Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 7 (1874-1875)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 7
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.18 MB)

Scans (1195.24 MB)

ebook (27.07 MB)

XML (2.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 7

(1874-1875)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 84]
[p. 84]

Het etens-uur.

Het etens-uur heeft herhaalde malen, zoowel bij ons als bij onze naburen, aanzienlijke veranderingen ondergaan. Het is, in eenige eeuwen, van vroeg in den voormiddag verplaatst tot laat in den namiddag. Immers als men vroeger ten 9 en 10 ure 's morgens at, discht men nu het middagmaal, in de voorname huizen, en zelfs bij vele burgers, ten 5 of 6 ure op.



illustratie
OP DE BERGEN.


In onzen jaargang 1873-74 deelden wij eenige bijzonderheden meê, over de opgediende spijzen en de recht dichterlijke wijze van het dekken der tafel - immers, men bestrooide in de 16e eeuw, het witte ammelaken met frissche bloemen, - nu willen wij eenige bijzonderheden aanhalen, over het uur waarop men zich, in de verschillende tijdstippen, aan tafel zette.

In de 14e eeuw, zegt een schrijver, noenmaalde men gewoonlijk ten 10 ure des morgens; men nam tusschen 7 en 8 ure des avonds het laatste maal. Karel V middagmaalde ten 11 en nam zijn avondmaal ten 7 ure. Het hof ging gewoonlijk ten 9 ure in den winter, en ten 10 ure in den zomer, te bed.

Het etens-uur bleef onder de regeering van Karel VI, Karel VII, Karel VIII immer op 11 ure bepaald. Eerst onder Lodewijk XII werd hierin eene verandering toegebracht, en wel ten gevolge van het huwelijk

[pagina 85]
[p. 85]

des Konings met Maria van Engeland, die de uren, in haar raderland gebruikelijk, in het fransche hof overplantte. Inderdaad, men dineerde nu ten 12 ure en begaf zich niet zelden te middernacht ter rust.



illustratie
BESLUITELOOSHEID.


Men beschouwde dit uur van slapengaan als het uiterste punt der wanorde; doch het voorbeeld van het hof is altijd besmettelijk, en het uur vond, niet alleen aan het hof, maar ook bij de burgerij toegang. Toen echter de koning overleden was, keerde men reelal tot het maaltijden ten 11 ure terug. Meer dan dat: in den aanvang der 16e eeuw, tijdens de

[pagina 86]
[p. 86]

regeering van Frans I, hervatte men het gebruik van tijdens Lodewijk VI: men zette het etens uur andermaal op 9 ure 's morgens. Het avondmaal werd tusschen 5 en 6 ure opgediend, en men legde zich nogmaals vroeg in de veêren.

Dat was, volgens een gerijmden grondregel, het middel om 99 jaar oud te worden.

 
Lever à cinq, diner à neuf,
 
Souper à six, coucher à neuf,
 
Font vivre d'ans nonante-neuf.

Gedurende de 1 6e eeuw was het etens-uur, in welkdanig huis van Parijs ook, tusschen 10 en 11 ure, terwijl het avond-eten ten 6 ure werd opgediend. Na dit laatste uur deed de welhebber en de edelman eene wandeling, tot dat de klok der Sorbonne 9 ure sloeg.

Van dat oogenblik waren de straten van Parijs in het donker gehuld, en zoo eenzaam als die van een kempisch dorp. Wat verschil, van toen met nu! Sully vertelt in zijne Mémoires, dat hij na 6 ure geene zaken meer verhandelde. Hij deed zelfs de deuren van zijn prachtig verblijf sluiten, en opende slechts voor een boodschapper des konings. Van 6 tot 10 ure werd er dus aan geen staatszaken meer gedacht.

Tijdens Hendrik IV was het etens-uur ten elven, en slechts in de eerste jaren van Lodewijk VIII werd 12 ure weêr de mode.

Het is omtrent dien tijd, zegt een schrijver, dat er eene gewoonte ontstond, die geen spoor in onze dagen heeft achtergelaten. De burgersfamiliën verzochten elkander op zon- en feestdagen ten eten; doch ieder genoodigde bracht zijne schotel, of, zoo als men zegde, zijne salmigondis meê. Dat geleek zeer goed naar onze pique-nique.

Niet zelden gebeurde 't, dat verscheidene genoodigden dezelfde spijze aanbrachten, terwijl andere hoogst noodige schotels ontbraken; doch dit juist gaf aanleiding tot vroolijkheid.

Onder Lodewijk XIV bleef de etenstijd op 12 ure gesteld. Immers Boileau zegt, nadat hij bij een bourgeois ten eten was gevraagd: Y court midi sonnant, au sortir de la messe. Dewijl de koning ten twaalven at en de hovelingen, ook gedurende den maaltijd, hun hof hadden te maken, gebruikten zij het noenmaal ten 2 ure. Dit gebruik werd, ook buiten het paleis, gevolgd en uit den adel daalde het spoedig tot in de burgerij af.

In de 18e eeuw zette men zich niet voor 2 ure aan tafel.

In Holland was ook het gebruik van 11 ure in voege; immers, toen Peter-de-Groote in 1717 te Parijs kwam, na een betrekkelijk lang verblijf in Holland, deed hij op dat uur zijn maal opdienen.

Van lieverlede nam men het maal om 3 ure, helgeen, ofwel het avondeten deed afschaffen of tot later in den avond verschuiven. Tijdens Lodewijk XV liet men de zaak, zoo als zijn voorganger die overgeleverd had. Men bepaalde echter het avond-eten op 9 ure.

Onder de regeering van Lodewijk XVI dineerde men ten 2 ure, en het komediespel duurde van 5 tot 9 ure. Mevrouw de Necker, die zich ten 4 ure aan tafel zette, verwekte door dat late uur zeer veel opspraak.

De regeling van het werk in de openbare besturen, zoowel als het verlichten der straten van Parijs, het veelvuldiger gebruik van rijtuigen hebben het etens-uur aanzienlijk gewijzigd. De beambten der bureelen, die vroeger werkten van 9 tot 12 en van 3 tot 9, zouden voortaan slechts van 9 tot 4 bezig zijn. Vandaar dat zij eerst tusschen 5 en 6 ure middagmaalden.

Dit gebruik werd weldra door velen uit de burgerij gevolgd. De omwenteling liet, ten minste, dit uur bestaan. Tijdens Robespierre was het ctens-uur op 6 ure bepaald, en ofschoon men thans op alle uren, na twaalven 's middags, dineert, is zulks het meest algemeen tusschen 5 en 7 ure.

In de Nederlanden volgde men ongeveer dezelfde beweging, ten minste in Brussel; in de overige steden en vooral ten platten lande kwam daarin schier geene verandering voor. Men middagmaalde in de 16e eeuw ten 11 en 12 ure, zoo als men dit nu nog ten 12 ure doet, daargelaten in de groote steden.

In de 16e eeuw dronk de heer, bij zijn ontbijt, gewoonlijk ‘rijnseen alsemwijn,’ terwijl de dienstboden zich met bier mochten verkwikken. Het noenmaal werd ten 11 en hoogstens ten 12 ure gereed gemaakt, zegt Dr. Schotel.

In onze dagen eindigt de dag niet zoo als in vroeger eeuwen, bij het ondergaan der zon: wij zijn er in gelukt den dag, juist niet tot ons lichamelijk voordeel, te verlengen, en alzoo kunnen de etens-uren gemakkelijk worden verschoven. Wie weet of men nog niet te middernacht dineeren zal!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken