Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1871-1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.40 MB)

Scans (1580.43 MB)

ebook (42.77 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1871-1872)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Nummer 24]

Onze gravuren.

De beeltenis des aartsengels in bijzijnde gravure is de getrouwe kopie eener schilderij van den beroemden franschen schilder Paul Delaroche.

‘lk ben Gabriël, die voor Gods aangezicht sta,’ zoo spreekt de engel tot Zacharias, als hij hem de geboorte van Joannes den Dooper aankondigt (Lucas XIX. 1.)

Het zijn deze woorden, die het penseel des schilders hebben geïnspireerd. De majesteit en weêrglans van hemelsch licht, die op het wezen van den godsgezant liggen uitgespreid, de rijkdom en eenvoud van gewaad, de parelen, saffieren en smaragden, die zijne schouders tooien, de bevallige dracht zijner los zwevende haren, omwonden met een stralenkrans vanglorie; dat alles leent aan het beeld van Delaroche eene poëtische schoonheid, die de voorstellingen der grootste meesters waardig is.



illustratie
DE AARTSENGEL GABRIËL.


Loeiend jaagt de Westewind over de in een uitgestrekten waterplas herschapene landstreek; het anders zoo vroolijke jachtgebied is door der golven vloed als in een woeste zee veranderd. Slechts hier en daar verheft zich een kleine moerassige hoogte, gelijk een oase in de woestijn, en door den nood gedwongen koos Reintje zulk een plek uit om zich door ernstige bespiegeling den tijd der verlatenheid ten nutte te maken.

‘Zoo'n hoog water,' zegt hij zuchtend, ‘is ongetwijfeld zeer aardig voor de liefhebbers, mij evenwel is het water wat rijkelijk nat en liever zat ik hoog en droog, bijv. om maar iets te noemen, in een hoenderhok.’

Een voorbijvliegende kraai heeft toevallig eenige klanken dezer treurige alleenspraak opgevangen en zich op den tak van een boom nederzettend bespeurt zij het roode haar van den vos. Thans wordt terstond de alarmtrom met de vleugelen geslagen en een geheele zwerm confraters komt aangevlogen, om door luid gekras en spektakel hun wraaklust op den ouden zondaar te koelen. Eene door den onbezonnen overmoed der jeugd al te zeer tot geestdrift vervoerde kraai, schijnt zelfs van meening te zijn, dat de vos in den laatsten tijd zóó hardhoorig is geworden, dat hem haar schimpscheuten niet genoeg treffen, zoo zij niet vlak om zijne ooren vliegt. Toch had Reintje haar deze roekeloosheid bijna zeer duur betaald gezet; slechts met veel moeite en spartelen ontkomt zij zijne klauwen, en de overige schaar oordeelt het na deze episode maar beter om aanstonds de plaats te poetsen. De vos van zijnen kant troost zich met de gedachte dat een kraai toch eigenlijk een slecht eten is. ‘In betere dagen,’ zegt hij, ‘zou k zoo'n voedsel nooit op mijn tafel geduld hebben, ja zelfs in den harden winter had ik aan een ouden, uitgedroogden schoenzool boven zulk vleesch de voorkeur gegeven.’

Door deze en andere gedachten bevredigd, keert in zijn gemoed de gewone kalmte terug, hij wikkelt zich zoo diep in zijn pelsjas, dat slechts zijn

[pagina 186]
[p. 186]

rechter oog er nog even boven uit komt kijken, eenige oogenblikken slaapt en snorkt hij zalig gelijk een os.

De avond daalt; daar weerklinkt in de verte bij de nachtelijke stilte het gekwaak van een troep ganzen. Reintje luistert. ‘Ganzen?.... Nu ja, die laten zich toch gebruiken!’ - Het geluid komt nader; daar zijn zij en vliegen in dichte rijen vlak over zijn hoofd. Welk een teleurstelling! In zijn bereik niets dan lucht en water, boven hem de kostelijkste winterprovisie!

Weemoedig blikt de arme verlatene omhoog. Waarom toch moet hem zoo dikwijls dezelfde droeve teleurstelling treffen, die hij eens bij den wijngaard ondervond.... Toenmaals waren de druiven te zuur; thans moet hij zich troosten met de gedachte, dat de ganzen, die hem daar voorbijvliegen, slechts wilde en geen tamme zijn.

Na regen komt zonneschijn. De vos heeft nauwelijks den tijd gehad om van zijn vorige teleurstelling te bekomen, of, hoor! daar ruischt het in 't water. Reintje spitst de ooren en blikt met angstige bezorgdheid naar beneden. Werkelijk! dat ontbrak er nog aan. Vlak in zijn nabijheid bevindt zich een welbekende drenkeling en deze is niemand anders dan een vette, zware, volwassen ‘lepus timidus’, een haas.

Doornat van den tocht door het water blikt 't arme dier reikhalzend naar de gewenschte kust, waar het eenigermate na zooveel zwemmen hoopt tot verademing te komen. Helaas, zoo de haas den sprong waagt, komt hij ‘van den drup in den regen!’...

 

Den bezoekers van Parijs, welke door de Rue Roquette zich naar de beroemde rustplaats der overledenen, Père-Lachaise, begeven, valt het in 't oog, hoe de Franschman zelfs in de omgeving des doods zijne zucht naar weelde bot viert en op de tranen en smart der in rouw gedompelden speculeert. Lange rijen van winkels spreiden aan beide zijden der Rue Roquette hun weelde ten toon en bieden den kooplustigen voorbijganger urnen, kruisen en lijkkransen in allerlei kleuren en vormen.

Niet slechts door de kunst, ook door de natuur zelve is de weg, die naar het kerkhof leidt, met de aantrekkelijke gaven der weelde bedeeld en allerbekoorlijkst zijn de wandeldreven te midden der platanen, populieren, cypressen en bloemperken, aangelegd door de vrome hand der vrienden van hen, die daar rusten. Gelijk de andere doodenakkers van Parijs, biedt ook Père-Lachaise gedurende de Lente, Zomer en Winter een vroolijken en lachenden aanblik; slechts in den Winter vertoont zich hier aan uw oog het treurige beeld van den dood. Wit en koud ligt dan het sneeuwkleed over de graven uitgespreid, de boomen, bosschages en struikgewassen zijn door hun verwelkt loof en ontbladerde takken als zoovele sombere boden der aardsche vergankelijkheid. De duizenden gedenkteekenen en het marmer, dat anders zoo bevallig uit het omgevend groen te voorschijn treedt, vervullen thans weder hunne eigenlijke taak en de letters op hun steen gegrift herinneren in huiveringwekkende taal aan de onvermijdbare stonde der scheiding. Zelfs 't heerlijke uitzicht, dat men van ‘la Chapelle’ op Parijs, op zijne paleizen, zuilen, torens, boulevards, pleinen en duizenden woningen geniet, is verdwenen en door grauwe nevelen aan 't oog onttrokken.

Om het kerkhof Père-Lachaise al wandelende te bezichtigen, zonder ergens stil te staan, heeft men drie uren noodig en zoo geen gids u vergezelt, hebt gij alle kans om in zijn verschillende alleeën en binnenpaden verdoold te loopen. De vreemdeling, die Frankrijk's geschiedenis der laatste tachtig jaren wenscht te bestudeeren, zal overigens in de gansche hoofdstad bijna geen geschikter plaats dan dezen doodenakker aantreffen, waar meer dan duizend grafsteenen hem de namen der beroemdste veldheeren, staatsmannen, dichters, kunstenaars enz. voor den geest roepen.

Een breede weg brengt den bezoeker ter rechter zijde van de plaats, waar de trappen zijn, die naar ‘la Chapelle’ voeren, bij een groep van monumenten, aan de corypheeën der kunst en vooral der muziek toegewijd. Twee dezer bevinden zich op onze gravure, namelijk dat van den componist Bellini en den tooneelspeler Talma. Het monument van Bellini is met diens buste en het beeld van den genius der toonkunst versierd; het gedenkteeken van Napoleon's vriend Talma munt evenzeer door kunst als door eenvoud uit en geeft slechts deze weinige woorden te lezen: ‘Talma - son nom fait ses éloges.’

Sinds het vorig jaar is tengevolge der buitengewone sterfte, door de rampen des oorlogs en der commune veroorzaakt, het kerkhof Père-Lachaise meer dan ooit de geliefkoosde bedevaartsgang der vromere bevolking, en te wenschen is het, dat het hedendaagsche Frankrijk, terugblikkend op zijn roemrijk verleden, bij de grafzerken der groote mannen, wier asch hier rust, den geest van godsdienst en heldenmoed herkrijge, dien het verloren heeft.

 

De ‘Herodias met het hoofd van den H. Joannes’ wordt als het voornaamste meesterstuk van den italiaanschen schilder Carlo Dolci geroemd.

Niet als een afschuwelijk monster, maar veeleer als het beeld der verleiding heeft de schilder de onmenschelijke dochter van Herodes voorgesteld. Als eereloon voor den dans, door haar op verlangen van haar schoonvader Herodes Antipas uitgevoerd, ontvangt Salome het hoofd van den heiligen boetgezant, wiens roepende stem een zoo vreeselijke wanklank was voor haar zondig geweten. Geen de minste ontroering, geen gevoel van medelijden noch berouw verraadt haar gelaat; integendeel 't penseel des schilders heeft een waas van onschuld over haar wezen uitgespreid, en gelijk het lelieblanke van een kleed een roode bloedvlek des te meer in 't oog doet vallen, zoo heeft ook de kunstenaar door 't edel en zachtzinnig uiterlijk, waarmede hij het beeld der misdadige vrouw heeft getooid, haar bloeddorst en boosaardigheid in een treffender daglicht weten te stellen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken