Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1881-1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.05 MB)

Scans (1450.37 MB)

ebook (27.56 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1881-1882)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 292]
[p. 292]

Onze gravures.

Twintig minuten wachten.

Het eerzame drietal, dat in de vervelendste houding op de bank van het perron zit te wachten zal zeker menigeen doen vragen of de schilder hun wel eene meer vadsige houding had kunnen geven; doch juist daarin zit het eigenaardige van dit tafereel. Wij zullen niet ophalen van de misères, welke het wachten aan een spoorwegstation vergezellen, noch uitmeten over het onaangename gevoel van hen, die zulk een kuur moeten ondergaan; want iedereen zal ze wel eens ondervonden hebben. Het vrouwtje met haar korf aan den arm zit te dutten en tracht aldus het nare wachten te verkorten; de oude heer met zijn stok tusschen de knieën zit er nog al gemoedelijk bij; hij schijnt zich het best in zijn lot te kunnen schikken; nummer drie, voor wie de bank bijna te klein is, heeft bepaald iets Amerikaansch in zijne houding en het zou ons niet verwonderen indien hij zich gereed maakt om eens hartelijk te geeuwen. Het is eene aardige groep, die men bijna aan elk station kan ontmoeten, ofschoon er de oogen van een kunstenaar toe noodig zijn om ze aldus in al hunne verveling op te merken en weêr te geven.



illustratie
HET ORGEL VAN DE PAROCHIEKERK TE JUTPHAAS.


De poppenkast.

De schilder, naar wiens paneel onze gravure vervaardigd is, heeft ons wezenlijk een dienst bewezen met een eigenaardigheid uit den goeden ouden tijd door het penseel te vereeuwigen.

De poppenkast zal weldra tot het verleden behooren, zij raakt uit de mode.

‘Hoe kinderachtig,’ zeggen onze jongelingen in den bloei hunner vlegeljaren, en de jongere broertjes en zusjes stemmen hiermeê maar al te dikwijls in, om niet te worden uitgelachen, terwijl de volwassenen zich schamen het tegendeel te beweren. Toch is het nog zoo lang niet geleden, dat de vertooners van de poppenkast goede zaken maakten, zij het dan ook dat zij minder komiek talent ontwikkelden dan de historische Jan Klaaszoon, bij wien zelfs Langendijk, onze blijspeldichter bij uitnemendheid, het zich niet schaamde ter schole te gaan. Slechts nu en dan in eene particuliere woning op een kinderfeest kunnen de grappen van Jan en

[pagina 293]
[p. 293]

Katrijn nog opgang maken, maar op de markten onzer groote steden ziet men ze zelden meer vertoonen. De traditioneele Jan heeft plaats moeten maken voor liedjeszangers met of zonder orgel. Het baat u niet of ge even als Beets in zijne waardeering van Moeder de Gans uitroept: ‘Jan Klaassen, heerlijke Jan Klaassen en gij, Katrijn, hoe verkwiktet gij mij in mijne jeugd!’ De liedjeszanger heeft post gevat en de treffende historie in zijn gedicht verhaald, wordt ditmaal voor de variatie door een groote schilderij in een twaalf- of zestiental tooneelen verdeeld, aanschouwelijk voorgesteld. De explicatie (een Nederlandsch woord is hier minder gebruikelijk) zal zoo dadelijk beginnen. Plassen bloed en rechters met witte beffen om een groene tafel gezeten, voorspellen reeds wat er komen zal.



illustratie
DE POPPENKAST, NAAR C. CAP.


‘Hier ziet ge Leonora met haren minnaar, zij zweren elkander een eeuwigen trouw.’ Zoodra deze verklaring is gegeven, wordt zij nader in dichtmaat op zang herhaald, geaccompagneerd door een orgel, liefst op de wijze:

‘Colijn een braven boerezoon.’

Maar genoeg, of we nu al vertellen wat er in de plaats is gekomen - we krijgen er de poppenkast niet meê terug.

Alleen nog een vraag: ‘Hebben we er bij gewonnen?’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken