Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1871-1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.40 MB)

Scans (1580.43 MB)

ebook (42.77 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Nummer 21]

Onze gravuren.

‘Het lustoord der wereld, de luisterrijke kroon van Boheme en der schoone Libyssa’ ziedaar de eeretitels door een geestdriftig geschiedschrijver aan de boheemsche hoofdstad gegeven. Zij dagteekent haar ontstaan reeds van het jaar 722 en noemt de vorstin der Slaven, Libyssa, als hare stichtster. Reeds meerdere jaren had de stad, gelijk de legende verhaalt, bestaan voor men nog wist welke benaming haar te geven. Op zekeren dag, dat de vorstin en haar gemaal de stadswerken gingen bezichtigen, kwamen zij overeen om 't eerste het beste woord, dat hun een werkman zou toevoegen, als benaming der plaats te bezigen. Toevallig ontmoetten zij een timmerman. ‘Wat doet gij daar?’ vroeg hem de koningin. - ‘Praha,’ was 't antwoord van den werkman, welk woord in 't boheemsch beteekent: ik maak een poort. En werkelijk van af dien tijd werd de plaats Praha of Praga genoemd.



illustratie
GEZICHT OP DE STAD PRAAG.


Verschillende belangrijke feiten, die in den loop der eeuwen in Praag plaats hadden, hebben de stad onder geschiedkundig opzicht eene bijzondere vermaardheid verworven, 't Was hier vooral, dat de ketter Jan Huss de vaan van 't oproer tegen het goddelijk en menschelijk gezag omhoog stak, 't was hier ook, dat zijne volgelingen onder aanvoering van Ziska, de afschuwelijkste gruwelen pleegden. Onuitwischbaar blijven met bloedroode letters de moord- en verwoestingstooneelen dier vreeselijke dagen in de geschiedenis van Praag en geheel Boheme gegrift. De naam van Ziska is in de herinnering der Bohemers nog immer een huiveringwekkend schrikbeeld. En geen wonder. Zelden zag de wereld afgrijselijker woestaard. Misvormd en afzichtelijk van lichaamsbouw en gelaat, bedeelde hem de natuur met het meest terugstootend uiterlijk. Bovendien werd hij deerlijk in den oorlog verminkt, op 't slagveld verloor hij beî zijn oogen en geheel zijn gelaat was met wonden overdekt. De oogen met een bloedrooden doek omwonden, trok hij aan 't hoofd zijner woeste benden door steden en dorpen. In de nabijheid van Praag komt hij op zekeren nacht voor den zoogenaamden ‘Burgt der Reuzen.’ ‘Meent onze blinde generaal,’ zegt een zijner soldaten, ‘dat wij even als hij zonder licht kunnen moorden en plunderen?’ Ziska laat terstond den ontevreden soldaat bij zich komen. ‘Jongen,’ zoo spreekt hij hem aan, ‘gij beklaagt u terecht over de duisternis; ginds op de hoogte ligt een flink en welvarend dorp; steek het onmiddellijk aan acht zijden in brand, bij het schijnsel der vlammen wil ik mijne troepen van nacht op een feestpartij onthalen.’ Het afschuwelijk bevel wordt terstond ten uitvoer gebracht en terwijl het dorp in lichtlaaie vlam staat, vereenigen zich de woestaards onder buitensporig gejoel om met bloed en wijn hun dorst te lesschen. Het toeval wilde, dat er een put en eikeboom bij de verwoesting gespaard werden. ‘Die twee dingen zijn daar niet voor niets blijven staan,’ zeide Ziska, ‘haal mij tien burgers, met wier lijken wij den put dempen en hang twintig augustijner monniken aan den eikeboom op, om te zien of het een goede galg is!’ De last des wreedaards werd volvoerd en als eene sombere herinnering aan het schandelijke feit is nog ten huidigen dage de put en de tronk van den boom aanwezig. De put wordt ‘de steen der verschrikking’ en de boom ‘de hussiet’ genoemd.

In 1420 versloegen de Hussieten keizer Sigismund bij den zoogenaamden Ziska-berg en viel tevens de stad Praag in hunne handen. In 1424 werd zij echter weder heroverd. Ook in den dertigjarigen oorlog

[pagina 162]
[p. 162]

had de boheemsche hoofdstad een levendig aandeel en men ontzag er zich zelfs niet, om in 1618 de keizerlijke afgevaardigden uit de vensters van het kasteel te werpen. Den 8en November 1620 had er bij den Wittenberg, op korten afstand van Praag gelegen, een hevig gevecht plaats tusschen koning Frederik V van den Palts en keizer Ferdinand II, ten gevolge waarvan gene zijne kroon verloor en de stad in handen van den keizer overging.

In 1631 werd Praag door de Saksers veroverd, weinige maanden later hun echter door Wallenstein weder ontrukt. Den 10en Mei werd hier tusschen den keizer en Keur-Saksen de vrede geteekend. In den oostenrijkschen successie-oorlog viel de stad den 26en October 1742 in de handen der Franschen en Beieren. Aan Frederik den Groote gaf zij zich in 1744 bij capitulatie over. In den zevenjarigen oorlog versloeg Frederik de Groote bij den Ziska-berg den vorst van Lotharingen. In Juli en Augustus 1813 hadden te Praag de vredesonderhandelingen tusschen Oostenrijk, Pruisen, Engeland en Frankrijk plaats.

De van hare vroegere grootheid zeer vervallene stad heeft zich in den laatsten tijd weder merkelijk hersteld en sinds zestig jaren is 't aantal harer inwoners minstens verdubbeld. In 1848 was Praag de strijdplaats der nationale twisten tusschen Duitschers en Czechen. Op 't einde der maand Mei ontstond er een slavisch-democratische opstand, en ten gevolge hiervan werd de stad den 11en Juni door vorst Windischgrätz gedurende twee dagen beschoten. In 1860 en 1862 openbaarde zich de ontevredenheid op nieuw door verschillende volks-tumulten. Eindelijk gedurende den oostenrijksch-pruisischen oorlog werd Praag door de Pruisen bezet, en de verwikkelingen, door het Pragerverdrag uitgelokt, hebben in de geschiedenis der laatste tijden eene rol gespeeld, even gewichtig als betreurenswaardig.

 

De voortreffelijke teekening van de Neuville door Pannemaker gegraveerd, die op pag. 166 voorkomt, voert ons het heroïsche tijdperk voor den geest, waarin de Vendeeër door de liefde tot den godsdienst en het geboorteland zijner vaderen bezield, de schitterendste wonderen van dapperheid verrichtte, ja herhaaldelijk diezelfde zegevierende legers der fransche republiek deed wijken, welke aan de machtigste mogendheden van Europa schrik en ontzag inboezemden.

't Is onze taak hier niet, de geschiedenis dier beroemde Chouans te herhalen, die aldus naar den alarmkreet: chat-huant, zijn genoemd; de heldendaden van Bouairie, Puisaye en Georges Cadoudal zijn te talrijk en ingewikkeld, om ze hier zelfs naar den eisch te kunnen opsommen; het treffend verhaal, dat wij aan een geschiedschrijver dier dagen ontleenen en naar aanleiding onzer gravure op een andere plaats in dit nommer medcdeelen, is een voorbeeld uit vele van den toestand en den edelmoedigen geest van geloof dier katholieke helden.

De strijders, die de kunstenaar in onze gravure heeft voorgesteld, zijn klaarblijkelijk soldaten van het geloof, van dat geloof aan God en godsdienst waardoor de rechten der oude dynastie van Frankrijk waren geheiligd. Overal ontwaart gij het kruis in dit tafereel; ge ziet het op den ouden landelijken schoorsteen, op het wijwatersvat, op de borst van den officier, die zijn minderen krijgsmakker ondervraagt. Ook het beeld der Moeder Gods ontbreekt niet. De soldaten toonen in hun gelaat en houding eene kracht, die slechts de geest des geloofs in staat is te schenken. De jonge man, die daar aan de tafel zit, is wellicht de heldhaftige Georges Cadoudal zelf. Brengt men hem de tijding van de landing der engelsche troepen, die hem ter hulp snellen, of is 't de vooravond van een beslissenden slag, misschien wel dien van Quiberon in welken de laatste hoop der koningsgezinden verdween? Wat er van zij, kalmte en moed spreekt uit de wezenstrekken der edele strijders, zij geven de hoop niet op, want zij weten in wien zij geloofd hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken