Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1877-1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.92 MB)

Scans (1279.35 MB)

ebook (29.24 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1877-1878)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Iets over natuurlijken en kunstslaap.

Als mijn oude buurman Van Helzen des middags na het diner in zijn grooten stoel gaat zitten, om ‘een uiltje te vangen’ en het beestje zich niet vlug genoeg laat vangen, neemt hij het eerste boek het beste, slaat in het honderd eene bladzijde open, en binnen vijf minuten ligt het ‘goede boek’ op den grond en mijn goede buurman in de armen van den slaap.

Het komt er in 'tgeheel niet op aan wie het boek geschreven heeft, want elke schrijver kan er zich op beroemen, dat hij Van Helzen binnen vijf minuten in zijne zoete droomen gewiegd heeft: - allen bewijzen hem denzelfden dienst.

Zelfs de Illustratie, waarin Van Helzen zooveel belang stelt en waarvan hij een der trouwste lezers is, ondergaat in zulke oogenblikken he - zelfde lot; daarom hopen wij, dat deze bladzijden hem niet after dinner in handen komen, want wij willen een woord of wat spreken over den vriendelijken gast van den nacht, die zoo menig vermoeid oog sluit, zoo menig bekommerd hart eenige rust schenkt.

Een zonderlinge toestand, het slapen! Een zijn en niet zijn, - niet leven en niet dood! Geen wonder dat de ouden hem den tweelingbroeder van den dood noemden. Zijn komen en zijn gaan is voor ons zoo natuurlijk geworden, dat wij niet vragen wat hij is, noch hoe hij komt en gaat. En toch zijn deze vragen niet zonder belang en gaarne willen wij hier zoo beknopt mogelijk meêdeelen, welke antwoorden de ‘geleerde wereld’ daarop geeft.

Wat den slaap voorafgaat, weet iedereen - namelijk vermoeidheid. Hetzij deze vermoeidheid voortkomt van lichamelijke inspanning of dien van den geest, zij wordt eindelijk zoo groot, dat de natuur onverbiddelijk hare rechten doet gelden - de mensch valt in slaap. Wanneer men voortdurend door arbeid wordt ingespannen, zouden de krachten ons spoedig begeven, indien niet de natuur door den slaap een gebiedend halt! uitsprak en het lichaam zoowel als den geest dwong, de uitgeputte krachten weêr te verfrisschen.

De slaap is dus noodzakelijk ter oorzake van de vermoeienis. De zenuwen, spieren, zintuigen, hersenen - in één woord, alle organen zijn vermoeid. Vanwaar komt echter de vermoeienis? Om dit te verklaren moeten wij een weinig geleerd zijn.

Wij hebben voor al onze levensverrichtingen een onmisbaren factor noodig, namelijk de zuurstof der lucht, die wij door de longen in ons bloed opnemen. Zonder hare aanwezigheid kan zich in het menschelijk lichaam geen organisch proces ontwikkelen. De longen brengen

[pagina 20]
[p. 20]

haar in het bloed, het bloed draagt haar verder, het hart is de expediteur, die haar naar alle organen verzendt en dezen daardoor levenskracht schenkt.

Door de werking der organen wordt de opgenomen zuurstof met een gedeelte harer eigen stof (substantie) verbruikt en er heeft daarbij, evenals bij elke verbinding der zuurstof met een ander lichaam, een verbrandingsproces plaats, terwijl het hoofdproduct van die verbranding, het koolzuur, als een giftig gas door de longen weêr verwijderd wordt.

Als de pomp van den bloedsomloop, kan het hart de zuurstof niet missen, wil het zijne gewone werking blijven voortzetten. Een voorbeeld moet dit duidelijk maken. Wanneer men het hart uit een levenden kikvorsch snijdt, zet het buiten dit lichaam zijne slagen nog een tijd lang voort. Deze slagen duren veel langer indien het hart met bloed gevuld is - dus met een drager van zuurstof, - dan wanneer het geen bloed in heeft. In zuivere zuurstof beweegt het zich gemiddeld 12 uren, in de gewone lucht nog 3 uren, in waterstof of stikstofgas houdt de beweging reeds na een uur op, terwijl in het giftige koolzuur de hartslag onmiddellijk stilstaat.



illustratie
LE REPOS DE LA BOHÉMIENNE, NAAR EEN SCHILDERIJ VAN L. GALLAIT.


De spieren kunnen evenmin de zuurstof missen. De proef met uitgesneden spieren leert, dat deze in zuurstofhoudende lucht zuurstof

[pagina 21]
[p. 21]

opnemen en koolzuur afgeven, en deze opname van zuurstof wordt grooter, wanneer de spier door den galvanischen stroom in beweging wordt gebracht.

Hoe meer spanning er van de spieren geëischt wordt, hoe meer wij ons lichamelijk inspannen, hoe meer zuurstof er verbruikt wordt. De ademhaling wordt sneller en dieper, terwijl de afscheiding van koolzuur zelfs drievoudig vermeerdert. En hier moeten wij op een feit wijzen, waarop wij ons later zullen beroepen: er wordt bij het werken der spieren meer in koolzuur gebonden zuurstof afgegeven, dan zuurstof opgenomen.

Al behooren wij gelukkig niet tot de rampzalige wezens, die niet aan de onsterfelijkheid gelooven, die meenen dat te gelijk met het lichaam ook de ziel begraven wordt, toch kunnen wij er ons van overtuigen, dat de geest, zoolang hij aan de stof gebonden is, in innig verband met haar staat.



illustratie
DE OORLOG IN HET OOSTEN. - EEN LEGERKAMP VAN BULGAARSCHE VRIJWILLIGERS.


Ook de hersenen, welke wij als het middelpunt der verrichtingen van den geest beschouwen, hebben voor hare opwekking en werkzaamheid zuurstof noodig. Het bloed geeft aan de hersenen dan ook zuurstof af, terwijl deze, evenals alle andere organen, koolzuur aan het bloed teruggeven.

Om eene proef daarvan te nemen, sluite men een dier in eene zeer beperkte van de buitenlucht afgesloten ruimte, waar het al de aanwezige zuurstof verbruikt, en men zal zien, dat de werking der zintuigen zal ophouden en eerst dan weêr terugkeeren, wanneer men het



illustratie
DE OORLOG IN HET OOSTEN. - RUSSISCHE VERSTERKINGSTROEPEN IN DEN SCHIPKA-PAS.


[pagina 22]
[p. 22]

dier zuurstof toevoert. Ontvangen onze hersenen geen versche zuurstof, hoopt zich het koolzuur daarin op, of wordt dit door het bloed aangevoerd, dan verdwijnen de zinnen langzamerhand, men kan niet meer hooren of zien, men wordt bewusteloos.

Alle organen hebben dus voor hare verrichtingen zuurstof noodig. Zijn nu al deze organen in werking, dan moeten zij vermoeid worden, en het gevoel van vermoeienis ontstaat door de in de organen opgehoopte vermoeiingsstoffen. Dit laatste woord is geene uitvinding van ons, want de grootste scheikundigen hebben werkelijk zulke vermoeiingsstoffen aangewezen.

Zoodra de spier in werking wordt gesteld, heeft er in haar eene opvallende scheikundige verandering plaats. Dewijl namelijk de spier, als zij in rust is, geen spoor van zuur inhoudt, zoo bemerkt men in de werkzame spier een zuur, dat door Liebig en Berzelius als vleeschmelkzuur uit de spier is aangewezen. De hoeveelheid melkzuur is grooter, naarmate de spier sterker gespannen wordt.

Hoe meer wij werken, hoe meer melkzuur zich in onze spieren ophoopt. Ook in de hersens is melkzuur aanwezig en wij mogen gerust aannemen, dat het een scheikundig voortbrengsel is harer werkzaamheid.

Dat dit melkzuur wezenlijk eene vermoeiingsstof is, hebben de proeven op dieren genomen bewezen. Wanneer men melkzuur in de spieren spuit, nemen hare krachten beduidend af, terwijl door het uitwasschen de spieren hare krachten weêr hernemen.

Zoodra zich melkzuur in de organen opgehoopt heeft, is men vermoeid. Wil men de vermoeidheid verdrijven, dan moet het zuur verwijderd worden. Nu wordt het in 't lichaam aanwezige melkzuur door de zuurstof gemakkelijk geoxydeerd, d.w.z. de zuurstof verbindt zich gemakkelijk met de grondelementen van het melkzuur en vormt, als afvalsproducten, koolzuur en water. Op deze wijze worden de spieren van hare vermoeiingsstoffen ontlast.

Op deze feiten heeft Preger zijne leer der oorzaken van den slaap gegrond. Is namelijk zooveel vermoeiingsstof, d.i. melkzuur opgehoopt, dat de verschillende organen machteloos worden, dan moet al de opgenomen zuurstof gebruikt worden om deze stof te verwijderen. In plaats dat de zuurstof spieren, zenuwen en hersenen in de ontwikkeling hunner werkzaamheid hindert, wordt zij tot vernietiging der stof gebruikt, welke de krachten dezer organen verlammen. Wanneer daarenboven bij dag meer koolzuur uitgeademd wordt dan de opgenomen zuurstof noodig heeft - en wel bij zeer gering werk de dubbele hoeveelheid - dan is ook juist de tijd gekomen, om het lichaam de te weinige zuurstof te geven, welke gedurende den arbeid verbruikt is.

Deze dubbele werking - opname van zuurstof tot verdrijving van het melkzuur en opname van zuurstof tot aanvulling van het meerder verbruik van zuurstof bij dag - is de oorzaak, die ons spier- en zenuwstelsel voor een tijd verlamt. En zijn wij aan het punt gekomen, waarop deze organen door onttrekking van zuurstof niet meer werken, dan treedt de toestand in, welke zich vooral kenmerkt door de onderbreking der verrichtingen van de hersenen, die toestand namelijk, welken wij slaap noemen.

Dit is dus de slaap, welke de natuurwetten aan ons lichaam opdringen, als het zich moê gewerkt heeft. In welke verhouding de ziel tot het lichaam staat, weet de vriendelijke lezer misschien niet. Hij slape er echter niet minder gerust om. Dat er nog iets meer achter schuilt dan melkzuur is gemakkelijk te begrijpen.

 

(Slot volgt.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken