Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Nuttige wenken en opmerkingen over land- en tuinbouw.

Bloementeelt.

Tropeolum spedosum. II. Wil men van deze allerliefste klimplant, over wier bevallig aanzien ik in het vorige nummer sprak, veel genot hebben, dan is het noodig hare onderaardsche stengels, zoodra men die men van zijn bloemist of boomkweeker heeft ontvangen, te planten in lossen, humusrijken grond. Blad- of broeiaarde, vermengd met eene groote hoeveelheid goed verteerden koemist, schijnt zij bij voorkeur te beminnen. Hout- of boomaarde zal haar ook zeer goed kunnen dienen. Het weelderigst groeit ze op eene matig vochtige en eenigszins beschaduwde standplaats. In de maand mei begint ze gewoonlijk de eerste teekenen van leven te geven: hare onderaardsche stengels vangen dan aan, hare bovenaardsche te scheppen en omhoog te zenden. Deze hechten zich dadelijk vast aan het steunsel dat zij vinden, vormen blaadjes en bloemkens en overdekken spoedig op de fraaiste manier hunne omgeving. Is de plant na de verplanting aan den groei geraakt, dan vraagt ze bijna geene zorg meer; ze verspreidt zich dan elk jaar al sterker en sterker met hare onderaardsche stengels door den grond. Bij het invallen van den vorst vriezen wel ieder jaar hare bovenaardsche stengels totaal af, maar in de aarde blijft ze voortleven, om in de lente steeds krachtiger er uit op te schieten. Ze is volkomen tegen de guurheid van onzen winter bestand. Wat men haar als steunsel biedt, is vrij onverschillig; ze klimt even graag tegen wanden en muren als langs schuttingen en in boomen.

Ik hoop met deze beide stukjes over Tropeolum speciosum de opmerkzaamheid der bloemenvrienden gevestigd te hebben op deze keurige klimplant, die zoo weinig kost en zoo weinig moeite vereischt in vergelijking van het genoegen dat ze gedurende den ganschen zomer verschaft. Moge op haar niet langer het: onbekend maakt onbemind, worden toegepast.

Boomteelt.

Eene aanbevelenswaardige druivensoort. II. In het vorige nummer wees ik er op dat de vroege Malingre-druif naar mijn gevoelen de beste druivensoort is voor ons klimaat. Deze druivensoort, welke in boomkweekerijen van eenige uitgebreidheid te verkrijgen is, wordt steeds rijp. Talrijke koude zomers hebben deze waarheid bevestigd. Zelfs in den zeer natten zomer van 1879 groeide de vroege Malingre-druif bij mij uitstekend en leverde in september nog volkomen rijpe vruchten. Even als alle druivensoorten verlangt deze druif eene warme standplaats. Het liefste staat zij tegen een muur of eene schutting, waar zij den ganschen dag de volle zon kan genieten. Kan men haar zulk eene standplaats niet geven, dan behoeft men echter daarom niet na te laten zich haar aan te schaffen. Zij vergenoegt zich ook met een plekje waarop zij enkel genot heeft van de zonnestralen gedurende den voor- of namiddag. Zij wordt dan wel wat later rijp.

Eene tweede aanbeveling van de vroege Malingre-druif is gelegen in den vroegen tijd harer rijpheid. In een zeer gunstigen zomer zijn hare vruchten, zoo zij eene zeer warme standplaats heeft, in het laatst van juli rijp. Geene andere druivensoort is dan ook vroeger rijp dan deze. Onder de genoemde voorwaarden wint zij het zelfs in dit opzicht van de druiven in eene kas. In matig warme zomers zijn hare vruchten op het laatst van augustus rijp, terwijl ze in een ongunstigen zomer en op de minst warme standplaats toch nog in october rijpe trossen schenkt.

Op de derde plaats verdient de vroege Malingre-druif aanbeveling door de sterkte van haren groei en hare groote vruchtbaarheid. Reeds zeer jong begint ze te dragen en gaat hiermeê onafgebroken voort. Hare trossen zijn niet groot, maar goed met bessen gevuld. Nooit vond ik ook, zoo als bij de trossen van andere druivensoorten het geval is, kleine druifjes tusschen hare bes en. Deze laatste zijn ovaal van vorm en geelachtig van kleur. Ze zijn overdekt met een blauw-wit waas; hare schil is dun en fijn en de smaak is frisch zoet.

Bezitters van naakte muren en schuttingen, de planttijd van boomen en heesters is weêr daar! Koopt nu bij een vertrouwd boomkweeker een vroege Malingre. Voor ongeveer 16 stuivers komt ge denkelijk bij hem klaar en ik vraag het u af: is dat eene uitgave om u het bezit dezer goede druivensoort te ontzeggen? Kunt ge hiervoor uwe muren kaal laten liggen of uwe schuttingen naakt? Wilt ge voor zulk eene som liever eene zure druivensoort op de markt koopen of ontvangt ge er misschien liever een, die nooit rijp wordt, van uw buurman present? Immers niet? Spoedig dan besteld, de tijd dringt!

Bloementeelt.

Begieting van kamerplanten. I. Dikwijls is het mij opgevallen hoe verkeerd velen nog handelen bij het begieten hunner kamerplanten. In kamers, waarin het gedurende den dag zoo warm was dat men het er bijna niet kon uithouden, zag ik de vrouw des huizes hare bloemen begieten met ijskoud water, versch uit de pomp. Eene andere had voor de zindelijkheid bloemschoteltjes onder heure potten staan, maar gebruikte die schoteltjes tevens om heure bloemen van water te voorzien. Ze goot die schoteltjes eenvoudig vol en keek er dan verder niet meer naar om. Eene derde goot nu eens met koud, dan weêr met warm water, welk laatste dikwijls eerst gediend had om de kopjes der koffietafel er in om te spoelen of de borden er in af te wasschen. Kortom: ik zag dikwijls het middel det begieting om de bloemen te doen leven herschapen in een middel om ze met zekerheid te vermoorden. Hier bedroog niet de gierigheid, maar de zindelijkheid dikwerf de wijsheid, en stierven dikwijls de planten door eene verkeer! begrepen netheid, waarvan zij onder een ander opzicht toch zooveel houden.

In de volgende nummers spreek ik over een en ander meer in bijzonderheden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken