Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1869-1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.22 MB)

Scans (1589.07 MB)

ebook (27.84 MB)

XML (2.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1869-1870)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Met stoom rondom den aardbol.
(Slot.)

In onze verbeelding zijn wij eenige jaren vooruitgesneld - want nog staan wij in 't oude San-Francisco. Daar nemen wij ons billet voor een der zes trans-pacific stoombooten, waarvan elk 5000 tonnen (à 20 centen) inhoud heeft, en leggen de 5250 zeemijlen tot Jokohama zonder tegenspoed af. Hij, die eene slechts 10 jaar oude kaart van Japan raadpleegt, zal te vergeefs naar deze grootsche handelstad zoeken, want toen was zij nog slechts een klein visschersdorp aan de baai van Jeddo. De traktaten, door de Noord-Amerikanen en Europeanen met het Oosten gesloten openden Jokohama op den 1sten Juli 1859 voor de vreemden, die nu bij duizenden daar zijn, waaronder ook vele Hollanders; door deze verandering kreeg het tot toen gesloten eilanden-rijk eene nieuwe plaats in de wereld, eene historische rol werd het opgedrongen en de geschiedenis van Japan werd weder vereenigd met die der westersche volken. Reeds bezoeken de met Japaneezen bemande steamers de havens van Amerika, en de leergierige jongeling uit de oud adellijke geslachten studeert in Europa, om de schatten van onze wetenschappen, kunsten en industrie ten nutte te maken voor hun rijkgezegend vaderland, dat thans den europeeschen invloed niet meer kan afwenden. Daar ziet men ook op politiek gebied een verbazenden omkeer; maar de gebeurtenissen aldaar beloven veel en Japan zal zijne plaats in 't wereldverkeer staande houden. Zonder stoom en stoombootverbinding ware echter de aansluiting met het belangrijke Oosten, dat ons zijde, thee, koper en de voortbrengselen zijner nijverheid tegen europeesche waren verschaft, nooit op die wijze gelukt, zooals ze thans met moeite bereikt is.

De zon, die met alle kracht hare gouden stralen werpt op de duizendjarige kultuur en hare ieverige, vernuftige bevolking, ziet nu daar neder op een met nieuwe denkbeelden versterkt geslacht, dat het goede door ons aangeboden, erkent - maar geheel anders is het beeld, dat zij in China verlicht, slechts weinige dagen gaan er voorbij, na den 12,000 voet hoogen vulkaan Fusi-Hama (Japans heiligen weg) in het water te hebben zien verdwijnen, en de stoomboot werpt het anker uit in de haven der handels-hoofdstad van China, in Shanghai. Sedert den opiumkrijg van de Engelschen en den vrede van Nanking (1842) is ook voor China de nieuwe tijd begonnen en het in de oplossing begrepene colossale ‘bloemenrijk van het midden’ heeft zich tegen wil en dank voor de majesteit der westersche volken moeten buigen. De geheele Mandsjoustaat met eene bevolking, die bijna een derde van die onzer planeet uitmaakt, werd voor den wereldhandel gewonnen en voor de europeesche industrie opengesteld. Zijne havens werden ontsloten, en op 's lands reuzenstroomen dringen europeesche stoombooten tot in het binnenste van het op vele plaatsen nog onbekende rijk door. Maar eerst toen Peking voor Engelands en Frankrijks krijgskunde bezweken was, werd bij de ‘Hemelschen’ het geloof aan de volmaaktheid van eigen toestand, tegenover de europeesche barbaarschheid, hevig geschokt en langzamerhand beginnen ook nu in China westersche ideeën ingang te vinden. Chineesche landverhuizers hebben zich bij honderdduizenden over den Oost-aziatischen archipel, Australië, de Zuidzee tot aan Californië verspreid, waar zij wel is waar hunne eigen zeden en gewoonten behouden, maar toch een begrip van de hoogere westersche cultuur verkrijgen. Tot nog toe is Neêrlands handel met China zeer eenzijdig. Zijde en thee zijn de twee voornaamste artikelen van uitvoer gebleven, waartegen wij daar onze manufacturen zien verdwijnen, terwijl de opium, ter wille waarvan Engeland oorlog voerde, maar een al te groot deel van den invoer uitmaakt. De hoofdzetel van den chineeschen handel is Shanghai aan den mond der Yantse-Kiang. Hier hebben naast de vuile, een half millioen inwoners tellende Chineezenstad, de vreemden hunne kwartieren opgeslagen, en het voornaamste handelsverkeer gaat uit van de Engelschen. Hier ankeren ook de europeesche schepen, waaronder de hollandsche naar hun getal eene goede plaats innemen, terwijl die, welke in den postdienst met Europa voorzien, de prachtige steamer van de ‘Peninsular and Oriental-Steam-Navigation-Company,’ het grootste stoom-vaartgezelschap is. Slechts de kompagnie der ‘Messageries impériales,’ die eveneens tot Shanghai vaart, kan tegen de grootste engelsche ondernemingen konkurreeren. Het officiëel bericht der werkzaamheid van het gezelschap tot het jaar 1866 ligt voor ons. Terwijl wij met een hunner stoombooten van Schanghai naar Singapore varen, hebben wij moeite genoeg om ons bekend te maken met de lange reeksen cijfers van dit bericht en de getallen zoo bij elkander te plaatsen, dat men ze geregeld kan overzien. De grootste verdienste van het gezelschap bestaat in de geregeldheid, waarmede het de paketten bezorgt. Op eene der langste liniën loopt men in achttien verschillende havens om brieven, waren en passagiers op te nemen en brengt ze vijfmaal van het een schip op 't andere. Niet minder belangrijk is echter ook het vervoer van reizigers, namelijk op de Oost-Indische linie; passagiers en bemanning bij elkander gerekend, heeft de vereeniging dagelijks 10,000 personen te spijzen. Wat de reizigers betreft, deze leven op de schepen als in een hotel van den eersten rang, want het ontbreekt hun noch aan wijn, noch aan versch vleesch of lekkernijen. De packetbooten

[pagina 27]
[p. 27]

der kompagnie, die over alle oostelijke zeeën verdeeld zijn, vormen eene aanzienlijke vloot van 53 steamers met 86,411 tonnen inhoud, terwijl het getal der beambten 12,600 bedraagt. Van de groote som gelds, tot het onderhoud dezer schepen noodig, kan men zich het beste denkbeeld vormen door te bedenken, dat er jaarlijks 170 zeilschepen bezig zijn, alleen om de kolen voor de vereeniging te vervoeren, die zij jaarlijks tot een bedrag van een half mill. p. st. verbruiken.

De boot heeft intusschen de Chineesche zee doorkliefd, door dwarlwinden en zeeroovers zoo gevaarlijk. Zij heeft Hong-Kong, de chineesche bezitting aangeraakt, maar Saigon, de nieuwe hoofdstad van het Fransche Cochin-China en Bangkok in Siam, waar de wijsgeerige Koning Mongkus zetelt, laten liggen - daarheen leiden andere liniën, die Siam en Anam in den kring van den europeeschen vooruitgang brengen - en is direct naar Singapore gestoomd. In deze ‘Leeuwenstad,’ want dit geeft de naam te kennen, treedt de engelsche handelsgeest op den voorgrond. Op een klein eiland, dat vóór vijftig jaar nog de schuilplaats van tijgers en zeeroovers was, staat thans eene bloeiende handelstad van bijna 100,000 inwoners: een duidelijk teeken, dat handel, wanneer hij niet door bekrompen denkbeelden wordt belemmerd, binnen korten tijd zich ver kan uitbreiden. Zoowel van den zuidelijken als van den noordelijken kant loopen hier europeesche en aziatische schepen in, en ruilen hunne goederen voor ongeveer eene waarde van meerdere millioenen guldens. Sedert 1819 is de haven voor een ieder toegankelijk verklaard, en hiermede werd haar bloei gegrondvest. Want terwijl andere havens der Oost-Aziatische eilandenwereld, die eens van meer belang waren, onder den druk van kortzichtigheid vervielen, ontwikkelde Singapore een leven, dat aan de beweging van Australië of Noord-Amerika doet denken.

Maar nog verder op onzen weg moeten wij de energie van het engelsche volk bewonderen, bij 't welk de grootste ondernemingsgeest huisvest en dat het handelsverkeer der wereld grootendeels beheerscht. Ook op den tuin ‘der aarde,’ zooals Ceilon door verschillende reizigers genoemd wordt, waait de engelsche vlag. Dit eiland der kaneelboomen begint eerst in den nieuweren tijd, met betrekking tot den handel, van meer belang te worden, waartoe een ruimer systeem even veel bijdroeg, als het regelmatige stoombootverkeer; want Ceilon is een rustpunt voor de verschillende liniën naar Calcutta, Bombay, Mauritius, Australië en Singapore. Voor ons echter is 't onmogelijk, eene dezer te volgen; wij kiezen den kortsten weg naar Europa en varen direkt op Aden, waar zich de Engelschen op een rots, een tweede Gibraltar schiepen, dat den weg naar Oost-Indië en de Roode Zee beschermt. Bronwater, boomen, nietige planten zijn rijkdommen, die men op die plaats niet kent, waar de lucht trilt alsof ze uit een heeten oven stroomde. En toch leven daar nog Europeanen, even als wij aan een beter bestaan gewend, die vurig verlangen naar de stoomboot, die hun bericht uit het vaderland brengt. Door haar slechts zijn zij verbonden met al de groote bewegingen en kwestiën, die in 't moederland afgehandeld worden. Het groote belang van Aden ligt daarin, dat het de sleutel van Indië is, en dezen zullen de Engelschen niet uit de hand geven, integendeel, zij bewaken hem met afgunstige oogen. Toen men bepaald had het Suez-kanaal te graven, maakten zich de Engelschen meester van het eiland Perim in de Bab-el-Mandeb en nu bestrijken zij met hun geschut de geheele linie, die den in- en uitgang tot de Roode Zee vormt. Ook Frankrijk doet zijn best om in het verre Zuid-Oosten eene rol te spelen: het heeft zich op Madagaskar, de Comora-eilanden, in de haven Obok gevestigd, zijn grootste werk, dat wij nu naderen, het Suez-kanaal, dient voor dezelfde plannen en heeft een politiek doel.

De reis van Aden door de Roode Zee naar Suez is eene der onaangenaamste, die men op Zee kan doen. Klippen en stroomingen zijn in den smallen zeearm groote hinderpalen voor de stoomboot. Den eenen tijd van het jaar heerscht hier een Noorden-, op een anderen een Zuiden-wind, op zulk eene wijze, dat daardoor de heen- of terugreis voor zeeschepen gestremd is. Maar de stoomboot overwint alle moeilijkheid en nadat wij vijf dagen van Aden onderweg zijn geweest, wordt op de rede van Suez het anker geworpen.

Werkzaamheid heerscht aan 't strand, waar, uit de vóór weinige jaren nog kleine plaats, thans eene aanzienlijke stad van 15,000 inwoners is ontstaan; want hier zullen de Roode en de Middellandsche zeeën te zamen stroomen, om Europa, het land der industrie, met de rijke koloniaal-landen van Oost-Azië te verbinden. Eeuwen geleden zag men reeds het belang in van een kanaal op deze plaats, waar Azië en Afrika elkander de hand reiken en eene slechts 15 mijlen breede landengte de Oceanen scheidt. Maar wat Rhamses II, de Pharao Necho en later de romeinsche keizer Trajanus deden, is sedert lang vervallen, en onze tijd eerst nam het groote werk weêr aan de hand, dat reeds zijne geheele voltooiing nadert. Hoe meer in Noord-Amerika de werkzame angelsaksische bevolking aangroeit, des te meer zal zich daar de industrie ontwikkelen en voor onze industriëelen en fabrikanten een belangrijke markt verloren gaan, die zij op eene andere plaats, en wel in het volkrijke Oost-Azië, weêr moeten veroveren. Dan treedt het Suez-kanaal in de oostelijke route in haar vol recht weêr op, en zij zal zich daar op nieuw verheffen.

Dan behoeft de reiziger de stoomboot niet meer te verlaten; hij bereikt bij Port-Said de Middellandsche zee en gaat met hetzelfde schip dat hem te Shanghaï opnam naar Triëst, Marseille of Londen. Thans moeten wij ons echter nog tevreden stellen met een vergoedingsmiddel van het kanaal; zooals de Panama-spoorweg de landengte van Dariën doorsnijdt, eveneens ligt er sedert 1855 van Suez over Caïro naar Alexandrië aan den Nijlmond een der meest gebruikte spoorwegen. Dáár, waar eens het kameel de lasten door de zandwoestijn droeg, vliegt thans de lokomotief voorbij de Pyramiden, over den Nijl heen, tot aan de stad van Alexander den Groote. Hier begroeten wij, behalve engelsche en fransche stoombooten, ook de oostenrijksche vlag op de Lloydschepen, en zoeken wij nu Triest, Marseille of Londen op, dan is onze ‘reis rondom den aardbol’ in weinige dagen voltooid. Overal vervoerde ons de stoom; nog geen mijl ver behoefden wij ons aan het zeilschip of aan den wagen, door paarden getrokken, te vertrouwen; want rondom de aarde is de groote kring gesloten, en zooals de telegraafdraden binnen kort onze planeet zullen omspannen, om de gedachten met bliksemsnelheid rondom haar te geleiden, eveneens voert ons de stoom gemakkelijk, zeker en snel in weinig meer dan honderd dagen ‘rondom den aardbol.’ Zulk eene reis is zeer zeker nog kostbaar, maar de kosten wegen volkomen op tegen den tijd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken