Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beatrijs (1954)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beatrijs
Afbeelding van BeatrijsToon afbeelding van titelpagina van Beatrijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.51 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Editeurs

J. Honders

Fr. van Hoof



Genre

proza

Subgenre

marialegende
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beatrijs

(1954)–Anoniem Beatrijs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina XIII]
[p. XIII]

II. Oefeningen

Om de leerlingen tot een beredeneerd aesthetisch inzicht van het gedicht te brengen raden we ten zeerste aan, mondeling en schriftelijk werk te maken, in de klas zelf of thuis, als voorbereiding of als toepassing op de les.

 

Samenvatting van bepaalde stukken, vrije opstellen van algemene aard over aangeduide passages, om het oordeel van de leerlingen te bevorderen, zijn aanbevolen onderwerpen voor huiswerken.

 

Aan te raden is ook het beantwoorden van volgende en soortgelijke vragen:

 

1.Is ‘Beatrijs’ een legende? (Verhaal, bovennatuurlijk element; wáár?)
2.Hoe verloopt de handeling? (bedrijven, overgangen, toppunt, ontknoping)
3.Wat is de kern van het gedicht? (het wonder) - Wat is het doel van de schrijver? (de lof te zingen van Maria Middelares).
4.Wat is hoofdzaak in het gedicht? (Wat wil de dichter laten uitschijnen?)
5.Beatrijs: Naar wie gaat haar liefde? (God, jonkman, kinderen, natuurschoon, hoofsheid) - Is ze een echte vrouw? (Liefde, schaamtegevoel, fijnheid). - Is ze een echte kloosterzuster? (bidt veel en regelmatig, twijfelt nooit aan haar roeping, uitstortingen, gevoelens (allusies uit de Bijbel, getijdenboeken), wantrouwen tegenover de wereld; uitsluitend conflict tussen God en natuur).
[pagina XIV]
[p. XIV]
6.De jongeling: Wat vernemen we van hem? (geen naam noch beschrijving). - Hoe is zijn liefde gekleurd? (Wellust: uiterlijke schoonheid; vleit [sieraden, kleren], liefdesverklaringen, ontrouw, egoïst.)
7.Toon de tegenstelling tussen de liefde van Beatrijs en van de jonkman (edele liefde van het meisje; zinnelijke neiging van de jonkman).
8.Toon de kiese behandeling van Beatrijs' liefdeleven (reinheid van hart, soberheid, schaamte- en eergevoel, aarzeling, plichtbesef, weemoed, angstig voorgevoel voor de toekomst; nooit bijzonderheden).
9.Toon dat de dichter niet alleen de hartstochten kent, maar ook wat we gewoonweg ‘de wereld’ noemen (keurige beschrijving van kleren en sieraden; hoofsheid).
10.Welke verontschuldigingen voert de dichter aan voor Beatrijs' liefde? (jongeling die ze sinds haar twaalfde jaar kent, wonderlijke uitwerking van ‘de minne’ op ieder mens, bijna onweerstaanbare kracht).
11.Is de Beatrijsfiguur sympathiek? (haar zielestrijd, zuiverheid van inborst, edele drang van haar gevoelens [strijd en gebed ten spijt], ontgoochelde vrouw, berouw, opoffering voor het heil der kinderen).
12.Is de jongeling sympathiek? (geen strijd, een wereldling, een genotzoeker; geen trouw, geen berouw).
13.Bepaal het godsdienstig bestanddeel in de sproke (vertrouwen op God, Maria, barmhartigheid, berouw en biecht, nederigheid; gebeden (aantal, ogenblik, beeldspraak, zinspelingen); theologie (genade, roeping, Maria's tussenkomst als middelares, natuurkracht).
14.Toon dat de kloosterlijke staat een blijvende invloed op Beatrijs uitoefent.
15.Bewijs dat Beatrijs zich door Maria tot Jezus richt (de Maria-verering is zeer zuiver).
[pagina XV]
[p. XV]
16.Zoek de voornaamste stijlfiguren (herhalingen, geijkte uitdrukkingen, tegenstellingen (Beatrijs-jongeling), mythologische herinneringen, vizioenen, gesprekken, evangelische bewoordingen).
17.Wat kunt gij uit het verhaal opmaken over de auteur? (kent het kloosterleven in detail, Evangelie, ‘geletterd’ (Theophilus, Venus...); degelijke opbouw van de legende, psychologie, mensenkenner, theologisch juist, Mariavereerder).
18.Waarom is en blijft deze sproke ‘actueel’? (menselijk en humanistisch).

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken