Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 5 (1872-1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 5
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.85 MB)

Scans (1438.38 MB)

ebook (29.68 MB)

XML (2.57 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 5

(1872-1873)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kerstlied.

 
Er schiet uit den Hoogen
 
Een lichtstroom en daalt
 
In schitt'rende bogen
 
Naar de aard en bestraalt
 
Vol godlijken luister,
 
Vol hemelsche pracht,
 
Het sombere duister
 
In heilvollen nacht,
 
Waarin 't eeuwig godlijk Licht
 
Van den hemel nederdaalde
 
Met zijn glansen de aard bestraalde,
 
Mensch werd, in ons midden kwam,
 
Onze schulden op zich nam.
 
Vlammend schoot een straal omhoog
 
Uit den stal, waar de Albehoeder
 
Door zijn Onbevlekte Moeder
 
In een kribbe, arm en slecht,
 
Was in doeken neergelegd.
 
 
 
Gegroet, lieve Jezus,
 
In doeken gehuld,
 
Die Hemel en aarde
 
Met vreugde vervult!
 
O zalige windsels,
 
Waarin Gij U windt,
 
't Zijn banden der liefde
 
Waarmeê Gij ons bindt.
 
 
 
Er daalt naar den HederGa naar voetnoot1)
 
Bij de herders in 't veld
 
Een Engel ter neder,
 
Die juichend hun meldt:
 
‘Een Kind is geboren
 
‘In Bethlehem's stal,
 
‘Die 't Eden verloren
 
‘Weer openen zal!’
 
Aard en hemel breken los
 
In gejubel bij die woorden,
 
En in hemelzoete accoorden
 
Daalt een tal van 't hemelsch heir
 
Bij den hemelbode neer.
 
‘Glorie zij aan God omhoog!’
 
Zongen de Engelen, ‘en vrede
 
Brengt het godlijk Kind u mede,
 
Armen, rijken, groot en klein,
 
Die van goeden wille zijn!’
 
 
 
Gegroet, lieve Jezus,
 
In doeken gehuld,
 
Die hemel en aarde
 
Met vreugde vervult;
 
Wij jub'len met de Eng'len,
 
O goddelijk Kind!
 
Wat zaligen vrede
 
Smaakt 't hart, dat U mint!
 
 
 
Er schijnt, helder flonkrend,
 
In 't Oosten, zeer ver,
 
En de and'ren verdonk'rend,
 
Een schitt'rende ster.
 
Haar glanzende klaarheid
 
Breekt 't heidendom door,
 
Geleidt het ter waarheid,
 
Gaat lichtend het voor
 
Tot de goddelijke Ster,
 
Die deez' aard kwam overschijnen,
 
Nacht en nevel deed verdwijnen,
 
In het hart zijn stralen schiet,
 
Dat zich vol geloof Hem biedt;
 
Tot de hoogste Majesteit,
 
God van Hemel en van aarde,
 
Die Zijn glorie openbaarde,
 
Die een stal verkoos tot woon
 
En een krib tot liefdetroon.
 
 
 
Gegroet, lieve Jezus,
 
In doeken gehuld,
 
Die hemel en aarde
 
Met vreugde vervult!
 
Stort in onze zielen
 
Uw goddelijk licht;
 
Wat heil, die het oog steeds
 
Op U houdt gericht!
 
 
 
Er wordt van de aarde,
 
Deez' heilvollen nacht,
 
Een offer, vol waarde,
 
Der Godheid gebracht;
 
In geurige walmen,
 
Met jub'lenden toon,
 
Die Glorie doet galmen,
 
Bereikt het Gods troon.
 
En aanbiddend, vol geloof,
 
Gaan we in ootmoed nederknielen
 
Voor den Redder onzer zielen,
 
Die uit liefde, naamloos groot,
 
Zich voor ons ten offer bood,
 
 
 
Voor het vlekloos godlijk Lam,
 
Dat zich zelven heeft gegeven,
 
Heeft vernietigd, ons ten leven;
 
Dat ons steeds vol liefde wenkt,
 
Zich als zielespijs ons schenkt!
 
 
 
Gegroet, lieve Jezus,
 
In doeken gehuld,
 
Die hemel en aarde
 
Met vreugde vervult!
 
O Loven, o Liefde,
 
O Jezus, gegroet!
 
Wij laten ons offer,
 
Ons hart aan uw voet!
 
 
 
O Jezus, waarachtig
 
En goddelijk Licht,
 
Uw stralen, zoo krachtig,
 
Versterken 't gezicht!
 
Uw lichtglans, zoo heilig,
 
Zij wijst ons het spoor;
 
Zij gaat ons zoo veilig
 
Ter zaligheid voor.
 
Door 't moeras des ongeloofs
 
Dat zijn dwaallicht gaat verspreiden.
 
Ons zoekt van den weg te leiden,
 
Vol bedrog zijn poel vernist;
 
Waar men 't veil'ge voetpad mist,
 
Blijft het oog niet steeds gericht
 
Op het Licht, dat niet kan falen,
 
Bij welks glans men niet kan dwalen,
 
Dat ons op het eind der baan
 
't Eeuwig leven in doet gaan.
 
 
 
Gegroet, lieve Jezus,
 
In doeken gehuld,
 
Wij jub'len, wij juichen,
 
Van vreugde vervuld!
 
Wij koestren, verwarmen
 
Ons hart, dat gelooft
 
Aan 't vuur uwer liefde
 
Welks gloed nimmer dooft.
 
 
 
Veendam, 1872.
 
Hendrika V. . . .

voetnoot1)
Een toren, omtrent duizend schreden ten Oosten van Bethlehem, de plaats waar Jacob zijn vee had laten weiden en waar de herders hun kudden hoedden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken