Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1870-1871)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.90 MB)

Scans (1593.18 MB)

ebook (38.82 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1870-1871)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 384]
[p. 384]

Allerlei.

Het verledene en het tegenwoordige.

Het verleden, in 't bijgaande beeld, is de grijsaard, gekleed naar de mode van vroegere dagen, steunende op zijn stok en met langzamen tred voortschrijdende op den door kiezelsteenen hobbeligen weg.

Het tegenwoordige is de jonkman, schrijdeling op het wieler-paard of zoogenaamde velocipède gezeten en met inspanning voortrennend, om het doel van zijn rijtochtje te bereiken.

Welk scherp contrast vormen die twee personen, waarvan de oude met zoo'n waarschuwenden blik de dolle vaart van den jongeren gadeslaat.

De grijsaard, wien de jaren voorzichtigheid hebben geleerd, kan moeielijk gelooven, dat de jeugdige rijder op zijn nieuwmodisch paard lang het evenwicht zal weten te houden - en inderdaad de oude man zou wel eens gelijk kunnen hebben.

Zeker, de jongeling lacht om de bezorgdheid des grijsaards. Maar zal hij eveneens lachen, wanneer hij wellicht bij 't omdraaien van het voetpad tegen een steen struikelt en het onderste boven met zijn wielen in de nabij gelegen gracht terecht komt?

Dat is een andere vraag, waaraan onze eeuw, die zoo bijzonder op beweging gesteld is, dikwijls maar al te weinigdenkt.

Alles gaat thans met stoom, alles wil per velocipède vooruit. ‘Vooruit!’ is de zinspreuk der tegenwoordige wereld. In den ouden tijd dacht men er anders over en huldigde men de zinspreuk: ‘die langzaam gaat, gaat zeker.’

De toekomst is de scheidsvrouw van het verledene en tegenwoordige, aan haar zij de beslissing overgelaten, welke der twee zinspreuken de veiligste en beste moet heeten.



illustratie
HET VERLEDENE EN HET TEGENWOORDIGE.


Middel om het roesten te voorkomen van gegoten ijzeren waterpijpen.

Hiertoe bezige men het koolteer-preparaat, bekend onder den naam van dr. Smiths-preparaat. De pijp worde goed gezuiverd van alle stof, zand en roest, waarna zij wordt gevernist. Deze vernis bestaat uit koolteer, waaruit de daarin aanwezige naphta verwijderd is; het pek moet gebracht worden op de dikte van was of dikken stroop; wordt het hard of droog zoodra het koud is, dan is het tot het doel ongeschikt. Verder wordt het in een geschikt vat gegoten, op eene temperatuur van 300⁰ Fahrenheit warmte gebracht en als het te dik is met lijnolie verdund. Hierin worde elk gegoten stuk 30 tot 40 minuten gedompeld totdat het een temperatuur verkrijgt van 300⁰ Fahrenheit. Gebeurt het nu, dat na de afkoeling de teer springt, dan moeten de pijpen goed zuiver gemaakt worden, en de behandeling op nieuw plaats hebben. Dit middel heeft men in 1858 aangewend met de gegoten ijzeren waterpijpen, die gelegd zijn van Boston tot Zuid-Boston en het resultaat was zoo gunstig dat het in de gansche streek spoedig algemeen werd toegepast.

Ventilatietoestel voor kamers.

Hiertoe neme men eene vensterruit van tamelijk dik glas, waarin men vier ronde openingen maakt. Deze ruit bedekke men met eene glazen schijf, waarin men eveneens vier ronde openingen op gelijken afstand aanbrengt. Zoo bij de ruit als bij de schijf neme men wel in aanmerking, dat het glas tusschen de openingen niet zoover mag weggenomen zijn, dat het deze niet goed meer zou kunnen bedekken. Men zorge bovendien dat de glazen schijf wel goed kunne draaien, maar tegelijk goed tegen de ruit aansluite. Dit middel word veel in Indië gebruikt.

Middel om aardappelen goed te houden.

Ten dien einde vulle men een mand met aardappelen, die men gedurende eenige minuten in kokend water zet. Vervolgens late men ze droogen op eene horde in de zon waarna men ze in den kelder brengt. Hierdoor voorkomt men het schieten in het voorjaar en behouden de aardappelen hun goeden smaak.

Voorteekenen van ongezonde jaargetijden

heeft men in een droogen winter met Zuidenwind, gevolgd door een regenachtige lente; in groote warmte zonder wind in het voorjaar; in den flauwen smaak der groenten nadat langen tijd een Zuidenwind heeft gewaaid zonder regen; in onzuivere dampen in de lucht; eindelijk in de aanwezigheid van vele diertjes en insecten, als: kikkers, muggen, sprinkhanen, wormen, rupsen, slakken enz. enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken