Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Belfort. Jaargang 2 (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Belfort. Jaargang 2
Afbeelding van Het Belfort. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Het Belfort. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.15 MB)

Scans (40.81 MB)

XML (1.61 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Belfort. Jaargang 2

(1887)– [tijdschrift] Belfort, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 695]
[p. 695]


illustratie

Kronijk.

Loopend nieuws.

Nederlandsch Congres. - Op 14, 15, 16 en 17den September heeft het 20ste Nederlandsch Congres zijne zittingen gehouden te Amsterdam onder het voorzitterschap van professor Quack. De Hollandsche regeering was vertegenwoordigd door professor J. Alberdingk Thijm, de Belgische door zaliger M.D. Delcroix, lid der Vlaamsche Academie. De bijtreders waren talrijk, Vlaamsch België telde er ongeveer 80.

Redevoeringen en verhandelingen zijn uitgesproken door MM. prof. Quack, Mr Van Hall, D. Delcroix, prof. J. Alberdingk, Hoogleeraar P. Alberdink, M. Van Tienhoven, burgemeester der stad, Dr Jan Ten Brinck, Rechter Julius Obrie, Hoogleeraar P. Fredericq, Prof. De Vries, Nicolaas Beets, prof. Verdam, prof. Te Winkel, Pastoor Brouwers, Witkamp, Taco De Beer, Max Rooses, Rikkers, J. Vuylsteke, Mr Gompertz enz., enz. Dr Schaepman als redenaar ingeschreven om over Vondel te spreken was ongelukkig belet: onder de aanwezigen waren ook Dr Nuyens, Jan Van Beers en Johan Winkler.

Onder de goede uitslagen van het Congres melden wij met genoegen en inzonderheid den spoorslag dien de uitgave van het Nederlandsch Woordenboek van prof. De Vries ontvangen heeft, en die ons laat verhopen welhaast dat meesterlijk werk met rasse schreden vooruit te zien gaan.

Hoogleeraar Fredericq had het ongelukkig gedacht de brandende kwestie der Inquisitie te bespreken, doch gelukkig, en tegenstrijdig met onze vrees, is hij in geene politiek vervallen, maar bleef streng op wetenschappelijk terrein. Het redekundig steekspel op dat vraagpunt tusschen hem, Pastoor Brouwers en Alberdingk ontstaan was uiterst leerrijk en hoffelijk.

Sprekende van Hoogleeraar Fredericq, zeggen wij nog dat hij zich in Noord-Nederland welkom en vriendelijk gemaakt heeft met voordrachten van oude liederen, welke hij niet alleen letter- en taalkundig verklaart, maar ook zelf op hunne eigenaardige toonwijze zingt en uitgalmt. Men noemt er hem hartelijk de Vlaamsche Troubadour.

Max Rooses die te Antwerpen ‘Het Taalverbond’ tegen de Vlaamsche Academie oprichtte is loos en schalks zijn kind aan onze Noorderbroeders komen aanbevelen, in den waan dat de nietsvermoedende Noord-Nederlanders blind de pil zouden geslikt hebben, doch met de kiesche voorzichtigheid en verdraagzaamheid

[pagina 696]
[p. 696]

die ze kenschetst, hebben de Hollanders, lont geriekende, eenvoudig die zaak laten vallen, geene reden hebbende om den haat van den redenaar tegen die nationale en Vlaamsche instelling te behuwen.

Mr Jan Van Ryswyck die zich nooit op zijne plaats kan houden kon niet weerstaan op het stadhuis ongevraagd het woord te nemen, doch op het Congres zelf is hij bijna niet te zien geweest. Wat meer werk, Meester Jan, en wat min pose....

Dr Jan Ten Brinck is misselijk erg door de mand gevallen: op het banket wilde hij eenen heildronk brengen aan de dames, en na eenigen onzin waarin hij zegde dat alhoewel Vondel niet erotisch was, hij (Dr Jan) toch de vrouw wilde bezingen, vergreep hij zich zoo ver van te zeggen: ‘en toutes choses il faut chercher la femme’. Gansch de vergadering bloosde in zijne plaats om die onbetamelijkheid, hem verontschuldigde met te zeggen dat de sukkelaar den zin zijner aangehaalde woorden niet begrepen had. Het was waar, de man had geen slecht inzicht gehad, het was luttel onwetendheid.

Het banket had plaats op eenen Zaterdag en uit eerbied voor de katholieken liet men op de Spijskaart drukken Kreeftensoep en Garnalenpasteitjes op den vastendag berekend.

Voor de congresleden stond de deur open van verschillige genootschappen: van Artis, der 17 eeuwsche markt van de tentoonstelling der voedigsmiddelen en van het merkwaardig Rijksmuseum, waarvan het gebouw, naar plannen van Cuypers gemaakt, alleen reeds eene merkwaardigheid is. Een reisje naar Zaandam en eene vergasting op Macbeth van Shakespeare werd hun insgelijks aangeboden. Dit indrukwekkend drama in Nederlandsche verzen overgebracht door prof. Burgersdyck werd meesterlijk op de planken vertolkt.

Het volgend congres zal in 1889 te Antwerpen plaats hebben, en wij kunnen de katholieke letterbeoefenaars niet genoeg aanwakkeren talrijker die congressen te bezoeken, want zij zijn leerrijk en opbeurend en kunnen groot nut stichten.

 

Vlaamsche Academie. - Ter laatste zitting is gebleken, dat er vele antwoorden op de uitgeschreven prijsvragen voor 1887 zijn ingekomen. Tot keurraadsleden werden benoemd, voor: 1. (Verbinding der volzinnnn in het Gothisch), de heeren Roersch, Willems, Gezelle; - 2. (Stelselmatige lijst der uitgaven van middelnederl. werken en studiën over taal- en letterkunde), de heeren Willems, De Pauw, van der Haeghen; - 3. Taalzuivering. Lijst van bastaardwoorden met bijvoeging der echt Nederl. woorden in levend gebruik), de heeren Gezelle, Stallaert, Micheels; - 4. (Lofrede op Jan Frans Willems), de heeren Coopman, Nolet, Stroobant; - 5. (Volksboek om te bewijzen dat de Franschen op het einde der vorige eeuw de vrijheden, welke het belgische volk genieten mag, niet hebben aangebracht), de heeren De Potter, De Pauw, Mathot; - 6. (Verhandeling over het hedendaagsch tooneel in Belgie), de heeren Genard. P. Alberdingk Thym, van Droogenbroeck.

In de zitting van November wordt de zetel van M. Delcroix aangevuld en zullen de briefwisselende en vreemde leden gekozen worden. Er zijn een 40tal kandidaten voor enkel 10 plaatsen.

Het Jaarboek en de twee eerste Verslagen zijn verschenen: zij zijn waarlijk merkwaardig en bevatten geleerde en belangrijke bijdragen. Het is te hopen dat het licht onder den schepel niet

[pagina 697]
[p. 697]

zal gehouden worden en dat die uitgaven door het publiek zullen kunnen aangekocht worden.

Nu gaat ter perse De Sevenste bliscap van Maria, bezorgd door M. Stallaert, andere oude werken worden in gereedheid gemaakt.

 

Vlaamsche belangen. - Het comiteit van den Vlaamschen landdag te Brugge heeft een manifest uitgezonden waarin men in principaal eerbiedig vraagt:

Dat de Koning Vlaamsch spreke op Vlaamsche feesten en dat het Staatsblad in de twee talen verschijne.

Dat de wet in 1883 op het middelbaar onderwijs stipt uitgevoerd worde, en aangenomen worde door het vrij onderwijs, bijzonderheid in de meisjesscholen.

Dat de bepaling nopens het Vlaamsch in bestuurlijke en rechterlijke zaken trouw nageleefd worde.

Dat er te Gent en te Leuven een Vlaamsche cursus van strafrecht gegeven worde en dat men van de toekomende ambtenaren in het Vlaamsch land de kennis der volkstale eische.

Dat men van alle gekozenen, in de Kamers, in de Provinciale raden en de gemeentebesturen Vlaamschgezinde beloften en daden verge, in afwachting dat men er toekome niet alleen Vlaamsch te doen spreken in de Vlaamsche gemeente- en provinciale raden maar ook in de Wetgeving.

Dat er overal grievencomiteiten en genootschappen gesticht worden die alle rechtsschennissen aan den schandpaal spijkeren en ijveren tot den volkomen zegepraal der Vlaamsche zaak.

 

Vlaamsch Onderwijs. - In de Athenea en staatsmiddelbare scholen van Vlaamsch België zullen voortaan de leergangen van Aardrijkskunde en Geschiedenis in het Vlaamsch gegeven worden.

Men zegt dat in onze Geestelijke collegiën misschien insgelijks het Vlaamsch regiem der athenea zal ingevoerd worden.

 

Prijs van Rome. - Het kunstlievend Gent heeft weder de eer gehad een zijner inboorlingen den prijs van Rome te zien behalen. MM. Heckers en Lebrun, beiden van hier, zijn respectief met den eersten en tweeden prijs bekroond in den muziekkampstrijd van 1887. Hunne geboortestad heeft hun eene koninklijke intrede bezorgd; overal vaandels, bloemen, verlichting, geschenken en aanspraken. Al de maatschappijen der stad zoowel katholieke als liberale, strekten hun tot eerewacht van aan de spoorhalle tot aan het stadhuis en verder tot aan hunne woonst.

 

Vondelfeesten. - Antwerpen heeft waardiglijk op 19 September het driehonderdjarig jubelfeest gevierd van zijnen genialen inboorling van halven bedde. Er was een lange stoet van letterkundige maatschappijen, en redevoeringen van de heeren Genard en Gittens. De Leeuwendalers door Vondel werd in tegenwoordigheid van den Minister van Landbouw in den stadsschouwburg uitgevoerd. De Vlaamsche Academie had zich bij de plechtigheden laten vertegenwoordigen door de heeren Coopman, Hiel en Mathot.

 

Kunst. - Passaglia, de beroemde Italiaansche beeldhouwer is belast een monument te maken voor Rossini, in de kerk van Santa-Cruce te Florentië.

[pagina 698]
[p. 698]

Te Guatemala gaat men een standbeeld oprichten aan Bolivar, den bevrijder der midden-Amerikaansche republieken.

Bij een bic-à-bac-verkooper is er te Londen een prachtige Claude Lorrain ontdekt.

Sterfgevallen.

DEN 3 October 1887 overleed plotseling, te zijnen huize, de heer Désiré DELCROIX, Vlaamsche schrijver, afdeelingshoofd bij het Ministerie van Landbouw (afdeeling der Schoone kunsten), lid der Koninklijke Vlaamsche Academie. Geboren te Deinze den 23 September 1823, had hij den ouderdom van 64 jaren bereikt.

Hij genoot het onderwijs in de school zijner geboorteplaats en werd door het lezen van Rens' Nederduitsch letterkundig Jaarboekje tot de beoefening der letterkunde opgewekt. Medestichter eener vereeniging van Vlaamsche letterkunde nog vóor dat hij zijn achttiende jaar bereikt had, bekwam hij korts nadien eene plaats bij het bestuur der accijnzen, te Gent; maar geene bevordering bekomende, aanvaardde hij in een opvoedingsgesticht te Brussel de betrekking van leeraar. Een jaar nadien richtte hij zelf eene school in, en hij bleef in het onderwijs totdat hij in het Ministerie van binnenlandsche zaken aan 't hoofd werd geplaatst van het zoogeheeten ‘Vlaamsch bureel’, gelast met de bereddering van alle zaken in verband met de Vlaamsche letterkunde.

Het is in deze hoedanigheid dat D. Delcroix gewichtige diensten bewees. Ontelbaar zijn de verslagen en adviezen, door hem aan het hoogere Bestuur geleverd, en te zijner eere moet gezegd worden dat allen, zonder onderscheid, gunstig waren aan de ernstige pogingen der Vlaamsche letteroefenaren niet alléen, maar ook aan het zoo vaak miskende, kwalijk begrepen, of boosaardig uitgelegde doel der Vlaamsche Beweging. Mochten zijne onmiddellijke oversten aleens van een ander gedacht zijn dan hij - zijne diepe overtuiging, zijne hartstochtelijke liefde voor taal en volk, zijne vranke, rechtzinnige ophelderingen moesten, ten slotte, hen in zeer vele gevallen naar den goeden kant doen overhellen.

Delcroix's eerste schriften waren romans. Zijn Geld of Liefde genoot de eer niet alleen van eene tweede uitgave, maar van de vertaling: Friedrich Sturm bracht dit verhaal over in het Hoogduitsch, Ed. Olivier in het Fransch. Hij leverde ook verscheidene goede tooneelstukken, als Philippina van Vlaanderen en Lena (beide in den driejaarlijkschen Staatsprijskamp bekroond) en die, op het repertorium gebleven, nog heden evenveel bijval verwerven als bij hunne eerste opvoering.

Delcroix was begaafd met een gul, open, rondborstig karakter; zijn verlies verraste pijnlijk het geheele Vlaamsche letterkamp, waar hij geene vijanden had. Ruste hij zacht!

D.

 

† de Viel-Castel, deken van ouderdom der Fransche Academie, in den ouderdom van 87 jaar. Hij was de kleinneef van Mirabeau, de broeder van Horace de Viel-Castel waarvan de nagelaten werken om hunne veropenbaringen een tijd lang in Frankrijk verboden

[pagina 699]
[p. 699]

waren, en hij zelf heeft menige jaren in het politiek geweest als ambassadeur en onderbestuurder van de staatkundige afdeeling in het Ministerie van Buitenlandsche zaken (1848). Naast veel artikels in La Revue des deux Mondes, schreef hij Essai sur les deux Pitt en Histoire de la Restauration, een werk van 20 boekdeelen. In 1873 werd hij gekozen voor den zetel ledig gelaten door het afsterven van graaf de Segur.

 

† Albert Duruy zoon van den ouden minister van Openbaar Onderwijs in Frankrijk. Bonapartist, heeft hij in menige bladen voor het keizerrijk geschreven, na zich naam en faam verworven te hebben met zijne werken ‘Comment les empires reviennent’ en L'Instruction publique et la révolution.

Als soldaat heeft hij den franco-duitschen oorlog medegemaakt te Reischshoffen, Gravelotte en Sedan, vanwaar hij gekwetst, als krijgsgevangen, naar het fort van Maintz overgevoerd is. Hij bestreed het berucht arttkel 7 van Jules Ferry en op zijn uiterste zocht hij nog documenten om zijnen keizer te verdedigen tegen de aanvallen van M. Taine.

 

† Richard Jefferies, een der bekendste Engelsche schrijvers. Zoon van eenen landbouwer muntte hij uit in het beschrijven van landelijke tafereelen. Het wilde leven in een zuiderlijk graafschap, Rond een grooten eigendom en Het landleven zijn zijne standaardwerken. In de laatste jaren van zijn leven zelf niet meer kunnende schrijven dicteerde hij zijne gewrochten.

 

† Alfred Hennequin bekend om zijne veel gespeelde tooneelstukken Procès Veauradieux, Dominos roses, Bébé, enz. Geboortig van Luik was hij eerst als ingenieur in het Ministerie van Openbare werken, doch na eenig welgelukken met stukken op het Théâtre des Galeries St. Hubert, ging hij zich te Parijs vestigen. Hij is er gestorven in het krankzinnigenhuis van St. Mandé.

 

† Beresford-Hope, bewarend lid der Kamer der gemeenten voor de Hoogeschool van Cambridge. Hij had de zuster gehuwd van Lord Halsbury, stond gekend als uitmuntend schrijver en was de bestuurder der vermaarde Saturday Revieuw.

 

† Markies de Foudras, zoon van den bekenden romancier van dien naam, en zelf onderscheiden veldslagbeschrijver. Hij schreef wat hij beleefd had, want tijdens den franco-duitschen oorlog commandeerde hij de franc-tireurs van de Sarthe.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken