De Beiaard. Jaargang 4(1919-1920)– [tijdschrift] Beiaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 395] [p. 395] Avondlied (Uit Ifis' doodszangen) Hoe d'avondzang aan vrome monden En lichte vensteren ontwelt: Gij hebt mij wèl bereid gevonden, Toen Gij mijn dagen hebt geteld. Nu barst mijn hart, een broze vaze, Van klare lijdzaamheid vervuld, Aan stukken - en een laatst verdwazen Om leven breekt mijn doodsgeduld. Heer, hoe onstuimig van verrukken Mijn lichaam als een bloeiend rijs Wil bloesemen - en ik wil plukken Den appel uit het Paradijs! Mijn bloed is gistig en opstandig, Mijn lijf is sterk en warm en wild! Ik wil niet sterven, vaderhandig Geslacht als bloedig offerwild. Ik huiver voor de felle snede, Gedreven in mijn sneeuwen hals. De dood aast op albasten leden, En pijpt als voog'laar pijnlijk valsch. BERNARD VERHOEVEN Vorige Volgende