Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 1 (1868-1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (48.45 MB)

Scans (1610.58 MB)

ebook (42.73 MB)

XML (2.89 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 1

(1868-1869)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De gevangenis.

De inrichting der huizingen bestemd tot huisvesting der gevangenen maakt een voornaam deel uit der zorgen van den Staat. Het inrichten der gevangenisen is thans een levendig besproken vraagpunt; theoretische en practische stelsels, financiëele staatsbelangen bestrijden elkander dikwijls en verwarren de openbare meening over het al- of niet, het meer of minder toepasselijke van dit of dat stelsel. Men onderscheidt behalve de krijgsgevangenschap, (die in onzen tijd niet anders beteekent als ontwapende personen te beletten verder deel te nemen aan den oorlog) de schuld-, de preventieve en de strafgevangenschap.

De strijd over de beste inrichting der strafgevangenschap is nog onbeslist gebleven. Men is het nog niet eens geworden, of de gevangenis dienen moet tot inboezeming van afschrik aan de kwaaddoeners, of tot eene vergeldende, verzoenende gerechtigheid, of tot verbetering der gevallenen. De beste inrichting is die, waar tot deze drie hoofdzaken gezamenlijk gewerkt wordt, zonder daarbij eene scheiding te maken; vooral is het een volstrekte plicht van den Staat te zorgen dat de gevangenis niet strekke tot meerder zedelijk verderf van den bestrafte. Tot in de XVIIe eeuw overheerschten in alle europeesche strafwetboeken de dooden lijfstraffen alle andere. Terechtstellingen, verminkingen brandmerken waren de natuurlijke voortbrengselen van het afschrikkingsstelsel. Onder de vrijheidsstraffen bekleedde eene eerste plaats de verbanning, die voor bijna alle Staten slechts bestond in eene verwisseling van misdadigers. Duitschland was in meer dan 300 deelen verbrokkeld, en wanneer nu een veroordeelde niet rijp voor de galg scheen te zijn, zond men hem over de grenzen des lands - en liet men daarentegen door eenen vreemdeling, die met den weggezondene zoo wat gelijk stond, de opengevallen plaats innemen.

In het midden der XVIIIe eeuw is de verbanning in gevangenschap veranderd en trad tegelijker tijd een nieuwe geest in de strafwetgeving. De doodstraf werd tot enkele gevallen beperkt, en men zag terecht in, dat het beter is misdaden te voorkomen, dan die door eene gruwelijke wreedheid te wreken. Er worden tegenwoordig veel pogingen aangewend om in alle europeesche Staten de doodstraf afteschaffen. Het denkbeeld is schoon maar de bron, waaruit het voortspruit, niet zuiver. Het is heel opmerkelijk dat juist mannen als Mazzini, Garibaldi, Prim en andere wereldregeerders, door wier samenzweringen in de laatste jaren zooveel bloed, zooveel onschuldig bloed zelfs vergoten is, de voornaamste voorstanders van de afschaffing der doodstraf zijn. Van de doodstraf, door hunne vrienden toegepast, schijnen zij minder afkeerig, zooals gebleken is uit de terechtstelling van keizer Maximiliaan van Mexiko.

Reeds op het einde der XVle eeuw waren de Nederlanden in het bezit van inrichtingen, die enkel van policie-aard en bestemd waren voor die klasse van lieden, welke zonder zich aan zware misdaden schuldig gemaakt te hebben, gevaarlijk waren voor de veiligheid en welvaart, als landloopers, bedelaars enz. Deze worden tucht- of spinhuizen genoemd, omdat als een tuchtmiddel vooral het spinnen in gebruik was. Schrikkelijk was de toestand der gevangenissen in Engeland in de vorige eeuw. John Howard, een groot weldoener van 't menschdom, beschrijft die kerkerholen, waarin de ongelukkigen werden opgesloten, en men weet, dikwijls om hunne verkleefdheid aan hunne godsdienstige gevoelens; de gevangenen hadden onvoldoend voedsel, geregeld volgens goedvinden van den cipier; zij stonden bloot aan de plagerijen der opzichters; de lucht, in welke zij leefden was bijna verpestend, bracht de vreeselijke gevangeniskoorts te weeg en was als met eene gedurige vochtigheid doortrokken; er was gebrek aan licht, aan bewaarplaatsen voor menschelijken afval, aan ruimte voor de beweging; men hield de gevangenen bezig met eene ongezonde werkzaamheid en onder hen heerschte verderfelijke gewoonten. Tot practisch besluit op dit hartverscheurend tafreel zocht Howard middelen op tot eene weldadige hervorming in 't gevangenisregiem.

Ook ontstond bij het einde der vorige eeuw het stelsel der eenzame opsluiting of der cellulaire gevangenis. Te Philadelphia, in de kwakerstaat Pensylvanië werd in 1791 eene gevangenis gebouwd met 30 cellen, welke als een boetinrichting (penitentiary) aanzien werd. Volgens de

[pagina 91]
[p. 91]

Puriteinen - en zij hadden het niet ver mis - staat de misdaad gelijk aan de zonde, straf aan boete, boete aan verbetering; eenmaal tot berouw gebracht, was de zondaar gered. Veel goeds is in hun stelsel gelegen, maar het berouw, als 't geen kracht tot beter handelen en ernergieken wil geeft, is practisch onvruchtbaar. Als voorstanders van het cellulaire stelsel in onzen tijd noemen wij slechts den beroemden Belg Ducpétiaux, dien onze lezers kennen, en den Nederlander Suringar. Naast het kwakerstelsel verdient nog gemeld te worden het auburnsche of zwijgstelsel (silent system) dat in vele opzichten overeenkomst heeft met het eerste; alle twee toch willen zij het verdere zedenbederf door de onderlinge gemeenschap der gevangenen voorkomen; het pennsylvanische door volstrekte scheiding, het auburnsche door scheiding des nachts en door een volstrekte verplichting van te zwijgen. Veel is op de twee stelsels af tewijzen. De eenzame opsluiting is zeer goed bij gevangenschap van zeer korten duur; zij behoedt meer dan alle anderen tegen de aansteking der onzedelijkheid in de gevangenissen; zij stemt tot nadenken en berouw; zij vergroot den heilzamen invloed van den godsdienst en het onderwijs; zij geeft meer gelegenheid om elken gevangene overeenkomstig zijn karakter te behandelen; en voor wat aangaat de opbrengst van het werk, heeft zij schier zoo goed resultaat als de gemeenschappelijke gevangenisschap. (In vele duitsche cellulaire gevangenissen wordt volstrekt niet gewerkt, vooral als men den misdadiger niet tot bekentenis heeft kunnen dwingen en het vonnis gevallen is ten gevolge van duidelijke bewijzen der misdaad.) De keerzijde er van zijn: dat na veeljarige eenzaamheid deze de wilskracht verstompt, waaraan alle drijfveer ontnomen wordt; verzwakking der verstandelijke vermogens, ten minsten bij onbeschaafde lieden, verlamming der spierkracht, waaraan de arbeidklasse tot levens-onderhoud zoo'n groote behoefte heeft. Dientengevolge wordt door de nederlandsche wetgeving van 28 Juni 1851 slechts eenzame opsluiting van een halfjaar toegelaten. Door die wet is bepaald dat de tot eenzame opsluiting veroordeelden gedurende hunnen geheelen straftijd in afzonderlijke cellen worden opgesloten, zoowel bij dag als bij nacht onder verplichting van arbeid; zij bepaalt de inrichting der cellen voor het behoud der gezondheid en het verrichten van den opgelegden arbeid, alsmede dat er geen gemeenschap tusschen de veroordeelden zal plaats hebben; verder dat ieder veroordeelde minstens zesmaal per dag zal bezocht worden met inbegrip der werkmeesters, opzichters, geestelijken, geneesheeren, onderwijzers, leden van het bestuur enz.

In België bestaat insgelijks het cellulair stetsel. Alhier bestaat, over het algemeen, de eenzame opsluiting. Te Vilvoorde en Gent is het gemengd stelsel in voege, dat is de gevangenen arbeiden in gemeenschap en zijn alleen des nachts in hunne cellen opgesloten. In Antwerpen en elders werkt de gevangene in zijne eenzame cel en ontvangt in den loop van den dag de bezoeken van toezichters, geestelijke, geneesheer, enz. 't Is overigens een punt dat wel eens nader dient behandeld te worden.

Het iersche gevangenisstelsel is geheel eigenaardig en bestaat uit vier afdeelingen: 1° de eenzaamheid van negen maanden, die bij goed gedrag tot ééne maand kan afgekort worden; 2° den gemeenschappelijken dwangarbeid, die nogmaals uit vijf onderafdeelingen bestaat, zoodat een gevangene door goed gedrag van zwaarderen tot lichteren arbeid kan overgaan; 3° de afdeeling tusschen vrijheid en gevangenis, waarin de bestrafte zich tot de vrijheid kan voorbereiden, hooger loon voor zijnen arbeid wint, meer vrijheid en vertrouwen geniet; de 4de afdeeling is eene voorwaardelijke gratieverleening, die herroepelijk is; de bestrafte wordt in de gelegenheid gesteld zijn onderhoud met een eerlijk ambacht te verdienen en staat immiddels onder het toezicht der policie. In weerwil van de hevige bestrijders van dit stelsel kon toch de beroemde Mittermaier zeggen, ‘dat geen staat zich beroemen kon zulke goede gevolgen te hebben, opzichtens het hervallen der misdadigers als Ierland.’

Wij hebben nu drie stelsels van gevangenissen besproken, er blijft ons nu nog de beschrijving over van een stelsel van dwangarbeid, dat in de gevangenissen in Engeland, Noord-America en in den laatsten tijd ook in eenige streken van Duitschland is ingevoerd geworden, namelijk den trapmolen (treadmill). Deze arbeid is zoo inspannend, dat de trappers altijd na eenige minuten rust moeten nemen en aldus voortdurend met elkander moeten afwisselen. Onze gravuur stelt voor een gevangenis van Engeland bijv. die van Cold-Bath-Field te Londen, waar gewoonlijk omstreeks een paar duizend gevangenen zijn. De trapmolen is eene groote houten ‘trom’ die om een spil draait, en waarvan de voortbrengende kracht dient tot het in beweging brengen van een graanmolen of om water uit eene nabijgelegen put te pompen. De trapwielen maken een schuinen hoek van 20° uit met den trapcylinder; daarbij is een dwarshout aangebracht tot steunsel voor de handen, ten einde de geheele kracht en zwaarte van het lichaam tot, het rondwentelen van den tredmolen kunne gebruikt worden. Deze straf wordt opgelegd aan de veroordeelden tot dwangarbeid en aan hen, die tegen de disciplinaire bepalingen der gevangenis gezondigd hebben. Gewapende opzichters houden een streng toezicht zoowel over den arbeid als over het zwijgstelsel, waartoe die gevangenissen behooren.

Onze gravure geeft aan elk der molentrappers karakteristieke gelaatstrekken.

Onlangs heeft in den trapmolen van Cold-Bath-Field te Londen een zeer aardig voorval plaats gehad. Zekere lord, die zich veel aan de verschillende stelsels van gevangenissen gelegen laat liggen, wilde persoonlijk eens beproeven hoe zwaar het werk in den trapmolen was. Hij nam daarom met toestemming van den directeur op een der trappen plaats. Spoedig gevoelde hij echter dat dit werk voor hem veel te vermoeiend was, en verzocht daarom den molen te doen ophouden. Tot zijn schrik ontving hij echter tot antwoord dat dit slechts van twee tot twee uren kon plaats hebben; de Engelschman was dus verplicht al dien tijd het zware schelmenwerk te verrichten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken