Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1878-1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

Scans (1427.77 MB)

ebook (28.28 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1878-1879)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De regen.

De regen is een der weldadigste machten en verschijnselen der schepping; gelijk er zonder dampkring geen leven op aarde mogelijk zou zijn, zoo zou zonder den regen alle leven verdorren en verslensen en de aarde eene groote woestijn worden, wanneer de wortels des levens niet werden versterkt en tot vruchtbaarheid ontwikkeld door de stroomen weldadig vocht die uit den hemel vallen. De regen is de moeder der vruchtbaarheid; vocht en zonneschijn zijn de voorwaarden van allen bloei hier beneden, maar beiden moeten vereenigd werken, zullen zij goede levensvruchten voortbrengen. Het water behoeft echter niet altijd uit de wolken te komen om zijne zegening aan de aarde mede te deelen: Egypte, waar het zelden of nooit regent, is zijn geheele vruchtbaarheid verschuldigd aan den Nijl, die ieder jaar buiten zijne oevers treedt en het geheele land met zijn slijkhoudend vocht bevrucht.

Ook de mensch gevoelt den heilzamen invloed van den regen; zonder regen zouden wij versmachten en verdorren als het minste blaadje op het veld. Wie onzer kent niet bij ondervinding de heilzame werking van den regen op ons gestel, wie heeft op gloeiende zomerdagen zijn loomen en tragen geest niet voelen opgewekt worden, wanneer eene regenvlaag de lucht kwam verfrisschen? Om zich een gedacht te maken van de werking van den regen, behoeft men zich slechts een landschap voor te stellen dat lang zonder regen is geweest en ligt te blakeren in de onmeêdoogende zon.

Geen enkel tochtje beroert den atmosfeer, wiens atomen schijnen te gloeien en te branden; de boomblaêren zijn verdroogd van de hitte, de bloemen zijn half verdord en dreigen van de stengels los te laten; het gras is vaal en verkleurd en schijnt geen groeikracht meer te bezitlen; alles wat zich in vruchtbaarheid openbaart, is tot stilstand gekomen, geen vogel zingt meer in de takken; de beken zijn uitgedroogd; de runderen der weiden zoeken loom en traag de schaduw; alles levert ons een beeld des doods op. Maar de lucht, straks nog zoo onmeêdoogend, schijnt plotseling te betrekken; van alle kanten komen wolkengevaarten opzetten, die zich met elkander vereenigen en reusachtige schaduwen op het land werpen; een verkoelende bries begint te waaien, die de dorre blaêren voor een eogenblik doet trillen. De bliksem schiet door het zwerk, donderslagen klateren door de lucht, en stroomen van weldadig regenvocht, zoo, lang verwacht, zoo lang met smachtend verlangen afgesmeekt, komen als een bevruchtend

[pagina 404]
[p. 404]

manna uit de wolken gevallen. Men hebbe slechts een oogenblik geduld om den regen tijd te laten, zijne heilzame werking uit te oefenen, en men zal een geheel ander tooneel zich voor zijne oogen zien ontrollen.

Een enkele vlaag is genoeg geweest om aan het verdorde grasveld weêr de kleur van smaragd te geven; de bloemen hebben zich opgeheven op hare stengels en nieuw leven en vruchtbaarheid gedrouken uit de verkwikkende droppels; de bladerkroon der boomen ruischt weêr vol kracht en verlrissching; de vogelen, straks nog zwijgend, zingen weêr blij en dankbaar; de dieren zijn van hunne loomheid bekomen en grazen weêr lustig in het groene gras; waar voor een half uur de dood heerschte, openbaart zich thans het weelderigste leven; alles ademt weêr op, alles leeft weêr het verjongde leven, door den regen aan de geheele natuur medegedeeld.



illustratie
mevrouws verjaardag, naar l. knaus.


Hoe de regen outstaat, zullen wij nu trachten te verklaren. De wolken zijn de dragers van den regen. Deze wolken worden in regen ontbonden wanneer de koude luchtstroom van het noorden den warmen luchtstroom, die van den evenaar komt, en met waterdampen is verzadigd, op zijn weg ontmoet. Wegens de eigenschap der lucht om waterstofgas te bevatten, deelt zich de warmere luchtstroom aan den kouderen mede, maar laat onder dit bedrijf zijn watergas in regendruppelen ontsnappen. Hoe warmer de lucht

[pagina 405]
[p. 405]

is, hoe grooter deze regendruppelen zijn. Dat ziet men vooral in den zomer. Heeft de ontmoeting van den warmeren en kouderen luchtstroom in de bovengewesten plaats, dan trekken de druppels in hun val het waterstofgas der onderste verwarmde luchtlagen aan, en dit is de reden dat wij in den zomer dikwijls zulke groote drop pels zien nedervallen. Lente en zomerregens hebben dikwijls deze merkwaardige eigenschap, zoo als ieder uit eigen ondervinding en eigen waarneming kan weten.



illustratie
de brief van den afwezige, naar bruck lajos.


De meeste dampen en wolken welke wij in de lucht zien zweven, zijn afkomstig van de zeeën, binnen de keerkringen gelegen. Daar worden deze dampen en wolken door de werking der zonnestralen uit de zee opgetrokken en in gasvormigen toestand in de lucht verspreid. Opdat echter ook het overige der aarde de heilzame vruchten dezer natuurwerking zoude genieten, is het de plicht van de koudere luchtlagen, die van de polen waaien, deze dampen door de geheele luchtzee te verspreiden. De poolwinden waaien van het noorden naar den evenaar, van waar zij terugkeeren, deze dampen voor zich heen drijvend om daarna weêr van de polen naar den evenaar te snellen. Zoo heeft er eene altijddurende werking plaats boven onze hoofden. Wanneer de poolwinden van den evenaar terugkeeren, zijn zij verzadigd met watergas. Komen zij dan in aanraking met

[pagina 406]
[p. 406]

koudere luchtlagen, dan zien wij het verschijnsel der groote regens plaats grijpen. Van daar het onberekenbare nut van hooge bergen in het rijk der natuur. Wanneer de luchtstroomen die van den evenaar terugkeeren b.v. de Alpen moeten langs trekken, dan zal men die groote regens zien neêrplassen, zoo als dat de Lombardische vlakte ieder jaar beleeft. Ook bosschen en grasvlakten hebben de eigenschap de lucht vochtig te houden en aldus mede te werken tot verspreiding van den regen. De uitroeiing der bosschen kan daarom van veel invloed zijn op den atmosfeer in een land en de oorzaak worden van de dorheid en onvruchtbaarheid van deszelfs bodem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken