Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Belfort. Jaargang 7 (1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Belfort. Jaargang 7
Afbeelding van Het Belfort. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van Het Belfort. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.73 MB)

Scans (59.14 MB)

XML (1.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Belfort. Jaargang 7

(1892)– [tijdschrift] Belfort, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 427]
[p. 427]

Boekennieuws en kronijk.

Zes oude Nederlandsche liederen, bewerkt door Fl. van Duyse, voor koor met begeleiding van harmonium. Brussel, A. Vanderghinste en K. Vanderauweraa. (Dit werk werd kosteloos gezonden aan al de leden van het XXIe Nederlandsch Congres verleden jaar te Gent gehouden, in afwachting dat de Handelingen welke onder pers zijn, hun ook gezonden worden.)

De Heer Fl. van Duyse heeft zich in de muziekkunst van ons land eenen bijzonderen naam verworven; hij beoefent er, zoo men wil, het oudheidkundige gedeelte van.

't Zijn de oude melodiën, die hij met de meeste liefde opzoekt, en daar blijft het niet bij, immers op uitstekende wijze weet hij hunne eenvoudigheid, hunne fijnheid, hunne frischheid en hunne waarheid in al hun licht te stellen.

De muzikale paarlen, tot heden toe door zijne volhardende navorschingen ontdekt, zijn thans tot een heerlijk snoer samengeregen. De lof hem toegezwaaid geldt zoowel voor den eerbied, met denwelken hij de woorden der oude liederen bejegent, als voor de grondige kunst met dewelke hij ze ons aanbiedt, verlicht door de rijkste kleuren eener polyphonie die nooit hun echte karakter wijzigt.

Ter gelegenheid van het XXIe Nederlandsch Congres heeft de Heer Fl. van Duyse een bundel oude liederen der Nederlanden van de 14e tot de 18e eeuw in 't licht gezonden.

Vier hunner zijn geschreven voor gemengd koor. Een voor sopranien altistemmen (nr 4) en het laatste (Willen wy 't haesken jagen door de hei?) voor mannenstemmen.

De begeleiding van 't laatste Lestaat voor horens en koperen instrumenten, alle werden met begeleiding van harmonium geschreven.

Ons voorvaderen, hadden den niet betwisten naam, goede muzikanten te zijn; liederen als deze toonen zonneklaar, dat die naam niet onverdiend was; en het is met droefheid dat wij deze zoo indrukwekkende muziek in tegenstelling brengen met de dolle zangen die heden in onze straten weerklinken.

De uitvoering lijdt niet veel moeilijkheid, en de auditie, bijzonder in chronologische orde is uiterst aantrekkelijk.

Alb. S.

 

Verjaringsfeest en kermisviering, een vergeten Antwerpsch gebruik, door J.-B. Vervliet. Drukkerij L. Braeckmans, te Brecht.

Vrij belangwekkend is dit boekje voor al wie zich met folklore en oude gewoonten bezighoudt. De schrijver schetst de gebruiken welke vroeger in zwang waren bij die hooggetijden, en daar het altijd op drinken op uit kwam geeft hij ons al de drankliedekens, de eene zonderlinger dan de andere, welke men op die feestelijkheden zong en reci-

[pagina 428]
[p. 428]

teerde. Voorwaar het opzoeken van al die eigenaardigheden moet aan den heer Vervliet veel tijd en last gekost hebben met ze uit den mond der peekens en meekens te gaan opvangen.

 

Wegwijzer in een spaarhof nr 2, tweejarig verslag over de economische werken van den parochialen Christenen Gilde-Bond, die gevestigd zijn in het Spaarhof te Eeghem (1 Juli 1889-1 Juli 1891) door H. Van den Driessche, pr. R. Van Landeghem te Thielt en A. Siffer te Gent. Prijs fr. 0,75.

Dit werk is een vervolg en eene vollediging op de andere verdienstelijke schriften van den heer Van den Driessche: Vijf economische werken mogelijk ter stede en te lande (0,75), OEuvres économiques rurales (1,00) en Wegwijzer in een spaarhof I (0-75) (Spaarhof III is ter pers).

Lees die werken en gij zult den waren christen volksman leeren kennen die reeds zooveel nuts gesticht heeft overal waar hij werkzaam is geweest. Gij zult er overigens in leeren wat men verrichten kan op staathuishoudkundig gebied ten voordeele van het volk met goeden wil, werkzaamheid en aanhoudendheid.

 

De oorsprong der Vlaamsche taal, haar invloed op het schoonheids-, zedelijk en godsdienstig gevoel van den stam, redevoering uitgesproken in de plechtige zitting van het Vlaamsch pleitgenootschap der Brusselsche balie, door P. Gisseleire. Gent, A. Siffer. Prijs fr. 0,75. Deze merkwaardige studie waarvan het Belfort als primeur een paar brokstukken gegeven heeft is door al de Vlaamsche bladen met den meesten lof onthaald geworden.

 

Eene reis door 't water is een verdienstelijk boek, uitgegeven door den heer Eug. Leën. Eene wonderreis, gelijk Jules Verne er levert. Deze eerste poging is zeer wel gelukt. Het verhaal biedt afwisseling van toestanden aan, is boeiend en wel geschreven, ja zal, meenen wij, meer behagen dan verscheidene schriften des Franschen meesters, die zich weleens verdiept in lange, droge wetenschappelijke beschrijvingen, welke... niet gelezen worden.

't Plan van Eug. Leën is niet nieuw: een electrisch schip, dat onder water de golven doorklieft; maar 't vergunt den schrijver de wonderen der zee te bespieden, en eenvoudig, ja, maar toch treffend, weer te geven. Dit boek verdient meer dan honderd Fransche prullen, uit Tours of van elders jaarlijks door onze katholieke schoolbestuurders met karrevrachten ontboden, als prijs te worden uitgereikt. Het is, bovendien, voorbeeldig schoon, op prachtpapier gedrukt, wat ter eere strekt der St.-Quintinusdrukkerij te Hasselt. Eug. Leën - boeken van dien aard, leerrijk en boeiend, zullen er nooit te veel zijn.

 

Gedichtjes voor het Vlaamsche Volk, door eenige Oost- en Westvlaamsche jongelingen, gevolgd van een uitgebreid nawoord, door Petrus van Nuffel. - Eerste reeks. - Aalst, boekdrukkerij van Petrus Van Nuffel, Rozemarijnstraat, 6. Prijs fr. 0,50.

[pagina 429]
[p. 429]

Deze ‘gedichtjes’, alhoewel nog eene onbedrevene hand verradende, zijn aanbevelenswaardig, alleen om het rein en loffelijk inzicht waarmede de jonge schrijvers bezield zijn, namelijk den smaak voor de Vlaamsche poëzie onder het Vlaamsche volk te verspreiden en er voedsel aan te geven.

Studie en oefening, ziedaar wat wij den schrijvers aanraden.

 

Drie ernstige tooneelstukjes voor Pensionnaten, Patronaten en Katholieke scholen voor meisjes, door C.H.T. Jamar. Gent, A. Siffer. Prijs fr. 1,50.

Volmondig juichen wij die lieve stukjes toe, want voorwaar het zijn pereltjes die zeer welkom zullen zijn in het repertorium van die, welke de zedelijke en godsdienstige opvoeding ter harte nemen.

Wij hebben Een goed hart met eene zoete en diepe ontroering gelezen en op het einde den lust gevoeld het te herlezen. Die eenvoudige bladzijden zijn vol met schoone gedachten en edele gevoelens.

Het zieke meisje is eene hertbrekende gebeurtenis in troost getemperd door de christelijke onderwerping; Narda of de jonge martelares hangt ons een roerend tafereel op van de eerste tijden van het Christendom in België.

Treffen die boeiende stukjes reeds zoo veel bij de lezing, natuurlijk zullen zij nog aangrijpender werken op het tooneel vertolkt.

De gekende schrijver die reeds zoo veel goeds gesticht heeft met zijne talrijke werken van godvruchtigheid en zedeleer verdient den besten dank om zijn schoon talent ook te willen wijden hebben aan de meer nederige tooneelliteratuur onzer scholen en meisjespatronagiën.

 

Constans Clorus of de dageraad der zegepraal, treurspel in drie bedrijven en in verzen, door H. Léveillé, uit het Fransch in Nederlandsche verzen vrij vertolkt, door J.W. Van Genck, priester. H. Vander Schelden. Gent. Prijs fr. 0,75.

Dit treurspel welke wij reeds besproken hebben, en om zijne letter- en tooneelkundige waarde aan onze colleges warm mogen aanbevelen hebben wanneer het in 't Fransch verscheen, zal ongetwijfeld ook bij 't Vlaamsch publiek met gretigheid onthaald worden. Overbodig ware het een tweede maal het stuk te ontleden en te toonen dat het met bijval opgevoerd zal worden, wijzen wij nu enkel op de verdiensten van de Vlaamsche vertaling waarvan de verzen wel gebouwd zijn en in hunne vloeiendheid en natuurlijke ongekunsteldheid glad van stapel loopen. De lezers van het Belfort hebben overigens de verzen van den schrijver reeds kunnen waardeeren: hij is stylist in dicht en ondicht en daarbij dichter.

 

Woordenboek der Nederlandsche taal. - Thans is de 13de aflevering der 2de reeks verschenen, Ontoerekenbaar-Onvast, bewerkt door Dr A. Kluyver, met medewerking van Dr G.G. Uhlenbeck en Dr W.-L. de Vreese. Met genoegen stellen wij vast dat er in deze aflevering welwillend rekening begint gehouden te worden der wenschen uit

[pagina 430]
[p. 430]

Zuid-Nederland, en dat er veel meer citaten uit onze schrijvers te vinden zijn. Hulde dan aan de Redactie en aan de bemoeringen van Dr de Vreese, die, verzekert men ons, fel aan het excerpeeren is van werken onzer Belgische letterkundigen.

 

Prijskamp 1891-93. - Prijs van 2000 fr. - Opstellen van een boek, in het Vlaamsch geschreven, en ten doel hebbende den schrijnwerker en meubelmaker de zucht tot kunst en goeden smaak te geven, en tevens door uitleg en voorbeelden hem tot bevordering de noodige middelen te verschaffen.

De mededingende werken zullen vóór 1 December 1893 vrachtvrij moeten toegezonden worden aan den secretaris der commissie, den heer H. Jacobs, bureeloverste ter griffie van het provinciaal bestuur, te Antwerpen, alwaar de schrijvers het omstandig program van den prijskamp kunnen bekomen.

De schrijvers mogen zich op geene wijze doen kennen; zij zullen hun werk voorzien van eene kenspreuk, die zij herhalen zullen op een verzegeld briefje, inhoudende hunnen naam en hunne woonplaats. Bij gebreke daaraan, kan de uitgeloofde prijs niet toegewezen worden.

 

Kon. Vl. Academie. - In de zitting van Mei werd besloten dat de plechtige algemeene jaarlijksche vergadering den 23 Juni aanstaande zal gehouden worden, voorafgegaan door de gewone zitting den 22 Juni.

De openbare vergadering zal vermoedelijk in het nieuw lokaal plaats hebben.

De heer Coopman geeft verslag over de werkzaamheden der Commissie van nieuwere letterkunde, en wel over het samenstellen van vakwoordenlijsten. Immers vele oude Vlaamsche vakwoorden gaan meer en meer verloren om vervangen te worden door vreemde, waarvan de beteekenis niet door onze stielen verstaan wordt. Ook wordt het uitschrijven aanbevolen van eenen prijskamp over vakwoorden, betreffende timmer- smids- en metselwerk.

De heer Broeckaert wordt gekozen tot secretaris der commissie van geschiedenis en bibliographie, ter vervanging van den heer de Potter, die zijn ontslag gegeven, en verklaard had bij zijn besluit te blijven.

De bespreking over de candidaten voor de openstaande plaatsen in de Academie behoort tot de geheime zitting. De kiezing er van zal in Juni plaats grijpen.

Verder hoort de Academie lezing van de verslagen over de prijskampen, verslagen welke in de Mededeelingen zullen verschijnen.

Naar aanleiling van een schrijven van den eerw. heer Craeynest, beslist de vergadering dat de lijst der bastaardwoorden van den heer Broeckaert alleen zal uitgegeven worden. Immers meldt de heer Craeynest dat hij wel toelaat zijn eerste handschrift door de Academie te laten drukken, maar geenszins zijne nieuwe bewerking tot hare beschikking wil stellen.

[pagina 431]
[p. 431]

Bij koninklijk besluit van 14 Mei 1892 is de driejaarlijksche prijs der Nederlandsche Tooneelletterkunde voor het XIIe tijdvak toegewezen aan den heer Nestor de Tière, voor zijn tooneelwerk getiteld Een Spiegel, drama in drie bedrijven, en het bedrag van dien prijs in geld is bepaald op 1500 frank.

Het verslag van den heer Alberdingk Thijm over dezen prijskamp zal in de Verslagen en Mededeelingen der K. Vl. Academie uitgegeven worden.

 

Met Tijd en Vlijt. - De feesten den 15 Mei gevierd ter gelegenheid van het 25jarig voorzitterschap van hoogleeraar Willems zijn schitterend geweest, zoowel het toon- en letterkundig avondfeest des Zaterdags ingericht door de Westvlaamsche Gilde, als de feestzitting in het studentenhuis, de plechtige mis, het banket en de stoet waarin zelfs - goed voorteeken van verbroedering - de Waalsche maatschappijen met hunne schilden en banieren voorkwamen.

De heer A. Van de Vyvere, secretaris van Met tijd en vlijt, sprak welsprekend den lof uit van den jubilaris en bood hem zijn geschilderd portret aan met een kostelijk boekdeel, de jongste lettervruchten van het genootschap. De heer Willems, bedankte in diepe ontroering en hing een levendig tafereel op der Vlaamsche beweging sedert de 25 laatste jaren, waarna hij zijne meesterlijke rede besloot met wijze en practische wenken, die elders dan bij de studeerende jeugd, ook hun belang hebben en hun nut zullen stichten.

Op het banket, waar wij aan de eeretafel een aantal collegas van den gevierde bemerkten, nevens onderscheiden oud-leden van alle kanten toegekomen, werdt het woord gevoerd door Mgr Abbeloos, rector der Hoogeschool, door de heeren Hoogleeraars Willems, Alberdingk Thijm, Helleputte, Van Biervliet, Mgr Everts van 's-Hertogenrade, Alexander Cruyt, voorzitter der Rodenbachsvrienden uit Gent, de heeren A. Van de Vyvere, L. Bruininck, Sencie en Ignaas De Beucker.

Het Belfort is gelukkig zijne gelukwenschen te mogen voegen bij die der talrijke vereerders, welke op dien plechtigen dag den heer Willems hulde zijn gaan brengen. Wij begroeten in den hooggeachten jubilaris den geleerde overal gewaardeerd en geroemd; den wijzen en en voorzichtigen voorzitter van het Davidsfonds, onder zijn bestuur met reuzenstappen vooruitgegaan; den hoofdman der katholieke letterkundige Vlaamsche Beweging; den voortzetter, te Leuven, van Vader David in het vormen der Vlaamsche jeugd; den voorzitter en leider van Met tijd en vlijt, dat machtig genootschap dat stellig als de eerste kweekschool mag geroemd worden van Vlaamsche kampers, die na in den schoot van die maatschappij opgeleid geweest te zijn, in al de gewesten van het Vlaamsch België het goede zaad gaan uitstrooien.

 

Het gouvernement, zegt de Journal de Bruxelles, heeft voldoening gegeven aan de Waalsche afgevaardigden, die het ontvangen had en die de vragen der Waalsche tooneelschrijvers deden gelden. De

[pagina 432]
[p. 432]

minister van binnenlandsche zaken heeft aan den koning een besluit onderworpen, waarbij de Waalsche tooneelwerken toegelaten worden tot het genot der premie, verleend aan de nationale tooneelwerken.

Men weet, voegt het blad er bij, dat de Vlaamsche stukken dezelfde gunst genieten; het gouvernement laat dus zien, dat het even welwillend is voor al de letterkundige voortbrengselen van het land. Zeer goed, zegt het Fondsenblad, maar in welk Waalsch zullen die gewrochten moeten geschreven zijn: in dit van Luik, van Arlon, van Namen, van Bergen en van Doornik, want de Vlaamsche stukken zijn niet geschreven in het Antwerpsch, Brusselsch, Gentsch, Brugsch of Hasseltsch, maar in dezelfde taal, zoodat zij in al de Vlaamsche gewesten verstaan worden, wat niet het geval is met de Waalsche.

 

Vlaamsche belangen. - Men schrijft dat er door toedoen van Z. Em. den Kardinaal-aartsbisschop, onlangs eene academie van letterkunde, met drievoudige afdeeling, in het groot Seminarie te Mechelen is ingericht: eene Latijnsche afdeeling, eene Vlaamsche en eene Fransche. Eerstdaags zullen dergelijke letterkundige maatschappijen, Vlaamsche en Fransche, in al de kleine Seminariën en colleges van het aartsbisdom voor de hoogere klassen tot stand gebracht worden.

 

† Theodoor-Jozef Canneel, kunstschilder, bestuurder der koninklijke teeken-Academie onzer stad.

De heer Canneel was eerst werkzaam als letterzetter, schreef in zijne jeugd eenige Vlaamsche verhalen welke hij zelf zette op de drukkerij. Weldra legde hij zich op de schilderkunst toe, hij studeerde met ijver, deed de classieke reis naar Italië en bracht het zoo ver dat hij welhaast onder onze beste schilders gerekend mocht worden.

Het lijfstuk van den overledene is en blijft zijne muurschildering der Sint-Annakerk alhier, ongelukkiglijk nog onvoltooid.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Florimond van Duyse

  • over J.B. Vervliet

  • over G.B. Truyens

  • over Theodoor Josef Canneel

  • over Eugeen Leën

  • over Petrus Van Nuffel

  • over J.W. Van Genck