijn, algemeen bekend zijn, dat het dus erkende feiten zijn?

A. Voor zoover ik weet niet, dus ik kan niet zeggen of het algemeen erkende feiten zijn.

1302. V. Is in latere jaren de inspanning van de meisjes in die lijn erger dan vroeger?

A. Er wordt meer op gelet, vooral in Engeland. Daar krijgen de meisjes stoeltjes, waarop zij af en toe kunnen gaan zitten.

1303. V. Bestaat daar eene bepaalde wettelijke bepaling?

A. Dat weet ik niet, maar in de groote magazijnen in Engeland zijn, zooals ik zeide, stoeltjes geplaatst, terwijl dit hier niet gebeurt, zelfs wanneer ik aan de meisjes die bij mij komen zeg dat het noodzakelijk is en door de gezondheid gevorderd.

1304. V. Weet gij dit zeker?

A. Ja

1305. V. Maakt gij bezwaar om de namen te noemen van de magazijnen waar dat geweigerd is?

A. Op het oogenblik weet ik die niet.

1306. V. Maar anders zoudt gij geen bezwaar maken om ze te noemen?

A. Neen.

1307. V. Gij kunt u niet herinneren

[pagina 107]
[p. 107]

dat gij in het belang der meisjes, die het gold, bij de ondernemers der magazijnen zijt gegaan om hen op deze zaak opmerkzaam te maken?

A. Ik ben bij een magazijnhouder daarvoor geweest, maar de man maakte bezwaar om mijn verzoek in te willigen, omdat de dames niet koopen wilden, wanneer de meisjes zaten. Hij vond dat zitten onbeleefd tegenover de koopsters en wilde niet de eerste zijn om er mede te beginnen.

1308. V. Wat voor soort van magazijn was dat?

A. Een gewone winkel van wit linnen goederen.

1309. V. En de eigenaar wilde aan uw wensch geen gevolg geven?

A. Neen.

1310. V. Hij vond het een pretentieuse eisch en deed er dus niet aan. Is het meisje er gebleven?

A. Dat weet ik niet; die meisjes gaan nog al dikwijls van den eenen winkel naar den anderen ....

1318. V. U schijnt veel gewicht te hechten aan uwe opmerkingen omtrent de winkelmeisjes. Hebt gij over deze zaak wel eens gesproken met den inspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht?

A. Neen, ik wist niet dat er van dien kant verandering in was te brengen. Anders had ik het zeker wel gedaan.

1319. De heer Van Alphen: Bestaat er voor zooverre u bekend is eene statistiek van het getal meisjes dat op die magazijnen werkt?

A. Dat weet ik niet.

1320. V. Er is dus geene verhouding te constateeren tusschen het getal der patiënten, die bij u komen, en het geheele aanwezig getal winkelmeisjes?

A. Neen, mijnheer, en des te minder omdat niet alle meisjes, die er aan laboreeren, hulp vragen, omdat die ziekte zich zoo lang laat cacheeren.

1321. De Voorzitter. Gaat die ziekte dan niet vergezeld van verzwakking en vermagering?

A. Zij uit zich in profuse menstruatie, en deze heeft eene algemeene verzwakking ten gevolge en later chronische metritis (ontsteking van de baarmoeder).

1322. V. Hebt gij wel eens heel erge gevallen?

A. Ja, vijf gevallen van meisjes in dezen tijd, zelfs van prolapsus uteri, die ik nog slechts eenmaal bij eene onderwijzeres aangetroffen heb.

1323. V. Het waren jonge meisjes, zoodat zij waarschijnlijk het vak hebben moeten verlaten?

A. Neen, zij kunnen wel doorgaan, hoewel zeer bezwaarlijk.

1324. V. Hebt ge nog iets, dat ge ons zoudt willen zeggen? Wij willen het gaarne van u hooren.

A. Ik heb niets meer mede te deelen.

1326. V. Dan danken wij u vriendelijk voor uwe mededeeling.

Dr. A.H. Jacobs.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jacques Giele

  • over H.C. Verniers van der Loeff

  • over G.J.Th. Beelaerts van Blokland

  • over Jacob Dirk Veegens


plaatsen

  • over Amsterdam