Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De spierkracht der insecten.

Menig lezer zal wellicht bij het lezen van dezen titel een glimlach om de lippen spelen. Insecten en spierkracht, wie reimt sich dus zusammen? En toch laten beide denkbeelden zich zeer goed verbinden, en wel in die mate, dat men veilig zeggen kan: Er zijn weinig dieren, bij welke de spierkracht zoo ontwikkeld en zoo aanzienlijk is als bij de insecten.

Plinius heeft waarschijnlijk deze ontdekking het eerst gedaan; want in zijne Natuurlijke Historie spreekt hij reeds van de buitengewone spierkracht der mieren, hare nietige gestalte in aanmerking genomen.

De spierkracht van een man, die met beide handen aan de veer van een dynamometer of krachtmeter trekt, bedraagt ongeveer vijftig kilogram; voor een vrouw is dit slechts dertig kilogram. Om een last op te lichten, kan de man eene

[pagina 220]
[p. 220]

kracht van honderd kilogram ontwikkelen. Maar dat kan niet vergeleken worden bij de kracht, van welke de insecten blijk geven.

Eene vlooi bij voorbeeld, die slechts drie millimeters lengte heeft, kan een sprong van een meter lengte nemen. Een der beweeglijkste en vlugste werveldieren daarentegen, namelijk de panter, zou een sprong van een kilometer moeten maken, wilde hij in evenredigheid even veel spierkracht toonen als de nietige vloei. Over het algemeen staan de gewervelde dieren en nog veel meer de mensch, met betrekking tot de spierkracht, ver bij de insecten ten achter.

Wat echter het wonderlijkst en voor den mensch wel het onaangenaamst moet zijn, is, dat hoe kleiner het insect is, hoe grooter spierkracht het heeft en hoe meer schade het kan aanrichten.



illustratie
de kleine vlier verkoopster.


De spierkracht der insecten toont zich op drie verschillende manieren, ten eerste als trekkracht, op de tweede plaats als stootkracht, ten derde eindelijk als vliegkracht, of de kracht, die het dier ontwikkelen moet om op te vliegen. De heer Plateau le Brussel heeft dit belangwekkend onderwerp nauwkeurig bestudeerd. De trekkracht van den mensch is, zoo als wij boven reeds opgemerkt hebben, ongeveer 50 kilogram, terwijl de zwaarte van zijn lichaam gemiddeld 65 kilogram bedraagt, zoodat een mensch van middelbare spierkracht ongeveer het 0.76 gedeelte van zijn eigen zwaarte kan voorttrekken. Bij het paard

[pagina 221]
[p. 221]


illustratie
de koning van griekenland.
de koningin van griekenland.




illustratie
combermere abbey, verblijf der keizerin van oostenrijk.


[pagina 222]
[p. 222]

is de verhouding tusschen de zwaarte, die het trekken kan, en de zwaarte van zijn lichaam slechts 0.68, waaruit volgt dat een paard naar evenredigheid veel minder kan trekken dan een mensch, zoodat de uitdrukking: ‘zoo sterk als een paard,’ die men wel eens met betrekking tot een mensch bezigt, eigenlijk niet juist is.

Maar de kracht van het paard is wezenlijk onbeduidend in vergelijking met die onzer schildvleugelige insecten, die helaas in al te grooten getalle op onze velden voorkomen. Zoo trekt de meikever of muldenaar bij voorbeeld een last met zich voort, veertien maal zwaarder dan het gewicht van zijn eigen lichaam. De schoone insecten, welke onder den naam van carabus bekend zijn, trekken zonder zichtbare inspanning een zeventien maal zwaarder gewicht voort, dan hun lichaam bedraagt, en eene andere keversoort, die voornamelijk in de maand juli in onze hoven voorkomt, is zelfs in staat eene massa, die twee en veertig maal zwaarder is dan zij zelf, gemakkelijk voort te sleepen.

De stootkracht is bij de insecten niet minder groot, en ook in dit opzicht schijnt de wet te heerschen, dat het insect zwaardere lasten kan verplaatsen, naargelang het kleiner in omvang en in gewicht is.

De schildvleugeligen, onder den naam van mistkevers bekend, en die nagenoeg de grootte van den meikever hebben, kunnen een gewicht voortstooten, zestien maal zoo zwaar als dat van hun lichaam, en de drekkever verplaatst op die manier zelfs negen en zeventig maal de zwaarte van zijn nietig lichaam.

Wat de vliegkracht betreft, hieromtrent heeft de heer Plateau opgemerkt, dat de zwaarte, die een insect bij het opvliegen kan meêvoeren, gewoonlijk gelijk staat met die van zijn eigen lichaam; weegt derhalve een of ander insect een gram, dan zal het slechts weinig meer dan een gram aan gewicht in de lucht kunnen meê nemen. Hieruit blijkt dus, dat de vliegkracht dezer kleine dieren veel geringer is dan hunne trekkracht.

Het is natuurlijk dat het spierstelsel der insecten, om zulke uitwerkselen te kunnen teweegbrengen, geheel anders ingericht moet zijn dan bij de gewervelde dieren, en dit is dan ook werkelijk het geval. Vooreerst zijn de spieren der insecten, hoezeer heel wat kleiner dan die van de dieren der hoogere orden, bijzonder talrijk. Daarenboven zijn zij niet vast aan elkander verbonden op de manier als bij de zoogdieren en bij den mensch, zoo dat uit de vereeniging van verschillende spieren krachtige spieren ontstaan. De wervelbanden zijn bij hen duidelijk van elkander te onderscheiden en dit heeft sommige natuuronderzoekers tot de onware bewering ge bracht dat bij eenige insecten meer spieren voorkomen, dan bij de zoogdieren. Zoo deelden professor Gervais en Lyonnet meê dat zij in eene rups 4500 spieren geteld hadden, hetgeen strikt genomen geene onwaarheid was, daar zij de afzonderlijke spierbundels en niet de geheele spieren telden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken