Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1881-1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.05 MB)

Scans (1450.37 MB)

ebook (27.56 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1881-1882)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De symboliek der getallen.

Onder de getallen zijn er enkele, die als bijzonder beteekenisvol, ja als heilig beschouwd worden. Wel hechten de kristelijke literatuur en kunst aan die getallen geene beteekenis in den zin der oude magiërs en waarzeggers; maar heilig noemen zij een getal, wanneer het aan geheimen van den godsdienst, aan feiten of verhoudingen uit de Heilige Schrift herinnert, en uit dit oogpunt beschouwd, bestaat er wezenlijk eene kristelijke symboliek der getallen.

Volgens die symboliek is vooreerst één het getal van God; vandaar dat het duitsche liedje, dat de symboliek der eerste twaalf getallen aangeeft, bij den aanhef luidt: ‘Eins ist Gott.’

Het getal twee ontmoeten wij in de tegenstelling van hemel en aarde, kristendom en Heidendom, deugd en zonde, dag en nacht, in het onderscheid tusschen een Oud en een Nieuw Testament, tusschen de wijze en de dwaze maagden enz. In de kristelijke bouwkunst wordt dan ook dikwijls met deze symboliek rekening gehouden, door bij voorbeeld op den eenen vleugel eener deur het Oude Testament of de vijf dwaze maagden, en op den anderen het Nieuwe Testament of de vijf wijze maagden voor te stellen.

De H. Petrus heeft verder als attribuut twee sleutels, een gouden en een zilveren, waarvan de eerste zijne heerschappij over den hemel, de tweede zijne macht over de aarde beteekent.

Drie is het getal der H. Drievuldigheid en uit dit oogpunt het heiligste van alle getallen. De gothiek koos als zinnebeeld der H. Drieeenheid den gelijkzijdigen driehoek of het bekende ornament, uit drie even groote in elkander gevlochten ringen bestaande. Bij de ornamentiek werd vooral het symbolische klaverblad in bijna elke versiering aangewend; want men schiep er behagen in, overal in het kristelijk heiligdom het zinnebeeld van den Drieëenigen God te doen uitkomen.

Het eiland Trinidad werd ter eere der H. Drievuldigheid aldus genoemd, omdat de eerste ontdekkers daarop van verre drie even hooge bergen bespeurden; en door aan deze afgelegen plek dien beteekenisvollen naam te geven, handelden de kristelijke zeelieden slechts in overeenstemming met den godsdienstigen geest van hun tijd, die allerwege in de schepping het afbeeldsel van haren Schepper meende te zien.

Reeds de oudste kerkelijke schrijvers vestigen gaarne de aandacht op afbeeldingen der H. Drievuldigheid, zoowel in de natuurlijke als in de bovennatuurlijke orde der dingen. Zij vinden deze afbeeldingen o.a. in het getal der drie aartsengelen: Michael, die aan het hoofd der hemelsche heirscharen streed, beeldt vooral God den Vader af; Raphael, die op de aarde rondwandelde, de blindheid genas en den duivel uitdreef, is het aangewezen beeld van den Zaligmaker, terwijl Gabriël, de engel der blijde boodschap, de bode van genade en vrede, gevoeglijk den H. Geest, den uitdeeler van genade en vrede kan voorstellen.

Drieook is het getal der goddelijke deugden: het geloof aan God den Vader, van wien alles voortkomt de hoop op God den Zoon, door wiens verdiensten wij hopen zalig te worden, de liefde tot den H. Geest, die aan ons hart de goddelijke liefde meêdeelt.

Men telt verder drie kristelijke hoogfeesten: Kersmis ter eere van God den Vader, die Zijn eenigen Zoon tot geluk der menschheid ten offer bracht; Paschen, het zegefeest van den Verlosser, en Pinksteren het feest van den H. Geest.

Drievoudig is ook de door Kristus gestichte Kerk: de zegepralende Kerk, die met den Vader regeert, de lijdende Kerk, die op den Verlosser hoopt, en de strijdende Kerk, met welke de H Geest zal zijn tot het einde der tijden. En gelijk wij overal in het rijk Gods op aarde het mystieke drietal terugvinden, zoo treft het ons ook op bijna elke bladzijde der gewijde geschiedenis.

Van de drie zonen van Noë hebben alle menschen hun oorsprong, gelijk van de drie patriarchen het uitverkoren volk Gods afstamde. Drie zaken werden in de ark des verbonds bewaard; de roede van Aäron, die de almacht des Vaders symboliseert, de steenen tafelen van Mozes, die op de wijsheid des Zoons schijnen te wijzen, en het manna der woestijn, waardoor de liefde van den H. Geest wordt afgebeeld.

Bij de verdeeling van het beloofde land werden aan weerszijden der Jordaan drie vrijplaatsen vastgesteld, waarin ieder vervolgde een veilig toevluchtsoord kon vinden. Driemaal in het jaar moest de Israëliet ‘voor het aangezicht des Heeren,’ dat is voor den tabernakel en later in den tempel verschijnen. Driemaal daags stortte Daniël met gebogen knieën zijn gebed; drie Wijzen uit het Oosten aanbaden den pasgeboren Messias en drievoudig waren hunne geschenken. Drie apostelen waren getuige van de verheerlijking en van den doodsangst des Zaligmakers, en drie dagen rustte het lichaam van Kristus in het graf.

In de geheime Openbaring heeft het hemelsch Jerusalem naar iedere wereldstreek drie poorten, en gelijk de uitverkorenen daar driemaal het ‘Heilig’ zingen, zoo heeft ook de H. Kerk bij haren eeredienst bij voorkeur het symbolische drietal aangewend. Driemaal daags worden de Kristenen door het geklep der klokken tot het gebed uitgenoodigd, des morgens, des middags en des avonds, hetgeen ter eere der H. Drievuldigheid schijnt ingesteld. Drie treden voeren naar het hoogaltaar; drie hoofddoelen vormen de H Mis; drievoudig is de schuldbekentenis in het Confiteor; drievoudig ook zijn de oraties der H Mis.

In de natuurlijke orde vindt men evenzeer menige gelijkenis der H. Drievuldigheid. Drievoudig bij voorbeeld is de tijd, daar hij uit het verleden, het tegenwoordige en de toekomst bestaat. Drievoudig is het getallenstelsel ingedeeld, daar men, van 1 opklimmende de oneindige reeks der positieve getallen, van O afdalende de oneindige reeks der negatieve getallen, en daartusschen de insgelijks oneindige reeks der breuken heeft. Naar drie richtingen eindelijk breidt zich de ruimte uit, zoodat elk lichaam drie afmetingen heeft; drievoudig is het rijk der natuur, dat uit dieren, planten en delfstoffen bestaat, en alles, wat er geschiedt, is te brengen onder drie phasen: begin, voortzetting en einde.

Terwijl het cijfer drie alzoo bij uitnemendheid als het heilige getal Gods mag beschouwd worden, komt ons overal het getal vier voor als dat der aardsche schepping. Wij vinden dat getal terug in de vier elementen, de vier windstreken, de vier jaargetijden en de vier trappen des ouderdoms in het menschelijk leven. Van vier tijdperken verhalen ons de oude dichters; van vier wereldmonarchieën spreekt de H. Schrift; vier groote profeten voorspelden in het Oude Verbond de toekomende dingen; vier evangelisten verkondigden in het Nieuwe Verbond de blijde boodschap des geluks, en vier kerkvaders der Westersche Kerk staan als getuigen voor het geloof der kristelijke oudheid.

In vier faculteiten wordt de wetenschap geleeraard; in vier cardinale deugden is alle deugd samengevat, en geometrisch is ook het kruis eene voorstelling van het getal vier. Op oude afbeeldingen staat het kruis somwijlen op eene rots, waaruit vier stroomen in de richting der vier hemelstreken voortvloeien. Die vier stroomen wijzen terug op de vier beken van het paradijs, waarvan het eerste boek der H. Schrift verhaalt, en in symbolieke taal zegt ons die voorstelling dat door het kruis het verloren paradijs voor de wereld herwonnen is.

Bij het getal vijf kan men denken aan de vijf zinnen, de vijf vingers van de hand, de vijf wijze en de vijf dwaze maagden, aan de vijf boeken Mozes; aan de vijf brooden, waarmede de Zaligmaker in de woestijn vierduizend menschen spijzigde; de vijf geboden der H. Kerk enz. Het heiligst wordt dit getal door zijne betrekking tot de wonden des Zaligmakers. In de kristelijke poëzie werden de heilige vijf wonden bij rozen vergeleken, omdat zij de bloemen waren, die als geheimzinnige vrucht het heil der wereld voortbrachten. Vandaar dat in de kristelijke ornamentiek de vijfbladerige roos als het zinnebeeld der vijf wonden van Kristus herhaaldelijk werd aangewend, en dat men op antieke gouden kruisbeelden veelal vijf roode steentjes vindt ingezet, die de bloedvlekken der vijf wonden beteekenen.

Zes is het getal der voltooiing; want in zes dagen schiep God de wereld, en daarom hebben wij zes werkdagen. Op den zesden dag werd de mensch, de kroon der schepping geschapen. Ter zesde ure werd de Zaligmaker aan het

[pagina 407]
[p. 407]

kruis geklonken, en omstreeks hetzelfde uur voer Hij ten hemel. Zoowel bij de verlossing als bij de schepping derhalve draagt het getal zes den stempel der voleinding. De geheime Openbaring van Johannes schrijft aan de hoogste Engelen zes vleugelen toe. Zes eindelijk is het aantal der wijnkruiken bij de bruiloft te Cana.

In de H. Schrift (Apoc. XIII: 18) is het getal 666 het cijfer van den Antichrist en een aantal schriftuitleggers hebben gepoogd hiervan eene verklaring gegeven. Volgens Menzel zou de beteekenis uit de symboliek van het getal zes, als het cijfer der voleinding, zijn op te maken. De beteekenis zou dan deze zijn, dat in den Antichrist de maat der zonde is volgemeten, terwijl de drievoudige herhaling van het getal zes de tegenstelling met den driemaal heiligen God zou doen uitkomen.

Een bij uitstek heilig en symbolisch getal is het cijfer zeven. Ontstaan uit drie en vier, het getal Gods en het getal der schepping, drukt het de verbinding van beiden uit en is alzoo het getal der genade. Zevenvoudig zijn de gaven van den H. Geest, den uitdeeler van alle genaden, en zevenvoudig zijn ook de uitnemendste genademiddelen, namelijk de H. Sacramenten.

Als voorafbeeldingen of gelijkenissen der zeven heilige Sacramenten kunnen verder gelden: de zeven korenaren, die aan éénen halm groeiden (II Mozes. XII: 22), de zeven lichten, die op den gouden kandelaar brandden, de zeven zuilen, waarop het huis der wijsheid gebouwd is (Spreekw. IX: 1), de zeven bazuinen, die het jubeljaar aankondigden, wanneer de kinderen Israëls het verloren erfdeel terug ontvingen; de zeven sterren in de rechterhand van den Zoon des Menschen (Openbaring I: 16); de zeven zegels, waarmede het hoek des levens gesloten was en die niemand openen kon dan alleen het Lam, de Zoon Gods.

Ook bij de boetvaardigheid, die den weg tot de genade opent, vinden wij telkens het beteekenisvolle zevental terug. Denken wij slechts aan de zeven boetpsalmen in tegenstelling met de zeven hoofdzonden en, gelijk reeds Origenes opmerkte, in overeenstemming met de zeven middelen, waardoor voornamelijk vergiffenis der zonden te bekomen is.

In het Oude Testament leest men dat Naäman de Syriër zich zevenmaal in de Jordaan moest wasschen om genezen te worden, dat de melaatsche, die gereinigd moest worden, zevenmaal besproeid, en het voorhangsel van het heiligdom en de bondsark zevenmaal met offerbloed moesten worden besprenkeld.

De oude boetcanons der Kerk schreven ter uitboeting van zware misdrijven eene zevenjarige boete voor.

Bij het ander genademiddel, het gebed, ontmoeten wij insgelijks het heilige zevental, en we1 op de eerste plaats in de zeven beden van het Onze Vader en in de zeven woorden des Zaligmakers aan het kruis Ja, de geheele genadestichting van Kristus, de Kerk Gods op aarde, wordt door den H Joannes aangeduid in de zeven kerken, aan welke hij zijne zendbriev[en] richtte. Zeven diakenen werden door de apostelen voor de eerste kristelijke gemeente gekozen.

Noemen wij ten slotte nog de zeven smarten en de zeven weeën van Maria, de zeven lichamelijke en de zeven geestelijke werken van barmhartigheid, de zeven hoofddeugden, de zeven hemelen, de zeven wijdingen, die tot het priesterschap voeren, - en het zal iedereen duidelijk zijn, dat het zevental in de goddelijke Openbaring, in godsdienst en Kerk als een bij uitnemendheid heilig getal, als het getal der genade geldt.

Ook buiten de kristelijke symboliek ontmoeten wij veelvuldig het getal zeven, bij voorbeeld in de zeven wijzen der oudheid, de zeven wonderen der wereld, de zeven kleuren van den regenboog, de zeven tonen der muziek, de zeven dagen der week, de zeven planeten enz. Wijl deze laatste volgens de sterrenwichelaars en waarzeggers het lot der menschen beheerschen, werd het getal zeven door het bijgeloof als een ongeluksgetal beschouwd.

Het cijfer acht is het eerste kubiekgetal (2 x 2 x 2) en reeds daarom, volgens de voorstelling der ouden, het zinnebeeld der eendracht, die macht maakt. Ook in de toonkuust vindt men dit denkbeeld, in den zin van overeenstemming terug. Het septime-accoord schijnt namelijk onvolkomen; eerst als de achtste toon wordt aangeslagen, ontstaat het volkomen accoord, de octave.

In de kristelijke symboliek is acht het getal der volkomenheid. Octava summa virlulem est, het achttal is het kort begrip van alle deugden, zegt de H. Ambrosius met het oog op de acht zaligheden, waarin Kristus de deugden van den volmaakten Kristen en hare vergelding aangaf.

De H. Schrift verhaalt dat acht menschen in de ark van Noë gered werden, en dat die acht menschen bestemd waren om de stam-ouders van een meer volkomen menschengeslacht te worden. De hoogste feestdagen werden reeds in het Oude Verbond gedurende acht dagen gevierd, en bij het Loofhuttenfeest was dit zelfs uitdrukkelijk voorgeschreven. Naar het voorbeeld van het Oude Testament het ook de kristelijke Kerk vastgesteld dat de hoogfeesten steeds met een octaaf zouden gevierd worden.

De kristelijke kunst bouwde reeds in de vroegste oudheid achtkantige kerken, en die vorm schijnt niet eenvoudig als eene rijkere ontwikkeling van den vierzijdigen grondvorm beschouwd te moeten worden; integendeel, men mag veeleer aannemen; dat de achthoek, die het kruis omsluit, de heerschappij van het Kristendom over de geheele wereld moest uitdrukken. Ook de ster, die de wijzen uit het Oosten voorlichtte, werd meestal achthoekig voorgesteld. Evenzoo had het kruis der Maltezer ridders, die tegen de ongeloovigen voor het Kristendom streden, acht punten.

Het getal negen was in den voorkristelijken tijd aan de Muzen gewijd. Men zag daarom ongaarne meer dan negen gasten aan tafel. In de kristelijke symboliek daarentegen heeft negen eene eigenaardige beteekenis als het quadraat van het heilige drietal en het getal der engelenkoren. Ook het gebed wordt veelal in overeenstemming met dit getal geregeld, inzonderheid bij de novene of negendaagsche oefening van godsvrucht.

Tien is het ronde getal als het grondtal van ons talstelsel. De H. Schrift spreekt van de tien plagen van Egypte, de tienden, die het eerst door Abraham aan Melchisedech werden opgebracht, en de tien geboden. Als de som der beide heilige getallen drie en zeven treft men het getal tien aan op de beide tafelen der wet, daar op de eene tafel de drie eerste geboden waren geschreven, die de plichten jegens God aangeven, terwijl op de andere de zeven overige geboden stonden, die de plichten jegens den naaste behelzen.

Elf is in de kristelijke symboliek slechts van ondergeschikte beteekenis. Dit getal herinnert aan de elf apostelen, die den Heer trouw bleven, en aan de elf duizend maagden, die, naar de legende verhaalt, als gezellinnen van de H. Ursula den marteldood stierven.

Eene grootere beteekenis daarentegen wordt aan het getal twaalf toegekend. Wij vinden dat getal terug in de twaalf maanden des jaars, in de twaalf teekens van den dierenriem, de twaalf stammen der Joden, de twaalf edelgesteenten op de borstplaat van den hoogepriester, de twaalf zonen van Jakob en de twaalf apostelen.

Kristus koos Zijne twaalf apostelen, opdat zij de voorafbeelding der twaalf oudvaders in vervulling zouden brengen; want evenals van de twaalf patriarchen het geheele volk van Israël afstamde, zoo moest ook het Kristendom, het ‘Israël naar den geest’, geestelijkerwijze van de apostelen afstammen.

Verder is het twaalftal, als ontstaan uit drie en vier, het cijfer van God en het cijfer der schepping, het merk van het Godmenschelijke. Aan de aposten wilde Jesus, de Godmensch, het geheele Godmenschelijke werk der verlossing overgeven, opdat zij het aan de menschheid zouden overdragen. Van daar dat de Kerk van het Nieuwe Verbond met volle recht de apostolische Kerk genoemd wordt.

Het zou ons te ver voeren, wanneer wij in het uiteen zetten van de symboliek der getallen nog hooger wilden opklimmen. Van de overige getallen willen wij ons alleen bepalen tot het getal veertig, dat menigmaal in de H. Schrift voorkomt.

Veertig dagen en veertig nachten regende het over de geheele aarde tot uitroeiing der zondaars; veertig dagen duurde het weeklagen van Israël over den dood van zijn stamvader Jakob; veertig dagen had Mozes God aanbeden, toen zijn aangezicht van een hemelschen glans begon te schitteren; veertig dagen hielden de boodschappers zich bezig met het bezichtigen van het beloofde land, veertig jaren moest het volk Gods in de woestijn omzwerven en even zooveel jaren om zijne zonden onder het juk der Philistijnen zuchten; veertig dagen vastte Elias, en na hem de Zaligmaker in de woestijn en gedurende veertig dagen wandelde de Heer na Zijne opstanding op aarde rond. De kristelijke Kerk heeft de veertigdaagsche vasten vóór het feest der Verrijzenis en het veertiguren-gebed voor het H. Sacrament.

Werpen wij een terugblik op al het hierboven medegedeelde, dan moeten wij zeggen, dat de mensch, zoo lang hij in raadselen op aarde omwandelt, slecht een zeer gebrekkig en onzeker inzicht heeft in de symboliek der getallen, gelijk die in het rijk Gods ongetwijfeld bestaat. Wat misschien toevallig en onbeduidend is, kan hij vatten, terwijl hij het groote en gewichtige zelfs niet gissen kan. Toch zal de onbevooroordeelde opmerker volmondig erkennen, dat t[e]n minste in de bovennatuurlijke orde de wijsheid Gods alles ‘met getal en maat geschikt’ heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken