Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam
Afbeelding van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: AmsterdamToon afbeelding van titelpagina van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.31 MB)

XML (1.47 MB)

tekstbestand






Editeur

Jacques Giele



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam

(1981)–Anoniem Arbeidsenquête van 1887, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Verhoor van den heer B. Preijer Jz., te Amsterdam.

(Verkort.)

 

4527. V. Wilt gij mij uw naam, voornaam, ouderdom, beroep en woonplaats opgeven?

A. Barend Preijer Johanneszoon, oud 65 jaren, chef der expeditie van het Algemeen Handelsblad te Amsterdam.

4528. V. Zijt gij al lang in diezelfde betrekking werkzaam?

A. Zeventien jaren.

[pagina 334]
[p. 334]

4529. V. Gij hebt geen aanleiding om u met de drukkerij en zetterij te bemoeien, zoodat gij daarmede geheel onbekend zijt?

A. Dat is betrekkelijk, ik zou u altijd nog wel eenige inlichtingen kunnen geven.

4530. V. In dat geval zal ik een paar vragen doen, die ik anders achterwege zou gelaten hebben. Werken op de zetterij van het Handelsblad veel jongens?

A. Drie à vier.

4531. V. En op de drukkerij?

A. Daar zijn vier jongens als uitnemers aan de pers. Dat zijn echter knapen van 16 à 17 jaren.

4533. V. Werken die jongens gelijk op met volwassen mannen?

A. Die op de zetterij zijn er den geheelen dag, en die op de drukkerij alleen 2 uren 's morgens en 2 uren 's avonds.

4534. V. Komt er voor die jongens op de zetterij en de drukkerij geen nachtwerk te pas?

A. Neen; zij werken op de drukkerij 's morgens van 5 uren tot 7 of half 8 en van 's middags 3 uren tot 's avonds half 8.

4535. V. Zijn zij in dien tusschentijd vrij?

A. Ja.

4536. V. Zijn er jongens onder die nog school gaan?

A. Neen.

4537. V. Dus die van de drukkerij loopen van 's morgens half 8 tot 's middags 3 uren ledig?

A. Ja, want dan is er geen werk voor hen; de persen loopen alleen 's morgens en 's middags of 's avonds.

4538. V. Zijt gij ook bekend met het doen en laten van die jongens?

A. Zij staan onder mijne leiding.

4539. V. Maar gij hebt alleen de expeditie?

A. Het drukken van het blad gaat de heeren Spin aan, maar ik lever de jongens.

4540. V. Wat doen die jongens van 7½ uur 's morgens tot 2½ uur 's middags?

A. Dan werken zij bij anderen, bijv. bij een bakker.

4541. V. Leeren die jongens wat op de drukkerij?

A. Neen, zij hebben eenvoudig een courant uit te nemen.

4542. V. Dus zij kunnen nooit een flink werkman worden?

A. Dit willen zij ook niet. Liever loopen zij ledig.

4543. V. Ik geef toe dat dit bij velen het geval is. Maar er zullen er toch ook wel onder zijn die goed willen?

A. Dat getal is niet groot. Dikwijls komen jongens, die op een ambacht zijn, bij mij om geplaatst te worden. Eigenlijk is het een ongelukkige boel.

4544. V. Dus uwe ondervinding omtrent den geest der jongens in den laatsten tijd is niet gunstig?

A. Die geest is slecht. De jongens zijn traag en brutaal.

4545. V. Is dit verergerd?

A. Ja, zij staan tegen een grooten man op.

4546. V. Was dit niet zoo in vroegere jaren?

A. Neen.

4547. V. Hoe laat komen de jongens op de zetterij?

A. In den winter te half acht en in den zomer te half zeven, tot des avonds 7 uren, met één uur schafttijd.

4548. V. Gaan zij naar huis om te eten?

A. Ja.

4549. V. Is dat elken dag aldus?

A. Ja, behalve des Zondags.

4550. V. Zijn bij de nachtploeg jongens?

A. Neen.

4551. V. Loopt het werk altijd op hetzelfde uur af?

A. Het geheele jaar door.

4552. V. Er wordt dus des avonds niet overgewerkt?

A. Nooit.

4553. V. Van overmatig lang werken is alzoo op de zetterij geen sprake?

A. Neen.

4554. V. Nu de expeditie: komen daar de jongens des morgens te 5 uren?

A. Voor het drukken van de courant komen er twee om 4, al de anderen om 5 uren.

4555. V. Zooeven zeidet gij dat zij voor het drukken der courant veel later komen?

A. Ja, des middags.

4556. V. Voor het drukken der courant reeds te 4 uren?

A. Ja,

4557. V. Ik meende dat wij de druk-

[pagina 335]
[p. 335]

kerij reeds behandeld hadden en gij toen andere uren had genoemd?

A. Dat herinner ik mij niet. Wanneer de courant uit één vel bestaat, komen de jongens om 8 uur; bestaat zij uit een half vel, dan beginnen zij om 4 uur.

4558. V. Is er dus minder werk, komen zij dan juist vroeger?

A. Minder niet, maar dan is het eene kleinere pers, waaraan slechts twee menschen werken.

4559. V. Hoe lang blijven die jongens die om 4 uur komen?

A. Tot 7 uur 's morgens.

4560. V. Dat zijn dus de jongens die over dag ledigloopen?

A. Ja.

4561. V. Voor de expeditie hebt gij dus een ander stel jongens?

A. Ja, 26 jongens, die komen om 5 uur.

4562. V. Hoe oud zijn die?

A. Jongens van 13 tot 16 jaar.

4563. V. Zijn daaronder jongens die nog school gaan?

A. Ja, twee; maar dat is te moeilijk voor ons, omdat zij tot 4¼ uur bij mij zijn en eerst dan de grootste drukte is afgeloopen.

4564. V. Nu spreekt gij in eens weder over den namiddag, maar ik vraag u niets anders dan naar de expeditie van het blad. Gij gebruikt daarvoor 26 jongens niet waar, gij expedieert tweemalen per dag, in de vroegte en in den middag niet waar?

A. Ja.

4565. V. Hoe laat in de vroegte?

A. Van vijf tot half acht.

4566. V. Daarvoor laat gij de jongens om vier uur 's morgens, of liever in den nacht, opkomen?

A. Neen, om vijf uur.

4567. V. Om vijf uur binnenin uw huis?

A. Ja.

4568. V. Die jongens moeten dus, al naar gelang zij wonen, reeds om half vijf op weg, en zijn dat jongens van 13 jaar?

A. Ja.

4569. V. Zijt gij volmaakt zeker dat er nog geen jongeren bij zijn?

A. Ja. omdat ik vroeger bedrogen ben geworden, moeten zij hun doopceel medebrengen.

4570. V. Zijt gij er zeker van dat nooit een jongen de doopceel van een ander overlegt?

A. Dat is ook al eens gebeurd.

4571. V. Hebt gij daartegen maatregelen weten te nemen?

A. Als zij zoo oud nog niet zijn dan hoor ik het wel van hunne kameraden.

4572. V. Bemerkt gij dikwijls dat zij probeeren om toch bij u te komen?

A. Neen, dat doen zij niet; vroeger wel; maar het is er nu geheel uit.

4573. V. Die jongens van ten minste 12 jaar moeten dus al 's morgens om 4 uur, half vijf hun bed en hun huis uit, om om vijf uur bij u te zijn? en dan worden zij gezet aan het vouwen, strooken omslaan en pakken maken?

A. Ja.

4574. V. En tot hoe laat duurt dat?

A. Tot 's ochtends half acht; dan gaan alle jongens weg.

4575. V. Gij meent dat er twee of drie van die jongens daarna naar school moeten Zijn er soms nog meer?

A. Neen, meer niet.

4576. V. Die jongens zullen dan wel tamelijk dof en slaperig op de schoolbanken komen?

A. Ja, het zijn meestal zoons van weduwvrouwen, die geen raad weten hoe zij rond zullen komen.

4577. V. Hoe laat komen de jongens terug?

A. Om drie uur 's middags.

4578. V. Ook die op school gaan?

A. Neen, die komen eerst kwartier over vieren. Die mogen niet vroeger van school weg.

4579. V. Gij schikt u dus daarnaar, en begint dus 's namiddags met een tamelijk incompleet personeel?

A. Ja, maar het is niet noodig dat allen om 3 uur present zijn. De groote drukte begint eerst na 4 uur; dan wordt de grootste spoed vereischt. Tien minuten voor vijven moet alles op de spoor zijn.

4580. V. Dus om 5 uur gaat dat jonge volkje weder weg?

A. Neen, want om 5 uur begint de stads-expeditie. Om half 8 gaan zij eerst naar huis.

4581. V. En wat verdienen zulke jongens dan?

A. In de week f 3,75.

4582. V. En Zondags, komen zij dan ook?

[pagina 336]
[p. 336]

A. Alleen 's morgens.

4583. V. Dus ook Zondags moeten zij om 4 uur 's ochtends opstaan, maar dan hebben zij later den dag vrij?

A. Ja.

4584. V. Zeg mij nu eens, gij gaat veel met die kinderen om, en hebt straks verteld dat er een slechte geest onder schuilt; ik wil daar niets tegen zeggen, maar als wij die zaak nu eens bekijken met het oog op het leven en de belangen van die jongens, acht gij dat nu een dragelijken toestand voor zulke kinderen, ja of neen?

Als gij zelf, ik durf het haast niet zeggen, kinderen hadt, hoe zou u dat smaken?

A. Ik kan u niet tegenspreken....

4585. V. Ik heb voor mijzelven nog niets gezegd, ik vraag alleen uwe opinie.

A. Het is voor de jongens niet alles, zij zijn nog in hun groei, het is hard, maar de ouders dwingen hen. Ik zeg dikwijls: de jongen is te zwak, maar dan zeggen de moeders: wat moet ik beginnen? Ik kan ze toch niet betalen, zonder dat zij iets doen?

4586. V. Dus u worden wel eens jongens aangeboden, waarvan gij zelf begrijpt, dat de ventjes te zwak zijn? en door wie dat werk niet moest gedaan worden?

A. Ja zeker.

4587. V. Maar de ouders drijven het dan door om de jongens de twee kwartjes te doen verdienen die gij geeft?

A. Ja, want er is verschrikkelijk veel armoede.

4588. V. Misschien ook ten gevolge van het drinken?

A. Neen, want de meeste jongens zijn kinderen van weduwvrouwen.

4589. V. Weduwen, die met troepen kinderen zitten?

A. Ja, soms met 5, 6 kinderen.

4590. V. Hoe houdt gij orde onder die jongens?

A. Het gebeurt wel dat ik ze wegjaag, als ze niet goed oppassen, maar het is moeilijk om ze weg te houden, want dan komen de ouders vragen om ze te houden. Om boeten geven de jongens niets.

Zoodra er een vader is, is het nog veel erger, die lichten nog veel meer de hand met de kinderen, dan de moeder, die alleen is.

4591. V. Gij hebt zooeven gezegd dat gij zoo een en ander hadt genoteerd, deel ons dat thans eens mede.

A. Ik heb 26 jongens en 9 vaste knechts; zij komen op denzelfden tijd, maar hebben op den dag tusschenuren. Zij werken met elkaar 12 uren. De knechts verdienen 10-15 gulden. Ik heb 5 jongens van 18-20 jaren om te doen wat de kleine jongens niet kunnen doen. Die verdienen f 6,50, maar de tijd blijft hetzelfde. Zij gaan op dezelfde uren naar huis, maar het komen en gaan blijft hetzelfde. De 9 knechts blijven den geheelen dag.

Dan heb ik nog loopers, die de couranten moeten bezorgen, die moeten er om 6 uur al zijn om de couranten te bezorgen.

4592. V. Worden daar geen jongens voor gebruikt?

A. Neen, alleen groote menschen. Die loopen 's morgens een uur en 's avonds een uur en krijgen daarvoor f 3,75, en daar komt kermis en Nieuwjaar bij. Ik heb wel 300 briefjes liggen om plaatsing.

4593. V. Zijt gij zeker dat de loopers die gij neemt voor het rondbrengen, het werk niet overbrengen op hun kinderen?

A. Neen.

4594. V. Zijt gij zeker dat zij hun werk niet op de kinderen overbrengen?

A. De kinderen laten zij helpen.

4595. V. En straks zeidet gij neen?

A. Om spoedig de couranten te doen bezorgen laten zij wel eens een kind, medegaan.

4596. V. Dus gij gelooft dat er door die courantenombrengers misbruik van kinderarbeid gemaakt wordt?

A. Ja.

4597. V. Zijn het hun eigen kinderen?

A. Ja.

4598. V. Kinderen beneden de 12 jaren?

A. Neen, het zijn allen kinderen van 14, 15 jaren, want zij moeten goed den weg weten.

4599. V. Hebt gij nog iets meer genoteerd?

A. Neen, Mijnheer de Voorzitter, anders niets.

4600. V. Gij keurt het werken door die kleine jongens dus, evenals ik, af?

A. Ja, maar, zooals ik reeds zeide, de armoede dringt er hen toe.

[pagina 337]
[p. 337]

4601. V. Wanneer gij het afkeurt zou men dan in plaats van die kleine jongens geen grootere menschen nemen?

A. Die kleine jongens kunnen veel sneller vouwen dan groote menschen.

4602. V. Maar dat vouwen kan toch door machines geschieden?

A. Bij ons blad niet. Wel bij persen die te gelijkertijd vouwen.

4603. V. Maar die jongens doen toch geen werk van dien aard, dat men het niet door groote menschen zou kunnen laten doen?

A. Zooals ik u zeide, de jongens werken veel vlugger.

4604. V. Zou het niet zijn omdat jongens goedkooper zijn?

A. Neen, werkelijk niet. Voor hetzelfde loon van f 3,75 kan men evengoed groote menschen krijgen. Het is alleen voor 's morgens en 's avonds.

4608. De Voorzitter: Wat gij ons daar verteld hebt van het gebruiken van jongens bij het Handelsblad, geldt waarschijnlijk evenzeer bij alle couranten, die des morgens vroeg uitkomen?

A. Er is te Amsterdam geen enkel blad dat zoo vroeg uitkomt.

4609. V. Dus op de andere drukkerijen gebruikt men do jongens alleen des namiddags en in den vooravond?

A. Tegen drie uren.

4610. V. En dan gebruiken zij zeker veel jongens, die van school komen?

A. Dat is tegenwoordig niet zoo heel erg meer.

4611. V. Hoe komt dat?

A. Omdat de jongens pas om vier uren uit school komen, en dan wordt het te laat. Vroeger liet de schoolmeester de jongens nog eens een halfuur vroeger weggaan, maar dat is nu alles uit.

4612. V. Als de jongens opgroeien, wat doet gij er dan meê?

A. Wel, dan gaan zij meestal naar een ander vak over, waarin wat meer te verdienen valt. Somtijds zit men er wel eens mee, dat zij te groot worden om met het geld, dat zij verdienen toe te komen. Maar het gaat dan niet altijd om hun meer te geven, want voor alles bestaat een vaste maatstaf, want ik vind voor de grootere jongens f 6,50 in de week, voor dat werk 's ochtends en 's avonds, nog al wel.

4613. V. Maar zij moeten bij zomeren bij winterdag om 4 uren uit hun bed?

A. Ja, dat is niet heel aangenaam, en wel het gansche jaar door, met uitzondering van die enkele feestdagen.

4614. V Dan kunnen zij bij hooge uitzondering dus eens uitslapen?

A. Ja, maar het is eene uitslaperij die niet zooveel beduidt.

B. Prijer, Jhz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jacques Giele

  • over H.C. Verniers van der Loeff

  • over G.J.Th. Beelaerts van Blokland

  • over Jacob Dirk Veegens


plaatsen

  • over Amsterdam