Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Belfort. Jaargang 7 (1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Belfort. Jaargang 7
Afbeelding van Het Belfort. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van Het Belfort. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.73 MB)

Scans (59.14 MB)

XML (1.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Belfort. Jaargang 7

(1892)– [tijdschrift] Belfort, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Varia.

't Is te verwonderen dat men van het middelnederlandsch voorn., enclit. i, van den pronominalen stam i, enkel den meervoudigen genitivus er in de schrijvende taal behouden heeft, en dat de andere gedaanten enkel in de sprekende taal bleven stand houden.

't Is misschien om deze ongerijmdheid te vermijden dat Vercouillie naar eene andere afleiding uitziet en den volgenden uitleg mededeelt: ‘Er, voornaamw. dial. der, Mnl. er, re, der, verdoffing met aphaerese der d uit dier, genit. meerv. van 't demonstrat., verwant met Hgd. deren.’

Naar onze bescheiden meening is die afleiding niet gegrond:

Er luidt in de gouwspraken der, 't is waar, maar de d is er ingeschoven door epenthese: hoeveel warender?, even als in warmder, kleinder, enz.

Ten anderen de d blijft achter als er geen nood tot invoeging bestaat bij v. einzer gezien? = hebben zij er gezien?

Aanschouwt nu de twee voorbeelden: sprekende van eenen prijs, zal iemand zeggen: 'k geven te verloten; sprekende van verschillige prijzen, zal hij zeggen, 'k gever te verloten.

[pagina 20]
[p. 20]

Indien onze twee voorbeelden in 't middeln. stonden iedereen zou zeggen: de twee voornaamw. en en er die er in komen zijn twee gedaanten van 't middelned. voornaamw. dat als volgt verbogen wordt:

Mann. Vrouw. Onz. Meerv.
N. i   et  
G. es, s ere, re, er es, s ere, re, en.
D. em, en ere, re, er em, en  
A. ene, ne, en   et  

Dat voornaamwoord bestaat ook in 't oudfr. en 't oudsaksensch; 't behoort tot den pronominalen stam i en 't heeft hoegenaamd geen uitstaans met het voornaamw. waarvan de meerv. genit. dier luidt.

Als die twee voorbeelden nu in de hedendaagsche friso-saksensche spreektaal te voorschijn komen, zal iemand aannemen dat den accus. en van den eenen kant tot hetzelfde voorn. blijvende behooren, de genit. er niet meer gelijk in de middeleeuwen den pronominalen stam i zal vertegenwoordigen om de vorm te worden van een ander voornaamwoord?

 

Jan Bols drukt in zijn werkje: Verschil in Uitspraak tusschen de Zuivere en Gemengde e en o op bladz. 2:

‘De klinkers e en o bestonden niet altijd in de Indo-Germaansche talen. Slechts a, i en u zijn oorspronkelijk; al de overige klinkers en tweeklanken zijn er wijzigingen van.

De e is eene wijziging van i, a of ai en de o van u, a of au.

Verder blijkt, dat de lange heldere of opene e's en o's, uit de enkelvoudige, oorspronkelijke a, i en u ontstaan, juist diegene zijn, waaraan algemeen, behalve natuurlijk in de twijfelachtige gevallen, de zoogenaamde zachtlange klank wordt toegekend; terwijl de ineengesmolten tweeklanken ai en au aan erkende scherplange e's en o's beantwoorden.’

Dat wordt nu geheel anders uitgelegd:

Het Oorgermaansch bezit o.a. de volgende vokalen: i, î, ù, û, è, eu, ê, a, ai, au, ô, um, un, ur, ul, ar, al.

Welnu de korte i en de korte e zijn in opene lettergrepen tot eene gerekte e bedegen; 't is deze die onze zachtlange e genoemd wordt.

De klank ai is eene lange e geworden en wordt bij ons de scherplange e geheeten.

De korte o is eene gerekte o geworden in opene lettergrepen: 't is onze zoogezegde zachtlange o.

Au wierd uitgeweerd voor w eene lange o: in onze spraakkunsten komt zij onder den naam van scherplange o.

Heute wird von Gebildeten in der Aussprache gar kein Unterschied mehr gemacht: alle sprechen gedehntes o, zegt J. Te Winkel in zijne Geschichte der Niederländische Sprache.

Hij leze het werkje van Jan Bols. (Gent, A. Siffer.)

Jul. Cl.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken