Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Nuttige wenken
En opmerkingen over
Land- en tuinbouw.

Bloementeelt.

Knol-Begonia's I. Ik geloof niet dat er eene bloemensoort is, die in zoo korten tijd de harten van alle lief hebbers van bloemen gewonnen heeft als de Knol-Begonia. Zoo heel ver behoef ik toch niet in mijne herinnering terug te gaan om in den tijd te komen, dat de Knol-Begonia nog geheel onbekend was en dat ze misschien enkel in botanische tuinen werd aangetroffen. En thans: de Knol-Begonia is op weg om de mode-bloem te worden; ze is bezig om de Geranium te verdringen, en het zal zoo heel lang niet meer duren, geloof ik, of ze heeft het standpunt ingenomen, waarop deze laatste zich zoo lang wist staande te houden. Vergis ik mij niet, dan was het vooral in het eerst de vermaarde Gentsche bloemist en plantenkenner, wijlen L. van Houtte, die op dit plantengeslacht de opmerkzaamheid vestigde en er de oorzaak van was, dat de lief hebbers zoowel als de bloemisten zich er als om strijd op toelegden om het geslacht der Knol-Begonia's te doen worden wat het thans is of nog worden zal.

Ik was in augustus van het vorige jaar in de gelegenheid om eenige afstammelingen te zien van de eerste en oudste verscheidenheden van dit geslacht, en tevens eenige variëteiten, door kunstmatige bevruchting en oordeelkundige be handeling uit die oudere soorten verkregen. De eerste waren nietige plantjes, slechts spaarzaam met kleine, hangende, eenkleurige bloemkens versierd en bijna niet waard om bekeken te worden. Die bloemkens waren ook eukelbloemig en maakten aan de zwakke stengeltjes, met eenvoudige blaêren getooid, eene armoedige vertooning. Geheel anders was de indruk, dien de soorten op mij maakten, welke het eerste uit die oude verscheidenheden waren gewonnen. Wel waren ook hare bloemkens nog vrij klein en nog steeds hangende, maar hare blaêren ver toonden reeds veel afwisseling in vorm en kleur, terwijl de bloemkens reeds in talrijke kleuren schitterden en door stevige, malsche stengels gedragen werden. Zij verdienden reeds ten volle de belangstelling van elken bloemenvriend en waren in dien toestand al meer dan voldoende om als kamerplanten het oog te streelen of den bloemtuin met schitterende perken te tooien. Maar hoe prachtig ook, moesten ze toch weêr verre onderdoen voor de nieuwere variëteiten, welke ik daarna voor 't eerst te zien kreeg. Een deel hiervan toch droeg groote bloemen in talrijke kleuren, en die bloemen waren ook niet meer hangende, maar stonden rechtop boven de schoone blaêren uit. Het ander deel droeg prachtig gevormde dubbele bloemen in verschillende kleuren, welke als rozen aan de slappe steeltjes bengelden. Waarlijk, hier wist ik niet meer wat ik het meest moest bewonderen, òf de onuitputtelijke scheppingskracht der natuur, òf het geduld en de behendigheid van den kweeker om eene plant zoodanig te vervormen, dat zij niet meer in het minste gelijkt op den oorsprenkolijken grondvorm. Als men zulk eene groote verandering bij een plantengeslacht waarneemt, dan vraagt men zich onwillekeurig af of die verandering en vormswijziging nog steeds zal doorgaan en of de Knol Begonia's, die wij nu kennen en om hun pracht den tol onzer bewondering betalen, niet door onze nakomelingen met de zelfde oogen zullen aangezien worden, als waarmede wij nu de oudste Knol-Begonia's aanzien. Hoe dit zij, dit althans is zeker, dat een plantengeslacht als dat der Knol-Begonia's, dat getoond heeft voor groote verbetering vatbaar te zijn, nog niet aan het einde zijner volmaking kan wezen en dat wij wel de resultaten kunnen zien van wat het geworden is, maar niet wat het onder doelmatige behandeling der kweekers worden kan.

In een volgend nummer spreek ik over de cultuur der Knol-Begonia's.

Bemisting van kamerplanten.

Caro-Guano. Het is inderdaad zeer opmerkelijk en het trok dan ook dikwerf mijne opmerkzaamheid, dat potbloemen dikwijls zoo stiefmoederlijk behandeld worden. Terwijl de bloemperken in den hof elk jaar worden voorzien van eenige kruiwagens krachtige mist, terwijl de bedden, voor groententeelt bestemd, bij de nadering van de lente sterk bemist worden, schijnt men voor 't leven van kamerplanten bemisting als onnoodig te beschouwen en het voldoende te achten enkel voor de toevoeging van water te zorgen, opdat dit het plantenvoedsel, in de aarde van den pot aanwezig, zou kunnen oplossen. Alsof die aarde onuitputtelijk rijk was in plantenvoedende stoffen en maar altijd door geschikt bleef zonder eenige restitutie van 't verlorene!

‘Ik weet niet wat die bloemen scheelt. Ze worden hoe langer zoo fletscher. Er zit volstrekt geen groei meer in en toch zorg ik dat ze geregeld worden begoten en van 't stof gereinigd,’ zoo mompelt een liefhebber van kamer bloemen soms in zich zelven. ‘Zouden de potten ook soms te eng worden en zou het niet goed wezen ze eens te verpotten?’ zoo vraagt hij.

En hij verpot ze en de bloemen zijn behouden en de groei komt terug en hij meent dat hij die herleving aan zijne wijdere potten te danken heeft. Neen, goede vriend, in den pot zit het hem hier niet: uwe planten verhongerden in den vroegeren pot en uwe versche aarde, welke gij in den nieuwen pot strooidet, was rijk aan voedsel en hergaf aan de planten hare vroegere groeikracht. Gij hadt de verpotting kunnen vermijden en de plant nog beter misschien aan den groei gekregen, zoo gij over uwe potten wat mist hadt gebracht, 't Is waar, en gaarne erken ik het: gij begoot uwe planten steeds verstandig, maar het water vond in den schralen bodem niets meer om het op te lossen en als voedsel voor de planten geschikt te maken. Wat baat het u, of iemand een rijksdaalder kan wisselen, als uwe beurs ledig is?

Wilt ge eene goede bemisting aan uwe hongerende planten geven, koopt dan wat Caro-Guano. Los die in water op en begiet daarmede de kamerplanten. Gij zult eens zien hoe heilzaam ze op uwe potbloemen werken zal en hoe prachtig vooral uwe Pelargoniums - gij noemt ze denkelijk Geraniums - er door bloeien zullen. Groote bloemschermen van wel 1 ½ dM middellijn zullen zij maken en elk afzonderlijk bloemke zal u door zijne grootte verbaasd doen staan. Gij behoeft ook niet te vreezen dat uwe bemisting een onaangenamen geur in de kamer zal achterlaten of dat Caro-Guano u veel geld kosten zal. Gij hebt ook geen zakken vol noodig, want gij behoeft ze bij elke begicting niet te gebruiken: nu en dan is voor alle kamerplanten voldoende. Neem er de preef maar eens van en gij zult mij danken voor mijnen raad.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken