Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Belfort. Jaargang 8 (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Belfort. Jaargang 8
Afbeelding van Het Belfort. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Het Belfort. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.33 MB)

Scans (41.13 MB)

XML (2.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Belfort. Jaargang 8

(1893)– [tijdschrift] Belfort, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 299]
[p. 299]

Vragen en wenken.

Een opstel dat we van harte zouden wenschen in alle Vlaamsche en Vlaamschgezinde dagbladen te zien overdrukken, verscheen in de Jeune Belgique van September, met het opschrift: Le Mouvement Flamand, en de onderteekening: La Direction.

De lezing ervan heeft ons deugd gedaan. Flaminganten, jongens, ons werk gaat vooruit: zoover is 't gekomen dat de Aristocratie onzer Verfranschten het noodig oordeelt de noodbazuin te steken. Uit Vaderlandsliefde zouden de Vlamingen afstand moeten doen van hunne taal- en volksrechten. De zegepraal van deze rechten is de ondergang van België, enz., enz. Ziehier onvertaald, een drietal der merkwaardigste uittreksels:

Na eene korte en (hoeft het gezegd?) doorgaans onnauwkeurige schets van het ontstaan der Vlaamschgezinde partij, spreekt La Direction hare verbittering uit met de volgende woorden:

‘Le “mouvement flamand” eut ses ligues, ses meetings, ses journaux, son académie et ses cavalcades. Le but avéré que poursuit le parti est exposé par sa devise: In Vlaanderen Vlaamsch! “En Flandre, le Flamand!” Il s'agit en effet de faire parler le flamand par tous les habitants des Flandres, de rendre à cette langue la primauté prétendûment usurpée par la langue française; on demande que l'enseignement moyen et l'enseignement supérieur soient flandricisés: au collége, à l'athénée, à l'université, les cours devraient être donnés en flamand. Ce n'est pas tout: ces jours derniers un congrès flamingant, siégeant à Bruges, proposait d'exiger de tous les députes flamands qu'ils parlassent le flamand à la Chambre.’

Bij het woord Académie komt eene aanteekening onderaan de bladzijde:

‘Son académie! Votlà ce qu'il ne fallait accorder à aucun prix. En fondant l'académie flamande, le gouvernement reconnaissait le flamand comme langue officielle, au même titre que la langue française.’

En nu het slot, bijna in zijn geheel, zooals het gaat en staat:

‘Il est facile de deviner où l'on va; si ce mouvement n'est pas enrayé, c'est à la destruction de notre nationalité que nous marcherons. La partie wallonne du pays, dont on connaît la gallophilie, se donnerait sans répugnance à la France; la partie flamande irait probablement s'incorporer à la Hollande. Les chefs du mouvement flamand n'ont jamais caché le peu de cas qu'ils font de l'intégrité du royaume. Ils sont Flamands, ils ne sont pas Belges.

Qu'on ne nous taxe ni de pessimisme ni d'exagération. Lorsque l'on pourra faire ses études en flamand et exercer les professions libérales et les hautes fonctions publiques sans devoir recourir à l'usage du français, on cessera de parler français en pays flamand; plus de lien moral done entre nos provinces flamandes et nos provinces wallonnes. Quand les lois seront faites par des chambres bilingues, où les Flamands possèderont une majorité tormidable, les populations belges qui parlent le français se trouveront presque en pays ennemi et tourneront leurs regards vers le sud. Des liens moraux et intellectuels les uniront étroitement aux Français, tandis que les Flamands ne seront plus pour eux que des étrangers plus ou moins hostiles.

On eût évité peut-être tous ces périls si le gouvernement avait écrasé le parti flamingant dans l'oeuf: il fallait se hâter de donner satisfaction aux justes griefs et repousser avec fermeté les prétentions

[pagina 300]
[p. 300]

exagérées; il fallait ne point permettre aux partis politiques de se servir de la question flamande comme d'un tremplin électoral, et, au besoin, recourir à des répressions. Maintenant il est bien tard pour parer au danger...

Et quoi tout cela concerne-t-il les écrivains belges? En ceci.

En faisant fleurir les lettres françaises en Belgique, nous resserrious le lien intellectuel et moral qui fait l'unité du royaume; tout en affermissant notre nationalité, nous travaillons aussi à faire de notre pays une importante province littéraire de la France. Mais si nous avons à craindre que ce lien ne soit détruit et que nous n'en soyons réduits à être les écrivains de la petite Wallonie, laquelle ne tarderait guère à être politiquement absorbée par la France, quel avantage trouverons-nous à rester claquemurés dans un pays sans avenir? Ne vaut-il pas mieux dès à présent nous adresser au public français et tenter la fortune à Paris?

Telle est la question qui va s'imposer bientôt aux méditations de nos amis. - La Direction.’

 

In den zesden jaargang van het Belgisch Museum (1842), bl. 427, schreef J.J. Willems, bij eene plaat in steendruk, de volgende aanteekening:

In een klooster by Saint-Quentin, thans afgebroken, bestond er eene galdery of pand, waervan de vensters, in geschilderd glas, schier al de avonturen van Reinaert verbeeldden. De Eecloosche schilder De Vliegher, nu vier of vyf jaren geleden, in die fransche stad verblyvende, heeft aldaer nog een dier glazen gevonden, 't welk my door den graef De Kerkhove d'Exaerde geschonken is. Het vertoont de by Phaedrus en by Lafontaine (Liv. III, 5) bekende fabel van Reinaert en de Bok, en wordt hiernevens, in steendruk, den lezer onder het oog gebragt, ter grootte van het stuk.’

Men vergelijke die afbeelding met de plaat in Vondel's Warande der Dieren, (Uitgave Unger, bl. 228): er kan geen twijfel bestaan dat de eene copie is van de andere. Het is zeer waarschijnlijk dat de koperets van Marc Gheeraerts, waarbij Vondel zijne fabel dichtte, den glasschilder voorlag, en niet omgekeerd; het is mede wel het aanstippen waard dat er getuigd wordt van Marc Gheeraerts, dat deze veel teekeningen ten behoeve van glasschilders heeft vervaardigd.

 

Uit Biekorf van Herfstmaand (no 18, bl. 288):

‘In 't Belfort, 1893, no 8, bl. 130, wordt er gevraagd of 't waar is dat er te Iper en ommelands nog hervormden verstrooid leven.

Antwoorde:

Noch verstrooide, noch ingekeerde (niet verstrooide) hervormden en zijnder hier. 't Is 29 jaar dat ik er zoeke en-geene en vinde.

lper. Fr. H.C.D.’

[pagina 301]
[p. 301]

Het gedacht, de gedachte.

Het gedacht is Vlaamsche streekspraak.

De gedachte is Nederlandsch.

Doch een Vlaming die overal de gedachte zegt waar hij vroeger het gedacht gebruikte zal daarom nog geen Nederlandsch spreken; integendeel, in vele gevallen zal zijne taal noch Nederlandsch noch Vlaamsch zijn. De Vlaming immers spreekt van het gedacht in de beteekenis niet alleen van het Fransche pensée, maar ook van het Fransche idée, opinion, projet enz. De gedachte integendeel heeft eene veel engere beteekenis: de daad van het denken aan iets, in het Fransch la pensée; denkbeeld, meening, voornemen, enz. moeten dan dienen om de overige beteekenissen van het gedacht weer te geven. Men zal dus niet zeggen: dit is mijne gedachte (opinion), maar dit is mijne meening; niet eene goede gedachte (idée), maar een goed denkbeeld; niet eene gedachte volbrengen, maar een voornemen volbrengen. Zooals bij alle regels, zijn er echter ook hier uitzonderingen. En met te beweren dat men in al die zaken wel doet al zijne gedachten goed bij elkander te houden, spreekt men onberispelijk Nederlandsch en vertaalt men nochtans door gedachte het Fr. idéé.

 

Officiëel Vlaamsch beteekent maar al te dikwijls slecht Vlaamsch. Op een winket in het posthotel te Brussel: Le billon étranger n'est plus admis dans les caisses de l'état. = Het vreemde scheidemunt is in de staatskassen niet meer ontvangen. Wie pasmunt niet kent is de passende vertaler niet, dien men in de officiëele bureelen zou noodig zou hebben.

Ce trein s'arrête à toutes les stations de son parcours. = Deze trein blijft stilstaan overal waar hij voorbij rijdt!

 

Gelezen in een onzer beste Vlaamsche bladen:

‘Die kring zal een borstweer en een dijk zijn tegen het dreigend socialisme, dat de maatschappij ondermijnt.’ Ik meende dat een dijk tot schut diende voor overstroomingen en niet tegen onderaardsche wroeters!

Er wordt gemeld dat de toestand veel verslecht is van den heer D... voorzitter van den Liberalen kring, die reeds sedert eenige maanden ziek is!!!

In zijn huis gezelfmoord door verhanging. Waarom niet enkel verhangen?

 

Een uitmuntend werk van taalpolitie is het nieuw werk van den zeer eerw. heer kanunnik Muyldermans: Verzameling der meest voorkomende moeilijkheden, gallicismen en germanismen in onze taal, bijdragen tot taal- en stijlzuivering.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken